Besluit van 3 juni 2004, houdende wijziging van het Besluit voorkoming verontreiniging door vuilnis van schepen in verband met wijziging van Bijlage V van het Internationaal verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van 5 april 2004, nr. HDJZ/SCH/2004-704, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Gelet op resolutie MEPC.89(45) van 5 oktober 2000 van de Mariene Milieucommissie van de Internationale Maritieme Organisatie (Trb. 2003, 116) en op artikel 5 van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen;

De Raad van State gehoord (advies van 13 mei 2004, nr. W09.04.0147/V);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van 27 mei 2004, nr. HDJZ/SCH/2004-1200, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit voorkoming verontreiniging door vuilnis van schepen1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel b, komt te luiden:

b. van het dichtstbijzijnde land: van de basislijn van waaruit de territoriale zee van het betrokken gebied wordt bepaald overeenkomstig het internationale recht, behoudens dat voor de toepassing van dit besluit «van het dichtstbijzijnde land» onder de noordoostkust van Australië betekent: van een lijn getrokken van een punt op de kust van Australië gelegen op 11°00' zuiderbreedte en 142°08' oosterlengte,

naar een punt op 10°35' zuiderbreedte en 141°55' oosterlengte,

vandaar naar een punt op 10°00' zuiderbreedte en 142°00' oosterlengte,

vandaar naar een punt op 9°10' zuiderbreedte en 143°52' oosterlengte,

vandaar naar een punt op 9°00' zuiderbreedte en 144°30' oosterlengte,

vandaar naar een punt op 10°41' zuiderbreedte en 145°00' oosterlengte,

vandaar naar een punt op 13°00' zuiderbreedte en 145°00' oosterlengte,

vandaar naar een punt op 15°00' zuiderbreedte en 146°00' oosterlengte,

vandaar naar een punt op 17°30' zuiderbreedte en 147°00' oosterlengte,

vandaar naar een punt op 21°00' zuiderbreedte en 152°55' oosterlengte,

vandaar naar een punt op 24°30' zuiderbreedte en 154°00' oosterlengte,

vandaar naar een punt op de kust van Australië op 24°42' zuiderbreedte en 153°15' oosterlengte;.

B

In artikel 3, tweede lid, onderdeel a, wordt «en plastic vuilniszakken» vervangen door: , plastic vuilniszakken en van verbrandingsovens afkomstige as van kunststofproducten die giftige residuen of residuen van zware metalen kan bevatten,.

C

Artikel 5, derde lid, onderdeel a, onderdeel 2°, komt te luiden:

2°. alle overig vuilnis, waaronder in elk geval worden begrepen producten van papier, lompen, glas, metaal, flessen, aardewerk, stuwhout, bekledings- en verpakkingsmateriaal en in de bijzondere gebieden, genoemd in het tweede lid, onderdelen a tot en met f en h, van verbrandingsovens afkomstige as van kunststofproducten die giftige residuen of residuen van zware metalen kan bevatten, en in het Antarctisch gebied alle as van verbrandingsovens.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 3 juni 2004

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel

Uitgegeven de zesde juli 2004

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Op 5 oktober 2000 heeft de Mariene Milieucommissie van de Internationale Maritieme Organisatie bij resolutie MEPC.89(45) (Trb. 2003, 116) enkele wijzigingen aangenomen van Bijlage V van het op 2 november 1973 te Londen tot stand gekomen Internationaal verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, met Protocollen en Bijlagen met Aanhangsels (Trb. 1975, 147) en met het op 17 februari 1978 te Londen tot stand gekomen Protocol bij dat Verdrag met Bijlage en Aanhangsels (Trb. 1978, 188) (hierna: het MARPOL-verdrag).

Het MARPOL-verdrag is uitgevoerd in de Wet voorkoming verontreiniging door schepen (hierna: Wvvs), met bijbehorende algemene maatregelen van bestuur, waarvan het Besluit voorkoming verontreiniging door vuilnis van schepen (hierna: Vuilnisbesluit) de uitvoering vormt van Bijlage V van het MARPOL-verdrag. Het Vuilnisbesluit beoogt verontreiniging van de zee ten gevolge van het lozen van huishoudelijk afval en ander afval afkomstig uit de dagelijkse bedrijfsvoering aan boord te voorkomen dan wel zoveel mogelijk te beperken.

De wijzigingen van Bijlage V in resolutie MEPC.89(45) die implementatie behoeven, betreffen een wijziging van de definitie van het dichtstbijzijnde land onder de noordoostkust van Australië en van de stoffen waarvoor het lozen in zee is verboden. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het artikelsgewijze gedeelte.

De wijzigingen in voorschrift 9 van Bijlage V, alsmede de vervanging van het huidige vuilnisjournaal in het Aanhangsel bij Bijlage V behoeven geen implementatie.

Voorschrift 9 bepaalt dat informatieborden en aantekeningen in het vuilnisjournaal in het Engels of Frans dienen te worden geschreven. Resolutie MEPC.89(45) voegt hieraan toe dat er ook voor de Spaanse taal gekozen mag worden. Deze toevoeging heeft niet geleid tot een aanpassing van het Vuilnisbesluit, nu hierin reeds is gekozen voor de Engelse taal, zoals blijkt uit de artikelen 8a en 8c, derde lid.

De vervanging van het huidige vuilnisjournaal in het Aanhangsel bij Bijlage V behoeft geen implementatie, omdat in artikel 8c, tweede lid, van het Vuilnisbesluit dynamisch wordt verwezen naar het model van het vuilnisjournaal als aangegeven in het Aanhangsel van Bijlage V van het MARPOL-verdrag.

Het onderhavige besluit heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven. Op grond van het in 2001 door Cap Gemini Ernst & Young verrichte onderzoek naar de uit de bestaande wet- en regelgeving voortvloeiende administratieve lasten, zal het totaal van de administratieve lasten voortvloeiende uit het Vuilnisbesluit derhalve ongeveer € 3 017 127 blijven bedragen.

Het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) heeft medegedeeld, dat het onderhavige besluit niet geselecteerd zal worden voor een zogenaamde Actaltoets.

In verband met artikel 39 van de Wvvs geschiedt de voordracht voor dit besluit mede namens de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

A

Dit onderdeel betreft een aanpassing van de definitie van het dichtstbijzijnde land onder de noordoostkust van Australië, zoals opgenomen in het gewijzigde tweede lid van Voorschrift 1 van Bijlage V van het MARPOL-verdrag. Het vaststellen van het dichtstbijzijnde land is relevant in verband met het feit dat het verboden is om vuilnis te lozen binnen een bepaalde afstand van het dichtstbijzijnde land en het lozen in zee van vuilnis zo ver mogelijk van het dichtstbijzijnde land dient te geschieden. Het zeegebied dat valt binnen de nieuwe coördinaten is uitgebreid en wordt aldus beter beschermd.

De definitie van dichtstbijzijnde land onder de noordoostkust van Australië zal voor de Bijlagen I en II van het MARPOL-verdrag nog door de MEPC worden vastgesteld, zodat de coördinaten genoemd in de Bijlagen I en II gelijk zullen worden aan die in Bijlage V.

B

Artikel 3, tweede lid, onderdeel a, wordt aangepast ter uitvoering van het gewijzigde eerste lid, onderdeel a, van Voorschrift 3 van Bijlage V. Deze aanpassing houdt in dat het naast het verbod op het lozen van alle kunststoffen, waaronder nu in ieder geval worden begrepen trossen en visnetten van kunststof en plastic vuilniszakken, ook verboden is om van verbrandingsovens afkomstige as van kunststofproducten die giftige residuen of residuen van zware metalen kan bevatten, te lozen buiten een bijzonder gebied.

C

Ter uitvoering van het gewijzigde tweede lid, onderdeel a, onder i, van Voorschrift 5 van Bijlage V wordt artikel 5, derde lid, van het Vuilnisbesluit aangepast.

Artikel 5, derde lid, onderdeel a, onderdeel 2°, wordt aangepast in verband met het verbod om van verbrandingsovens afkomstige as van kunststofproducten die giftige residuen of residuen van zware metalen kan bevatten, te lozen binnen een bijzonder gebied, zoals omschreven in het tweede lid van artikel 5 van het Vuilnisbesluit.

Voorts wordt gepreciseerd dat het in het Antarctisch gebied verboden is om alle as van verbrandingsovens te lozen. Dit volgt uit artikel 5, tweede lid, van Bijlage IV van het op 4 oktober te Madrid tot stand gekomen Protocol betreffende de milieubescherming bij het Verdrag inzake Antarctica (Trb. 1992, 110), waarin is bepaald dat het verboden is voor schepen die zich in het Antarctisch gebied bevinden om alle kunststoffen en alle andere vuilnis, waaronder verbrandingsas, in zee te lozen.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs


XNoot
1

Stb. 1988, 636, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 24 december 2002, Stb. 2003, 38.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven