Wet van 10 juni 2004 tot wijziging van de Wet Fonds economische structuurversterking

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de ontvangsten in verband met de door de Staat gehouden certificaten van aandelen Energie Beheer Nederland B.V. niet te rekenen tot de aardgasbaten die de basis vormen voor de voeding van het Fonds economische structuurversterking;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 2 van de Wet Fonds economische structuurversterking1 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid, onder b, wordt «het tweede lid» vervangen door: het derde lid.

2. Onder vernummering van het tweede tot en met het zesde lid tot het derde tot en met het zevende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Onder ontvangsten als bedoeld in het eerste lid, onder a, worden niet verstaan de ontvangsten van Energie Beheer Nederland B.V., meerjarige stand Miljoenennota 2002, voortkomend uit de verwerving van de certificaten Energie Beheer Nederland B.V.

3. In het nieuwe vierde lid wordt «het tweede lid» vervangen door: het derde lid.

4. In het nieuwe zesde lid wordt «het tweede lid, onder b,» vervangen door: het derde lid, onder b,.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 10 juni 2004

Beatrix

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

C. E. G. van Gennip

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Uitgegeven de achtste juli 2004

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Stb. 1996, 51, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 13 juli 2002, Stb. 413.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 2003–2004, 29 405.

Handelingen II 2003–2004, blz. 4743.

Kamerstukken I 2003–2004, 29 405 (A).

Handelingen I 2003–2004, blz. 1660.

Naar boven