Besluit van 13 mei 2004, houdende wijziging van het Arbeidstijdenbesluit vervoer (implementatie van richtlijn nr. 2000/79/EG)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 2 september 2003, nr. HDJZ/LUV/2003–1450, Hoofddirectie Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op richtlijn 2000/79/EG van de Raad van de Europese Unie van 27 november 2000 inzake de inwerkingstelling van de Europese Overeenkomst betreffende de organisatie van arbeidstijd van mobiel personeel in de burgerluchtvaart gesloten door de Association of European Airlines (AEA), de European Transport Workers'Association (EFT), de European Cockpit Association (ECA), de European Regions Airline Association (ERA) en de International Air Carrier Association (IACA) (PbEG L 302), alsmede op de artikelen 4:3, tweede en vierde lid, en 5:12, tweede lid, van de Arbeidstijdenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 13 november 2003, nr. W09.03 0367/V);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 29 april 2004, nr. HDJZ/LUV/2004–549, Hoofddirectie Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Arbeidstijdenbesluit vervoer1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4.1:2 wordt gewijzigd als volgt:

1. Onder verlettering van de onderdelen en c, d en e tot e, f en g, wordt een nieuw onderdeel d ingevoegd, luidende:

d. luchthavenreservetijd: een periode waarin een lid van het boordpersoneel niet voor een vlucht is ingedeeld, maar wel verplicht is op de luchthaven aanwezig te zijn voor het ontvangen van een opdracht tot het uitvoeren van enige verkeersvlucht.

2. Onder verlettering van onderdeel b tot c, wordt een nieuw onderdeel b ingevoegd, luidende:

b. werktijd: de som van de vliegwerktijd en de luchthavenreservetijd;.

B

In artikel 4.1:3, onderdeel a, wordt de zinsnede «zich op eigen kracht in beweging zet» vervangen door: zijn vliegtuigopstelplaats verlaat.

C

In de artikelen 4.4:1, eerste lid, en 4.4:2 wordt «cockpitpersoneel» telkens vervangen door: boordpersoneel.

D

Artikel 4.5:4 komt te luiden:

Maximale werktijd en maximum aantal vlieguren

Artikel 4.5:4

De werkgever organiseert de arbeid zodanig dat voor een werkend lid van het cockpitpersoneel:

a. de werktijd niet meer dan 2000 uur per jaar bedraagt en zo gelijk mogelijk over het kalenderjaar wordt verspreid, en

b. het aantal vlieguren in een aaneengesloten periode van 30 dagen maximaal 120, per kalenderkwartaal maximaal 320 en per kalenderjaar maximaal 900 bedraagt.

E

Na artikel 4.5:9 wordt een nieuw artikel ingevoegd luidende:

Dagen op de standplaats

Artikel 4.5:9a

De werkgever deelt de arbeid van een lid van het cockpitpersoneel zodanig in, dat een lid van het cockpitpersoneel, onverminderd zijn aanspraak op vakantiedagen maar met inbegrip van eventuele rusttijd, ten minste 7 dagen in elke kalendermaand en ten minste 96 dagen in elk kalenderjaar op de standplaats heeft, welke vrij zijn van vliegwerktijd en reservetijd. In afwijking van het bepaalde in artikel 4.1:4, onder c, wordt in dit artikel onder «dag» verstaan een periode van 00.00 uur tot 24.00 uur lokale tijd.

F

Het eerste lid van artikel 4.6:4 wordt gewijzigd als volgt:

1. De zinsnede «de artikelen 4.5:5 tot en met 4.5:10», wordt vervangen door: de artikelen 4.5:4 tot en met 4.5:10.

2. Aan het einde van de volzin wordt na «artikel 4.6:3» toegevoegd: , en dat ten aanzien van artikel 4.5.4, onderdeel b, alleen het maximum per kalenderjaar van toepassing is.

G

Artikel 4.8:5 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het opschrift komt te luiden:

Maximale werktijd en maximale vliegtijd.

2. Het zevende lid wordt vervangen door twee nieuwe leden luidend:

  • 7. De werktijd bedraagt niet meer dan 2000 uur per jaar en wordt zo gelijk mogelijk over het kalenderjaar verspreid.

  • 8. De werkgever organiseert de arbeid in overeenstemming met het eerste tot en met het zevende lid.

H

Artikel 4.8:7 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een tweede lid toegevoegd luidende:

  • 2. Artikel 4.5:9a is van overeenkomstige toepassing op het cockpitpersoneel van hefschroefvliegtuigen.

I

Artikel 8.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Na de zinsnede «4.5:9, vijfde lid,» wordt ingevoegd: 4.5:9a,.

2. De zinsnede «4.8:5, zevende lid», wordt vervangen door: 4.8:5, achtste lid.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 13 mei 2004

Beatrix

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Uitgegeven de tiende juni 2004

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

De wijziging van het Arbeidstijdenbesluit vervoer strekt tot uitvoering van richtlijn 2000/79/EG van de Raad van 27 november 2000 inzake de inwerkingstelling van de Europese Overeenkomst betreffende de organisatie van arbeidstijd van mobiel personeel in de burgerluchtvaart gesloten door de Association of European Airlines (AEA), de European Transport Workers' Association (EFT), de European Cockpit Association (ECA), de European Regions Airline Association (ERA) en de International Air Carrier Association (IACA) (Pb L302, verder: de richtlijn).

De richtlijn en de als bijlage aangehechte overeenkomst bevatten voorschriften inzake de organisatie van de arbeidstijd van mobiel personeel in de burgerluchtvaart. De richtlijn verstaat onder mobiel personeel in de luchtvaart, bemanningsleden aan boord van een burgerluchtvaartuig in dienst van een onderneming gevestigd in een lidstaat. De voorschriften zijn bedoeld de gezondheid en de veiligheid van het mobiel personeel in de luchtvaart te beschermen en daardoor ook de veiligheid te garanderen. Vanwege de hoge mate van integratie van en de concurrentiesituatie in de luchtvaartsector kunnen die doelstellingen volgens de Raad van de Europese Unie niet voldoende door de lidstaten zelf worden verwezenlijkt. Daarom is ervoor gekozen deze zaken in Europees verband te regelen.

De belangrijkste wijziging die de implementatie van de richtlijn bewerkstelligt, is de invoering van een maximale werktijd per jaar, zowel voor cockpit- als voor cabinepersoneel. De maximale werktijd is in de richtlijn bepaald op 2000 uren per jaar, waarvan maximaal 900 uren uit vlieguren (bloktijd) bestaat.

In het Arbeidstijdenbesluit vervoer was alleen voor het cockpitpersoneel een maximaal aantal vlieguren bepaald. Dat aantal bedroeg 1000 uur per jaar, 320 uur per kwartaal en 120 per aaneengesloten periode van 30 dagen. Vlieguren zijn vergelijkbaar met het begrip «bloktijd» in de richtlijn.

Overeenkomstig de richtlijn is in het huidige besluit een maximale werktijd van 2000 uur per jaar ingevoerd en is de maximale bloktijd van 900 uur per jaar vertaald in maximaal 900 vlieguren per kalenderjaar.

De tweede belangrijke wijziging die de implementatie van de richtlijn bewerkstelligt, is de invoering van dagen vrij van dienst en van stand by op de standplaats. Ook dit geldt zowel voor cockpit- als voor cabinepersoneel. In de transponeringstabel is aangegeven op welke wijze de richtlijn is geïmplementeerd.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Onderdeel A

De te implementeren clausule 8, onderdeel 2, van de overeenkomst luidt: De maximale werktijd per jaar, met inbegrip van een aantal elementen betreffende het stand-by zijn voor de dienst zoals vastgesteld in de van toepassing zijnde wetgeving, bedraagt 2000 uur, waarvan ten hoogste 900 uur bloktijd.

Het begrip «bloktijd» komt overeen met het begrip «vlieguren» in de Nederlandse wetgeving. Om het maximum aantal te werken uren per jaar te bepalen is het nodig om zowel de vliegwerktijd als de luchthavenreservetijd mee te rekenen. Om dit maximum te onderscheiden van de andere begrippen is het begrip «werktijd» geïntroduceerd. Het betreft de som van de vliegwerktijd en de luchthavenreservetijd.

Onderdeel B

De begripsomschrijving is aangepast aan de begripsomschrijving in clausule 2 van de overeenkomst. De vlieguren gaan in op het moment dat het luchtvaartuig zijn opstelplaats verlaat. Dit behoeft niet op eigen kracht te zijn, maar ook als het luchtvaartuig bijvoorbeeld door een ander voertuig voortbewogen wordt (pushback) naar de baan om op te stijgen, telt deze tijd mee in de berekening van de vlieguren.

Onderdeel C

Gezien het feit dat de richtlijn ook op cabinepersoneel van toepassing is, is het belangrijk om van hen de arbeidstijden te registreren. Door het vervangen van het begrip «cockpitpersoneel» in «boordpersoneel» is het registreren van arbeids- en rusttijden ook van toepassing op cabinepersoneel.

Onderdelen D, F en G

Met de wijziging van artikel 4.5:4 en artikel 4.8:5 wordt clausule 8 van de overeenkomst geïmplementeerd. In artikel 4.5:4 wordt de maximale werktijd per jaar bepaald. Het maximum aantal vlieguren per jaar is aangepast aan het maximum dat in de richtlijn genoemd wordt (onderdeel D).

Door wijziging van artikel 4.6:4 is dit ook op cabinepersoneel van toepassing, met uitzondering van de maxima per periode van 30 dagen en per kalenderkwartaal (onderdeel F).

Ook ten aanzien van cockpitpersoneel van hefschroefvliegtuigen wordt de maximale werktijd bepaald, namelijk door wijziging van artikel 4.8:5. De maximum vliegtijd per maand en per jaar voor cockpitpersoneel van hefschroefvliegtuigen komt al overeen met de richtlijn (onderdeel G).

Onderdelen E en H

In de overeenkomst staat in clausule 9, dat mobiel personeel in de burgerluchtvaart onverminderd vakantiedagen als bedoeld in clausule 3, lokale dagen vrij van dienst en stand-by krijgt, met inbegrip van eventuele wettelijke rustperioden.

Dit is in dit besluit vertaald in het rekening houden met dagen vrij van dienst die op de standplaats genoten kunnen worden (onderdeel E). De dagen op de standplaats zijn dagen die geen vakantie zijn, maar wel vrij zijn van opdrachten of reservetijd.

De begripsomschrijving «dag» in artikel 4.1:4 onderdeel c, spreekt ten aanzien van vleugelvliegtuigen echter over «Universal Time Coordinated». Deze tijdsrekening dient in het geval van dagen op de standplaats echter niet van toepassing te zijn. Vandaar dat voor artikel 4.5:9a apart de lokale tijd is bepaald. Door toevoeging van een tweede lid aan artikel 4.8:7 zijn de verplichte dagen vrij van dienst op de standplaats ook van toepassing op cockpitpersoneel van hefschroefvliegtuigen.

Onderdeel I

Door het toevoegen van een nieuw artikel 4.5:9a en het wijzigen van artikel 4.8:5 is het noodzakelijk ook de strafbaarstelling voor het niet naleven van deze artikelen te regelen. Dit geschiedt door de aanpassing van artikel 8.3. De overige wijzigingen worden, voor zover de niet naleving daarvan strafbaar is gesteld, reeds door artikel 8.3 gedekt.

Artikel II

De implementatiedatum van Richtlijn 2000/79/EG, namelijk 1 december 2003, is verstreken. De inwerkingtreding van het onderhavige besluit is bepaald op de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt gepubliceerd. Zodra de precieze inwerkingtredingsdatum van dit besluit bekend is, zal de Europese Commissie hiervan op de hoogte worden gesteld.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

TRANSPONERINGSTABEL

Clausule uit richtlijn 2000/79Wijze van implementatie
Clausule 1Behoeft geen implementatie
Clausule 2Wijziging van artikel 4.1:3, onderdeel a, in verband met bloktijd
Clausule 3betaald verlofBurgerlijk Wetboek
Clausule 4medische keuringArtikelen 18 en 44 van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 en artikel 4:9 van de Arbeidstijdenwet.
Clausule 5veiligheid en gezondheidArbeidsomstandighedenwet en de Arbeidstijdenwet.
Clausule 6aanpassing arbeid aan de mensArtikel 4:1 Arbeidstijdenwet en artikel 3 Arbeidsomstandighedenwet.
Clausule 7Informatie over roostersArtikelen 4:2 en 4:3 Arbeidstijdenwet
Clausule 8Maximale werktijdVerspreiding over het jaarArtikel 4.5:4 Arbeidstijdenbesluit vervoer
Clausule 9Dagen vrij van dienstArtikel 4.5.9a en artikel 4.2 Arbeidstijdenwet

XNoot
1

Stb. 1998, 645, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 17 juli 2003, Stb. 338.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 13 juli 2004, nr. 131.

Naar boven