Besluit van 10 juni 2004, houdende wijziging van
het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten in verband met de aanprijzing van
volledige zuigelingenvoeding
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
van 16 maart 2004, VGB/VL 2463382, gedaan in overeenstemming met Onze Minister
van Justitie;
Gelet op artikel 32b, eerste lid, van de Warenwet;
De Raad van State gehoord (advies van 16 april 2004, no. W13.04.0120/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport van 3 juni 2004, VGB/VL 2486730, uitgebracht in overeenstemming met
Onze Minister van Justitie;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
De tabel Omschrijving van de overtreding en
bijbehorend boetebedrag per categorie van de bijlage van het Warenwetbesluit
bestuurlijke boeten1 wordt als volgt gewijzigd:
a. Voor de omschrijvingen D-26.7.1 tot en met D-26.7.5 komen de bijbehorende
boetebedragen in de categorieën I en II steeds te luiden: € 900,–
en € 1800,–.
b. Voor omschrijving D-43.17.2 komen de bijbehorende boetebedragen in de
categorieën I en II te luiden: € 450,– onderscheidenlijk €
900,–.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde
kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt
geplaatst.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota
van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnoot's-Gravenhage, 10 juni 2004
Beatrix
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
J. F. Hoogervorst
Uitgegeven de negenentwintigste juni 2004
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner
NOTA VAN TOELICHTING
Bij artikel I, onder a, van dit besluit wordt de bestuurlijke boete verhoogd
die kan worden opgelegd bij overtreding van enkele voorschriften inzake de
aanprijzing van volledige zuigelingenvoeding.
Artikel 13 van de Warenwetregeling Zuigelingenvoeding geeft beperkende
voorschriften inzake het aanprijzen van de rechtstreekse verkoop van volledige
zuigelingenvoeding aan de consument. Artikel 14 van die regeling beperkt het
schenken van materiaal en apparatuur door fabrikanten of groothandelaren van
volledige zuigelingenvoeding. Artikel 2, vijfde lid, van het Warenwetbesluit
Producten voor bijzondere voeding verbiedt handelen in strijd met deze bepalingen.
Overtreding van deze voorschriften wordt door de Voedsel en Waren Autoriteit/Keuringsdienst
van Waren beboet met een bestuurlijke boete. De op te leggen boete bedraagt €
450,– voor de kleinere bedrijven (vijftig of minder werknemers), en €
900,– voor de grotere bedrijven (meer dan vijftig werknemers).
Vanaf de invoering van het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten (1 februari
2001) tot 1 augustus 2003 zijn ter zake aan een zeer beperkt aantal bedrijven
43 bestuurlijke boeten opgelegd en betaald. Tegen deze boeten zijn geen bezwaarschriften
ingediend. Voorts waren op 1 augustus 2003 nog negen andere boeterapporten
opgesteld en in behandeling.
Het hoogste totaalbedrag dat door één bedrijf is betaald
bedraagt afgerond € 18 500 voor in totaal 13 overtredingen.
Uit deze gegevens valt af te leiden dat de boete die ten hoogste kan worden
opgelegd, onvoldoende afschrikwekkende werking heeft. Relatief veel overtreders
betalen de opgelegde boete, maar blijven vervolgens in strijd met deze voorschriften
handelen.
Gezien het kennelijke gebrek aan preventieve werking van de bestuurlijke
boete die in de hier bedoelde gevallen kan worden opgelegd, is besloten de
hoogte van de ter zake op te leggen bestuurlijke boete te verdubbelen naar €
900,– voor kleinere bedrijven en € 1800,– voor grotere bedrijven.
De financiële consequenties van de overtredingen worden daarmee aanzienlijk
groter, hetgeen de naleving van deze regelgeving zal bevorderen.
Per 1 januari 2007 zal worden geëvalueerd in hoeverre deze verdubbeling
ertoe heeft geleid dat het aantal bedrijven dat een opgelegde boete betaalt
maar vervolgens in overtreding blijft, is afgenomen. Aan de hand van deze
evaluatie zal worden bezien of verdere verhoging van de op te leggen bestuurlijke
boete noodzakelijk is.
Bij artikel I, onder b, van dit besluit, is voorts van de gelegenheid
gebruik gemaakt alsnog de bij omschrijving D-43.17.2 behorende boetebedragen
vast te stellen. Bij het wijzigingsbesluit van 25 november 2003, Stb. 513,
was dat per abuis nagelaten.
Dit besluit leidt niet tot administratieve lasten voor het bedrijfsleven.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
J. F. Hoogervorst
XNoot
1Stb. 2000, Stb. 527, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 25 november
2003, Stb. 513.
XHistnoot
Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging
bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden
opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 13 juli 2004, nr. 131.