Wet van 21 april 2004 tot wijziging van de Meststoffenwet, de Wet verplaatsing mestproductie en de Wet herstructurering varkenshouderij ter opschorting van de expiratiedatum van de stelsels van mestproductie-, pluimvee- en varkensrechten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is de werkingsduur van de stelsels van mestproductierechten, pluimveerechten en varkensrechten met ten hoogste twee jaar te verlengen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 74a van de Meststoffenwet1 komt te luiden:

Artikel 74a

  • 1. De titels 1 en 2 van hoofdstuk V vervallen met ingang van 1 januari 2007.

  • 2. Bij koninklijk besluit kan een eerder tijdstip worden bepaald waarop de in het eerste lid genoemde titels vervallen. Dit tijdstip is in ieder geval gelegen na 31 december 2004.

  • 3. De voordracht voor het koninklijk besluit wordt niet eerder gedaan dan nadat vier weken zijn verstreken nadat het voornemen daartoe aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal bekend is gemaakt.

ARTIKEL II

Artikel 22a van de Wet verplaatsing mestproductie2 komt te luiden:

Artikel 22a

  • 1. Deze wet vervalt met ingang van 1 januari 2007.

  • 2. Bij koninklijk besluit kan een eerder tijdstip worden bepaald waarop deze wet vervalt. Dit tijdstip is in ieder geval gelegen na 31 december 2004.

  • 3. De voordracht voor het koninklijk besluit wordt niet eerder gedaan dan nadat vier weken zijn verstreken nadat het voornemen daartoe aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal bekend is gemaakt.

ARTIKEL III

Artikel 43a van de Wet herstructurering varkenshouderij3 komt te luiden:

Artikel 43a

  • 1. Deze wet vervalt met ingang van 1 januari 2007.

  • 2. Bij koninklijk besluit kan een eerder tijdstip worden bepaald waarop deze wet vervalt. Dit tijdstip is in ieder geval gelegen na 31 december 2004.

  • 3. De voordracht voor het koninklijk besluit wordt niet eerder gedaan dan nadat vier weken zijn verstreken nadat het voornemen daartoe aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal bekend is gemaakt.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking met ingang van de derde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet is geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 21 april 2004

Beatrix

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

Uitgegeven de tiende juni 2004

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Stb. 1998, 100, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 10 december 2003, Stb. 542.

XNoot
2

Stb. 1993, 686, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 juni 2001, Stb. 312.

XNoot
3

Stb. 1998, 236, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 10 december 2003, Stb. 542.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 2002/2003, 2003/2004, 29 001.

Handelingen II 2003/2004, blz. 3379–3399; 3426.

Kamerstukken I 2003/2004, 29 001 (A).

Handelingen I 2003/2004, blz. 1175.

Naar boven