Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatsblad 2004, 254 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatsblad 2004, 254 | AMvB |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van 1 april 2004, nr. EA2004/60035, directoraat-generaal voor Openbare Orde en Veiligheid;
Gelet op artikel 21, van de Wet op het LSOP en het politieonderwijs;
De Raad van State gehoord (advies van 22 april 2004, nr. W04.04.0156/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van 10 mei 2004, nr. EA2004/63883, directoraat-generaal voor Openbare Orde en Veiligheid;
Hebben goedgevonden en verstaan:
In dit besluit wordt verstaan onder de raad: de politieonderwijsraad, bedoeld in artikel 19 van de Wet op het LSOP en het politieonderwijs.
1. De raad wordt bijgestaan door een secretaris, die de leiding heeft over het bureau van de raad.
2. Het bureau van de raad is ondergebracht bij de stichting Nederlands Politie Instituut.
3. De secretaris en de overige leden van het bureau zijn geen lid van de raad.
4. De secretaris is voor de uitoefening van zijn taak uitsluitend verantwoording schuldig aan de raad.
1. De raad kan, ter voorbereiding van een advies, een of meer ad hoc-werkgroepen instellen. Een werkgroep adviseert uitsluitend aan de raad.
2. Aan de werkzaamheden van een werkgroep als bedoeld in het eerste lid, kunnen deskundigen deelnemen die geen lid zijn van de raad.
3. De raad benoemt een van zijn leden tot voorzitter van een werkgroep als bedoeld in het eerste lid.
1. De raad beraadslaagt en besluit in vergadering over de uit te brengen adviezen.
2. Over de uit te brengen adviezen wordt niet besloten dan in aanwezigheid van tenminste de helft van de leden.
3. De adviezen worden uitgebracht overeenkomstig het gevoelen van de meerderheid van de ter vergadering aanwezige leden, waarbij elk lid één stem heeft.
4. Indien het nodig is over het besluit tot vaststelling van het advies bij wijze van stemming te beslissen, wordt dat besluit bij meerderheid van stemmen opgemaakt.
5. Indien de stemmen staken, wordt de besluitvorming aangehouden tot de volgende vergadering, tenzij de advisering niet uitgesteld kan worden of de vergadering voltallig is. In deze gevallen beslist de stem van de voorzitter. Van die omstandigheid wordt in het advies melding gemaakt.
6. Een lid dat ter vergadering een standpunt heeft ingebracht dat afwijkt van het gevoelen van de meerderheid, kan over dat standpunt een afzonderlijke nota bij het advies voegen.
De raad is bevoegd tot het horen van deskundigen, maatschappelijke organisaties en andere belanghebbenden teneinde informatie te verkrijgen die noodzakelijk is voor de taakuitvoering.
1. De raad verricht zijn werkzaamheden binnen het kader van de middelen die hem jaarlijks door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ter beschikking worden gesteld.
2. De raad legt jaarlijks voor 1 oktober de begroting voor het komende kalenderjaar aan Onze Minister voor.
3. De begroting behoeft de goedkeuring van Onze Minister.
4. De verantwoording vindt plaats in de jaarrekening van de stichting Nederlands Politie Instituut, waarbij niet bestede middelen van het verslagjaar als openstaande rijksbijdragen zichtbaar in de jaarrekening verwerkt worden.
1. Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de raad geschiedt door het secretariaat, bedoeld in artikel 2, op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
2. De bescheiden worden bij opheffing van de raad overgedragen aan Onze Minister.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnootDe Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. W. Remkes
Uitgegeven de zeventiende juni 2004
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner
Ingevolge artikel 19 van de Wet op het LSOP en het politieonderwijs (Stb. 2003, 52) is de politieonderwijsraad ingesteld. Deze raad heeft tot taak om de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie desgevraagd of uit eigen beweging schriftelijk te adviseren over het op middellange en lange termijn te voeren beleid inzake het politieonderwijs.
Het onderhavige besluit geeft regels ten aanzien van de werkwijze, de organisatie en de bekostiging van de raad.
De raad is geen permanent adviesorgaan in de zin van de Kaderwet adviescolleges, maar heeft een sui generis karakter. Reden hiervoor is dat de raad niet tot taak heeft de regering te adviseren over algemeen verbindende voorschriften of te voeren beleid van het Rijk. Vergelijkbaar aan de landelijke organen in het reguliere beroepsonderwijs, oordeelt de raad over de uitvoering in zaken van bestuur van het Rijk. Wel is in het onderhavige besluit waar mogelijk aangesloten bij de bepalingen van de Kaderwet adviescolleges.
De vergoedingen welke aan de leden van de raad worden toegekend komen ten laste van het bestaande budget van de politieonderwijsraad. Dit budget wordt gevoed door een jaarlijkse bijdrage van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
De secretaris en de overige leden van het bureau maken geen deel uit van de raad, en zijn in dienst van de stichting Nederlands Politie Instituut.
In het door de raad zelf op te stellen reglement van orde worden onderwerpen als bijvoorbeeld de vergaderfrequentie, de vormgeving van de secretariaatsfunctie en een communicatieprotocol vastgelegd.
De raad wordt via een lump sum bekostigd door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Alle bestedingen, waaronder mede begrepen de personele lasten, dienen binnen dit budget te worden verricht.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. W. Remkes
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2004-254.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.