Besluit van 16 juni 2004 tot wijziging van het Besluit
bezoldiging en tegemoetkoming in kosten leden dagelijks bestuur waterschap
in verband met aanpassing van de tijdbestedingnorm en toekenning eindejaarsuitkering
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van
14 april 2004, nr. HDJZ/WAT/2004-808, Hoofddirectie Juridische Zaken;
Gelet op artikel 44 van de Waterschapswet;
De Raad van State gehoord (advies van 13 mei 2004, nr. W09.04.0157/V);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat
van 9 juni 2004, nr. HDJZ/WAT/2004/1267, Hoofddirectie Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit bezoldiging en tegemoetkoming in kosten leden dagelijks bestuur
waterschap1 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. Het algemeen bestuur kan deze norm, indien de daadwerkelijke tijdsbesteding
van het lid van het dagelijks bestuur hoger ligt dan het in het eerste lid
bedoelde percentage, verhogen tot ten hoogste 40% en indien het de plaatsvervangend-voorzitter
betreft tot ten hoogste 45%.
2. Het derde lid vervalt.
3. Het vierde lid vervalt.
4. Het vijfde lid wordt vernummerd tot het derde lid.
B
In artikel 4 wordt de zinsnede «heeft aanspraak op een vakantie-uitkering»
vervangen door: heeft aanspraak op een vakantie-uitkering en een eindejaarsuitkering.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1
januari 2003.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota
van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnoot's-Gravenhage, 16 juni 2004
Beatrix
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus
Uitgegeven de achtste juli 2004
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner
NOTA VAN TOELICHTING
Het onderhavige besluit wijzigt het Besluit bezoldiging en tegemoetkoming
in kosten leden dagelijks bestuur waterschap (hierna: DB-besluit) op het gebied
van de bezoldiging van de leden van het dagelijks bestuur van het waterschap.
De bezoldiging van een lid van het dagelijks bestuur bedraagt op basis van
het gewijzigde DB-besluit ten minste 20% van het maximum van de salarisschaal
die op grond van het Rechtspositiebesluit voorzitters waterschappen geldt
voor de voorzitter, en ten hoogste 40% onderscheidenlijk 45% van dat bedrag
indien het de plaatsvervangend voorzitter betreft. Een bezoldiging hoger dan
het minimumbedrag vereist een besluit van het algemeen bestuur van het waterschap.
Het algemeen bestuur kan hiertoe besluiten indien de daadwerkelijke tijdsbesteding
van het betrokken lid van het dagelijks bestuur hiertoe aanleiding geeft.
Het algemeen bestuur kan daarbij elk percentage van meer dan 20 en van niet
meer dan 40 onderscheidenlijk 45 vaststellen, hetgeen zo nodig per individueel
lid van het dagelijks bestuur verschillend kan worden bepaald.
Het systeem biedt daarmee ruimere mogelijkheden dan voor de inwerkingtreding
van het onderhavige wijzigingsbesluit het geval was. De gewijzigde percentages
zijn gebaseerd op het tijdsbestedingsonderzoek van juli 2003 dat door Bestuur
& Management Consultants, in opdracht van het Ministerie van Verkeer en
Waterstaat en van de Unie van Waterschappen is uitgevoerd. Op basis van het
bovenbedoeld tijdsbestedingsonderzoek kan geconcludeerd worden dat ieder ondervraagd
dagelijks bestuurslid ten minste 10 uur per week aan zijn werkzaamheden voor
het waterschap besteedt. De voor de inwerkingtreding van het onderhavige wijzigingsbesluit
bestaande mogelijkheid om de beloning van een lid van het dagelijkse bestuur
op 15% van het maximum van de salarisschaal van de voorzitter vast te stellen,
is derhalve geschrapt. Op basis van het bovenbedoeld tijdsbestedingsonderzoek
kan tevens geconcludeerd worden dat een relatief groot aantal dagelijkse bestuursleden
ten minste 16 uur per week aan zijn werkzaamheden ten behoeve van het betrokken
waterschap besteedt. De maximumpercentages van 25 en 30 worden om deze reden
in het DB-besluit vervangen door 40 onderscheidenlijk 45.
Ingevolge het gewijzigd artikel 4 van het DB-besluit hebben de leden van
het dagelijks bestuur van het waterschap ook aanspraak op een eindejaarsuitkering
overeenkomstig de regels die voor het personeel in de sector rijk gelden.
Op basis van artikel II werkt het onderhavige wijzigingsbesluit terug
tot en met 1 januari 2003. De terugwerkende kracht vloeit voort uit toezeggingen
die in het arbeidsvoorwaardenoverleg tussen de dagelijkse bestuursleden van
de waterschappen en de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat zijn gedaan.
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus
XHistnoot
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond
van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad
van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.