Wet van 21 april 2004 tot wijziging van de Meststoffenwet in verband met de evaluatie 2002

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in de Meststoffenwet de aanscherping van enkele verliesnormen van het stelsel van regulerende mineralenheffingen meer geleidelijk te doen plaatsvinden, een onvolkomenheid met betrekking tot de forfaits in dit stelsel en in het stelsel van mestafzetovereenkomsten weg te nemen en enkele wijzigingen ter vermindering van administratieve lasten voor het bedrijfsleven door te voeren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Meststoffenwet1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a komt als volgt te luiden:

a. Onze Minister: Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;.

2. In onderdeel ac wordt «ten minste 40 centimeter onder het maaiveld» vervangen door: ten minste 80 centimeter onder het maaiveld.

B

Artikel 19 komt als volgt te luiden:

Artikel 19

  • 1. Het toelaatbare verlies van meststoffen, bedoeld in artikel 16, onderdeel b, onder 3°, in 2002 en in 2003 is:

    a. per hectare van de gemiddeld in het desbetreffende kalenderjaar tothet bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond 25 kilogram fosfaat voor grasland en 30 kilogram fosfaat voor bouwland en braakland, onderscheidenlijk:

    – 220 kilogram stikstof voor niet op uitspoelingsgevoelige grond gelegen grasland,

    – 190 kilogram stikstof voor op uitspoelingsgevoelige grond gelegen grasland,

    – 150 kilogram stikstof voor op klei- en veengrond gelegen bouwland en braakland,

    – 100 kilogram stikstof voor op uitspoelingsgevoelige grond gelegen bouwland en braakland en

    – 110 kilogram stikstof voor het overige bouwland en braakland;

    b. per hectare van de gemiddeld in het desbetreffende kalenderjaar tot het bedrijf behorende oppervlakte natuurterrein 10 kilogram fosfaat, onderscheidenlijk 50 kilogram stikstof.

  • 2. Het toelaatbare verlies van meststoffen, bedoeld in artikel 16, onderdeel b, onder 3°, in 2004 is:

    a. per hectare van de gemiddeld in 2004 tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond 20 kilogram fosfaat voor grasland en 25 kilogram fosfaat voor bouwland en braakland, onderscheidenlijk:

    – 180 kilogram stikstof voor niet op uitspoelingsgevoelige grond gelegen grasland,

    – 160 kilogram stikstof voor op uitspoelingsgevoelige grond gelegen grasland,

    – 135 kilogram stikstof voor op klei- en veengrond gelegen bouwland en braakland,

    – 80 kilogram stikstof voor op uitspoelingsgevoelige grond gelegen bouwland en braakland en

    – 100 kilogram stikstof voor het overige bouw- en braakland;

    b. per hectare van de gemiddeld in 2004 tot het bedrijf behorende oppervlakte natuurterrein 10 kilogram fosfaat, onderscheidenlijk 50 kilogram stikstof.

  • 3. Het toelaatbare verlies van meststoffen, bedoeld in artikel 16, onderdeel b, onder 3°, in 2005 is:

    a. per hectare van de gemiddeld in 2005 tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond 20 kilogram fosfaat, onderscheidenlijk:

    – 180 kilogram stikstof voor niet op uitspoelingsgevoelige grond gelegen grasland,

    – 140 kilogram stikstof voor op uitspoelingsgevoelige grond gelegen grasland,

    – 125 kilogram stikstof voor op klei- en veengrond gelegen bouwland en braakland,

    – 80 kilogram stikstof voor op uitspoelingsgevoelige grond gelegen bouwland en braakland en

    – 100 kilogram stikstof voor het overige bouwland en braakland;

    b. per hectare van de gemiddeld in 2005 tot het bedrijf behorende oppervlakte natuurterrein 10 kilogram fosfaat, onderscheidenlijk 50 kilogram stikstof.

C

Artikel 26 komt als volgt te luiden:

Artikel 26

  • 1. Het toelaatbare mineralenverlies, bedoeld in artikel 24, onderdeel b, onder 2°, in 2002 en in 2003 is:

    a. per hectare van de gemiddeld in het desbetreffende kalenderjaar tothet bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond 25 kilogram fosfaat voor grasland en 30 kilogram fosfaat voor bouwland en braakland, onderscheidenlijk:

    – 220 kilogram stikstof voor niet op uitspoelingsgevoelige grond gelegen grasland,

    – 190 kilogram stikstof voor op uitspoelingsgevoelige grond gelegen grasland,

    – 150 kilogram stikstof voor op klei- en veengrond gelegen bouwland en braakland,

    – 100 kilogram stikstof voor op uitspoelingsgevoelige grond gelegen bouwland en braakland en

    – 110 kilogram stikstof voor het overige bouwland en braakland;

    b. per hectare van de gemiddeld in het desbetreffende kalenderjaar tot het bedrijf behorende oppervlakte natuurterrein 10 kilogram fosfaat, onderscheidenlijk 50 kilogram stikstof.

  • 2. Het toelaatbare mineralenverlies, bedoeld in artikel 24, onderdeel b, onder 2°, in 2004 is:

    a. per hectare van de gemiddeld in 2004 tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond 20 kilogram fosfaat voor grasland en 25 kilogram fosfaat voor bouwland en braakland, onderscheidenlijk:

    – 180 kilogram stikstof voor niet op uitspoelingsgevoelige grond gelegen grasland,

    – 160 kilogram stikstof voor op uitspoelingsgevoelige grond gelegen grasland,

    – 135 kilogram stikstof voor op klei- en veengrond gelegen bouwland en braakland,

    – 80 kilogram stikstof voor op uitspoelingsgevoelige grond gelegen bouwland en braakland en

    – 100 kilogram stikstof voor het overige bouwland en braakland;

    b. per hectare van de gemiddeld in 2004 tot het bedrijf behorende oppervlakte natuurterrein 10 kilogram fosfaat, onderscheidenlijk 50 kilogram stikstof.

  • 3. Het toelaatbare mineralenverlies, bedoeld in artikel 24, onderdeel b, onder 2°, in 2005 is:

    a. per hectare van de gemiddeld in 2005 tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond 20 kilogram fosfaat, onderscheidenlijk:

    – 180 kilogram stikstof voor niet op uitspoelingsgevoelige grond gelegen grasland,

    – 140 kilogram stikstof voor op uitspoelingsgevoelige grond gelegen grasland,

    – 125 kilogram stikstof voor op klei- en veengrond gelegen bouw- en braakland,

    – 80 kilogram stikstof voor op uitspoelingsgevoelige grond gelegen bouw- en braakland en

    – 100 kilogram stikstof voor het overige bouw- en braakland;

    b. per hectare van de gemiddeld in 2005 tot het bedrijf behorende oppervlakte natuurterrein 10 kilogram fosfaat, onderscheidenlijk 50 kilogram stikstof.

D

Aan artikel 42, vierde lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, het volgende onderdeel toegevoegd:

f. voor de toepassing van hoofdstuk III van de Invorderingswet 1990 zowel de door Onze Minister aangewezen functionaris als de ontvanger, bedoeld in het eerste lid, bevoegd is tot het gebruik van het sociaal-fiscaal nummer, bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel j, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

E

Artikel 42a vervalt.

F

Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «de voorgaande zes kalenderjaren» vervangen door: de voorgaande acht kalenderjaren.

2. Het volgende lid wordt toegevoegd:

  • 7. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld omtrent de gevallen waarin, de wijze waarop en de voorwaarden waaronder verrekening van het saldo van een bedrijf mogelijk is bij samenvoeging van het bedrijf met een ander bedrijf.

G

In artikel 45 wordt «de artikelen 16, onderdeel b, 24, onderdeel b, 31, 47, 48 en 49» vervangen door: de artikelen 16, onderdeel b, 24, onderdeel b, 31, 47, 48, 49 en 49a».

H

Artikel 46 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Bij ministeriële regeling kunnen voor de bepaling van het toelaatbare verlies van meststoffen, bedoeld in artikel 16, onderdeel b, onder 3°, en voor de bepaling van het toelaatbare mineralenverlies, bedoeld in artikel 24, onderdeel b, onder 2°, hoeveelheden fosfaat, onderscheidenlijk stikstof per hectare van de gemiddeld in het jaar tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond of natuurterrein worden vastgesteld die afwijken van de in de artikelen 19 en 26 genoemde hoeveelheden.

2. In het tweede lid wordt «de maatregel» vervangen door: de regeling.

I

Na artikel 49 wordt het volgende artikel ingevoegd:

Artikel 49a

  • 1. De hoeveelheid fosfaat, onderscheidenlijk stikstof waarover op grond van titel 2 van dit hoofdstuk heffing is verschuldigd, kan worden verminderd met de hoeveelheid fosfaat, onderscheidenlijk stikstof in gras dat in het desbetreffende kalenderjaar verloren is gegaan als gevolg van schade veroorzaakt door ganzen, eenden en zwanen, voorzover dit ten genoegen van Bureau Heffingen aannemelijk kan worden gemaakt en aan het bedrijf een tegemoetkoming in de schade is toegekend door of vanwege het Faunafonds te 's-Gravenhage.

  • 2. De hoeveelheid fosfaat, onderscheidenlijk stikstof, wordt berekend door het aantal kilogrammen gras dat verloren is gegaan te vermenigvuldigen met 0,3 gram fosfaat, onderscheidenlijk 3,0 gram stikstof.

J

In artikel 51, tweede lid, wordt «artikelen 17a, 18, 19, 25a, 26 en 46» vervangen door: artikelen 17a, 18 en 25a.

K

Artikel 63 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «de artikelen 1, onderdelen aa en ac, 6, 46» vervangen door: de artikelen 1, eerste lid, onderdelen aa en ac, 6.

2. In het tweede lid wordt «wensen en bezwaren» vervangen door: opmerkingen en bedenkingen.

L

In artikel 65 wordt «Een krachtens de artikelen 6, 46, eerste lid, 47, 48, 49, 50, 58, 58aq, tweede lid, en 80 vastgestelde algemene maatregel van bestuur» vervangen door: Een krachtens de artikelen 6, 47, 48, 49, 50, 58, 58aq, tweede lid, en 75 vastgestelde algemene maatregel van bestuur.

M

In artikel 67 wordt «behoudens titel 6» vervangen door: behoudens titel 5.

N

In bijlage E in de kolom «Omvang mestproductie per dier van de onderscheiden diercategorieën per jaar, uitgedrukt in kilogrammen stikstof in de jaren 2003 e.v.» wordt bij diercategorie 100 de waarde «107,4» vervangen door «104,1», wordt bij diercategorie 110 de waarde «4,8» vervangen door «4,4», wordt bij diercategorie 111 de waarde «11,8» vervangen door «9,9», wordt bij diercategorie 112 de waarde «9,3» vervangen door «7,9» en wordt bij diercategorie 125 de waarde «73,1» vervangen door: 30,4.

O

In de tabel van bijlage F worden de genoemde normen voor de omvang van de mestproductie per dier per jaar, uitgedrukt in kilogrammen stikstof en fosfaat van de diercategorieën 116 en 117 vervangen door de in onderstaande tabel genoemde normen:

Onderscheiden categorieën dieren binnen de diersoortenNummer diercategorieOmvang van de mestproductie per dier van de onderscheiden diercategorieën per jaar, uitgedrukt in kilogrammen:
Rosévleesproductie FosfaatStikstof
– van startkalf tot vleeskalf, van ca. 3 tot ca. 8 maanden (kalveren die zijn aangeleverd als startkalf van ca. 3 maanden en die verder worden afgemest tot vleeskalf van ca. 8 maanden)11611,131,9
– vleeskalf, van ca. 0 tot ca. 8 maanden (kalveren die worden gemest van ca. 0 tot ca. 8 maanden)117 8,725,5

ARTIKEL II

In de legenda op de als bijlage bij het Besluit zand- en lössgronden opgenomen kaarten wordt «; droge uitspoelingsgevoelige grond als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van het Besluit afwijkende verliesnormen 2002 (percelen uitspoelingsgevoelige grond met ten minste twee derde deel grondwatertrap 7 en 8)» vervangen door «(percelen zand- of lössgrond met ten minste twee derde deel grondwatertrap 7 en 8)» en wordt «uitspoelingsgevoelige grond als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel ac, van de Meststoffenwet; overige uitspoelingsgevoelige grond als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Besluit afwijkende verliesnormen 2002 (percelen uitspoelingsgevoelige grond met minder dan tweede derde deel grondwatertrap 7 en 8)» vervangen door: zand- of lössgrond met op perceelsniveau ten minste twee derde deel grondwatertrap 6, 7 en 8 maar minder dan twee derde deel grondwatertrap 7 en 8.

ARTIKEL III

  • 1. De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld en waarbij kan worden bepaald dat artikel I, onderdelen A, B, C en I, in werking treden met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2003.

  • 2. Artikel 1, onderdeel O, werkt terug tot en met 1 januari 2004.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 21 april 2004

Beatrix

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel

Uitgegeven de tiende juni 2004

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Stb. 1998, 100, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 10 december 2003, Stb. 542.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 2002/2003, 2003/2004, 28 971.

Handelingen II 2003/2004, blz. 3379–3399; 3426.

Kamerstukken I 2003/2004, 28 971 (A, B).

Handelingen I 2003/2004, blz. 1175.

Naar boven