Besluit van 6 juli 2004, houdende wijziging van enkele besluiten ter uitvoering van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen in verband met de afschaffing van de groenekaartcontrole voor Estland, Letland, Litouwen, Malta en Polen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 2 juni 2004, Directie Wetgeving, nr. 5288805/04/6;

Gelet op de artikelen 2, achtste lid, 3, derde lid, en 3a, derde lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen;

De Raad van State gehoord (advies van 17 juni 2004, nr. W03.04.0229/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 29 juni 2004, nr. 5293837/04/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel 2 van het besluit van 23 november 1972 tot uitvoering van artikel 2, achtste lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (aanwijzing van landen) (Stb. 1972, 617)1 komt te luiden:

Artikel 2

Ter uitvoering van artikel 2, achtste lid, van de wet worden aangewezen de landen:

a. België;

b. Bondsrepubliek Duitsland;

c. Cyprus;

d. Denemarken, met inbegrip van de Faeröer;

e. Estland;

f. Finland;

g. Frankrijk en Monaco;

h. Griekenland;

i. Hongarije;

j. Ierland;

k. Italië, San Marino en Vaticaanstad;

l. Kroatië;

m. Letland;

n. Litouwen;

o. Luxemburg;

p. Malta;

q. Noorwegen;

r. Oostenrijk;

s. Polen;

t. Portugal;

u. Slovenië;

v. Slowaakse Republiek;

w. Spanje;

x. Tsjechische Republiek;

y. Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, de Kanaaleilanden, het eiland Man en Gibraltar;

z. IJsland;

aa. Zweden;

bb. Zwitserland en Liechtenstein.

ARTIKEL II

Artikel 1 van het besluit van 23 november 1972 tot uitvoering van artikel 3, derde lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (aanwijzing van landen en gebieden) (Stb. 1972, 618)2 komt te luiden:

Artikel 1

Ter uitvoering van de artikelen 3, derde lid, en 3a, derde lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen worden als landen aangewezen:

a. België;

b. Bondsrepubliek Duitsland;

c. Cyprus;

d. Denemarken, met inbegrip van de Faeröer;

e. Estland;

f. Finland;

g. Frankrijk en Monaco;

h. Griekenland;

i. Hongarije;

j. Ierland;

k. Italië, San Marino en Vaticaanstad;

l. Kroatië;

m. Letland;

n. Litouwen;

o. Luxemburg;

p. Malta;

q. Noorwegen;

r. Oostenrijk;

s. Polen;

t. Portugal;

u. Slovenië;

v. Slowaakse Republiek;

w. Spanje;

x. Tsjechische Republiek;

y. Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, de Kanaaleilanden, het eiland Man en Gibraltar;

z. IJsland;

aa. Zweden;

bb. Zwitserland en Liechtenstein.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 30 april 2004.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 6 juli 2004

Beatrix

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de vijftiende juli 2004

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

De besluiten van 23 november 1972 tot uitvoering van artikel 2, achtste lid (Stb. 617), en van artikel 3, derde lid (Stb. 618) van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM) wijzen aan voor welke buitenlandse voertuigen het Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars de verplichting op zich moet nemen de schade door deze voertuigen veroorzaakt te vergoeden, respectievelijk tot welke landen de dekking van de verplichte verzekering zich moet uitstrekken.

Aan dit systeem ligt de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 april 1972 ten grondslag inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid (72/166/EEG) (PbEG L 103), laatstelijk gewijzigd bij richtlijn 2000/26/EG (PbEG L 181).

Deze richtlijn heeft onder meer ten doel de grenscontrole op deze verzekeringen binnen de Unie af te schaffen. Basis van de afschaffing van deze controle op de aanwezigheid van de zogenoemde groene kaart (het internationaal motorrijtuigenverzekeringsbewijs dat door het desbetreffende nationale bureau van verzekeraars wordt afgegeven) vormt een overeenkomst tussen de verschillende nationale bureaus van de lidstaten, volgens welke elk nationaal bureau de vergoeding waarborgt van schade, op zijn grondgebied veroorzaakt door een motorrijtuig uit een ander aangesloten land (de multilaterale garantieovereenkomst tussen nationale bureaus van verzekeraars van 30 mei 2002, PbEG 2003 L 192).

Deze overeenkomst tussen de nationale bureaus is gebaseerd op de veronderstelling dat in de nationale wetgevingen van de aangesloten landen wordt voorgeschreven dat de dekking van verzekeringen tegen wettelijke aansprakelijkheid zich mede uitstrekt tot ongevallen veroorzaakt in andere landen.

Het systeem biedt de mogelijkheid voor derde landen om zich hierbij aan te sluiten. Van deze mogelijkheid hebben tot nu toe Hongarije, de Tsjechische Republiek, de Slowaakse Republiek, Noorwegen, Zwitserland, IJsland, Slovenië, Kroatië en Cyprus gebruik gemaakt. De onderhavige aanpassing van de twee eerdergenoemde besluiten is noodzakelijk door de toetreding van Estland, Letland, Litouwen, Malta en Polen.

De datum waarop de afschaffing van de groenekaartcontrole voor nieuwe lidstaten en derde landen plaatsvindt, wordt bepaald door de Europese Commissie, nadat zij, in samenwerking met de lidstaten en andere aangesloten landen, heeft vastgesteld dat het nationale bureau van het betreffende land zich bij de multilaterale garantieovereenkomst heeft aangesloten.

De Europese Commissie heeft bij beschikking van 2 april 2004 vastgesteld dat de groenekaartcontrole voor Estland, Letland, Litouwen, Malta en Polen met ingang van 30 april 2004 niet meer plaats mag vinden. Aan het onderhavige besluit moet derhalve terugwerkende kracht worden verleend tot die datum.

Deze terugwerkende kracht ontmoet overigens uit praktisch oogpunt geen enkel bezwaar omdat het Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars reeds in overeenstemming met de beschikking van de Commissie handelt. Het bureau heeft de verplichting tot vergoeding reeds op zich genomen via de multilaterale garantieovereenkomst. Tevens verlenen de Nederlandse verzekeraars thans reeds dekking voor Estland, Letland, Litouwen, Malta en Polen.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Laatstelijk gewijzigd bij besluit van 18 juni 2001, Stb. 307.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven