Wet van 10 juni 2004 tot wijziging van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, de Handelsregisterwet 1996, de Woningwet en de Wet politieregisters (Aanpassingswet Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, de Handelsregisterwet 1996, de Woningwet en de Wet Politieregisters bijstellingen aan te brengen in het belang van een optimaal functioneren van het wettelijk instrumentarium dat is neergelegd in de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel l van het eerste lid door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

m. sociaal-fiscaalnummer: het nummer, bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel j, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

B

In artikel 3, zevende lid, vervalt de zinsnede «uit het advies van het Bureau».

C

De titel van Hoofdstuk 2 komt te luiden:

AANBESTEDINGEN, SUBSIDIES, VERGUNNINGEN EN ONTHEFFINGEN

D

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na de woorden «inrichting» ingevoegd: of bedrijf.

2. In het tweede lid wordt na «inrichtingen» ingevoegd: of bedrijven.

3. Er wordt een vierde lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Het eerste tot en met het derde lid is van overeenkomstige toepassing op een gemeentelijke ontheffing.

E

Onder vernummering van het derde lid van artikel 12 tot vierde lid wordt na het tweede lid een derde lid ingevoegd, luidende:

  • 3. Het Bureau kan bij het verzamelen van gegevens als bedoeld in het tweede lid, gebruik maken van het sociaal-fiscaalnummer.

F

In artikel 14, tweede lid, wordt «Onze Minister van Justitie» vervangen door: Het College van Procureurs-Generaal.

G

Artikel 30 volgt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «artikel 3, tweede, derde en zesde lid, uit te voeren» vervangen door: artikel 3, tweede, derde en zesde lid, respectievelijk artikel 9, tweede lid, onder a. en b. uit te voeren alsmede onderzoek te verrichten naar de aspecten, bedoeld in artikel 9, tweede lid, onder c. en d.

2. In het tweede lid, worden onder verlettering van de onderdelen c tot en met g als d tot en met h een onderdeel ingevoegd, luidende:

c. het sociaal-fiscaalnummer van de persoon, bedoeld in de onderdelen a en b;

H

In artikel 31 wordt de zinsnede «de in artikel 15, eerste lid, bedoelde termijn» vervangen door: de in artikel 15, eerste en tweede lid, bedoelde termijn.

I

Artikel 37 vervalt.

ARTIKEL II

Artikel 15, tweede lid, van de Handelsregisterwet 19962 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van onderdeel d vervalt «of».

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door «,of» wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

f. het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur ten behoeve van het geven van een advies als bedoeld in artikel 9 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

ARTIKEL III

De Woningwet3 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 44a, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. In afwijking van artikel 44, eerste lid, en artikel 56a, tweede en derde lid, kan de reguliere bouwvergunning tevens worden geweigerd in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, met dien verstande dat voor de toepassing van artikel 3 van die wet in deze wet onder betrokkene mede wordt verstaan degene die op grond van feiten en omstandigheden redelijkerwijs met een aanvrager van de bouwvergunning gelijk kan worden gesteld.

B

Artikel 59 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt onder vervanging van «, of» aan het slot van onderdeel d door een puntkomma en de punt aan het slot van onderdeel e door «, of», een onderdeel toegevoegd, luidende:

f. in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, met dien verstande dat voor de toepassing van artikel 3 van die wet in deze wet onder betrokkene mede wordt verstaan degene die op grond van feiten en omstandigheden redelijkerwijs met een vergunninghouder gelijk kan worden gesteld.

2. Na het derde lid wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Voordat toepassing wordt gegeven aan onderdeel f van het eerste lid kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, om een advies als bedoeld in artikel 9 van die wet worden gevraagd.

ARTIKEL IV

In het derde lid van artikel 13a van de Wet politieregisters4 wordt «15, eerste lid, onder b en c» vervangen door: 15, eerste lid, onder b, c en d.

ARTIKEL V

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 10 juni 2004

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de dertiende juli 2004

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Stb. 2002, 347, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 juni 2004, Stb. 315.

XNoot
2

Stb. 1996, 181, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 november 2003, Stb. 516.

XNoot
3

Stb. 2002, 590, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 22 oktober 2003, Stb. 449.

XNoot
4

Stb. 1990, 414, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 13 mei 2004, Stb. 215.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in deStaten-Generaal:

Kamerstukken II 2003/2004, 29 243.

Handelingen II 2003/2004, blz. 4743.

Kamerstukken I 2003/2004, 29 243 (A, B).

Handelingen I 2003/2004, blz. 1660.

Naar boven