Rijkswet van 6 juli 2004 tot aanpassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap en de Rijkswet van 21 december 2000 tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot de verkrijging, de verlening en het verlies van het Nederlanderschap (Stb. 618), mede in verband met de totstandkoming van de Wet conflictenrecht geregistreerd partnerschap

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is enige bepalingen van de Rijkswet op het Nederlanderschap alsmede van de Rijkswet van 21 december 2000 tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap (Stb. 618) aan te passen in verband met de totstandkoming van de Wet conflictenrecht geregistreerd partnerschap en enkele andere onderwerpen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

A

Artikel 1 van de Rijkswet op het Nederlanderschap1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef van het eerste lid komt te luiden: In deze Rijkswet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

2. Het eerste lid, onder a, komt te luiden:

a. Onze Minister: Onze Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie in zijn hoedanigheid van minister van het Koninkrijk;

B

In artikel 27, tweede lid, komen de woorden «datum van» te vervallen.

3. Het tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Behoudens voor de toepassing van artikel 15A, onder a, van deze rijkswet wordt mede verstaan onder:

    a. echtgenoot: de partner in een in Nederland geregistreerd partnerschap alsmede de partner in een buiten Nederland geregistreerd partnerschap dat op grond van de artikelen 2 en 3 van de Wet conflictenrecht geregistreerd partnerschap wordt erkend, en

    b. huwelijk: het in Nederland geregistreerd partnerschap alsmede het buiten Nederland geregistreerd partnerschap dat op grond van de artikelen 2 en 3 van de Wet conflictenrecht geregistreerd partnerschap wordt erkend.

ARTIKEL II

De rijkswet van 21 december 2000 tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot de verkrijging, de verlening en het verlies van het Nederlanderschap (Stb. 618) wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel IV vervallen het tweede en het derde lid alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.

2. In artikel V, tweede lid, vervalt de tweede volzin.

ARTIKEL IIA

Artikel 6, eerste lid, van de Wet betreffende de positie van Molukkers2 wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede «de artikelen 2, 3, 4, 5» wordt vervangen door: de artikelen 2, 3, 4, 5, 5a, 5b, 5c.

2. De zinsnede «alsmede van de artikelen II, III, IV en V van de Rijkswet tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot de verkrijging, de verlening en het verlies van het Nederlanderschap van 21 december 2000, Stb. 618 van de Rijkswet op het Nederlanderschap (Stb. 1984, 628)» wordt vervangen door: van de Rijkswet op het Nederlanderschap alsmede de artikelen II, III, IV en V van de Rijkswet tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot de verkrijging, de verlening en het verlies van het Nederlanderschap van 21 december 2000, Stb. 618.

ARTIKEL III

De artikelen van deze rijkswet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Artikel II, onderdeel 2, werkt terug tot en met 1 februari 2001.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

's-Gravenhage, 6 juli 2004

Beatrix

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

M. C. F. Verdonk

Uitgegeven de vijftiende juli 2004

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Stb. 2003, 113, gewijzigd bij de rijkswet van 3 juli 2003, Stb. 284.

XNoot
2

Stb. 1976, 468, laatstelijk gewijzigd bij de rijkswet van 21 december 2000, Stb. 618.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 2002/2003, 2003/2004, 28 836 (R 1735).

Handelingen II 2003/2004, blz. 5281.

Kamerstukken I 2003/2004, 28 836 (R 1735) (A, B, C).

Handelingen I 2003/2004, zie vergadering d.d. 5 juli 2004.

Naar boven