Besluit van 24 mei 2004, houdende wijziging van de bijlage bij de Spoedwet wegverbreding

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 26 april 2004, nr. HDJZ/BIM/2004-1037, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Gelet op artikel 2, tweede lid, van de Spoedwet wegverbreding;

De Raad van State gehoord (advies van 13 mei 2004, nr. W09.04.0167/V);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 19 mei 2004, nr. HDJZ/BIM/2004-1206, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

De bijlage bij de Spoedwet wegverbreding1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Ten aanzien van wegnummer 2 wordt in de kolom «Aard van het project» na «inrichten vluchtstrook als spitsstrook» toegevoegd: en aanleg weefstroken.

B

Ten aanzien van wegnummer 4 komt in de kolom «Aard van het project» de zinsnede «en vernieuwing aansluitingen» te vervallen.

C

Ten aanzien van wegnummer 7 komt de kilometrering te luiden:

63,5 67,4 (noordbaan)

63,5 67,6 (zuidbaan).

D

Ten aanzien van wegnummer 8 komt de kilometrering te luiden:

67,4 70,9 (noordbaan)

67,6 71,2 (zuidbaan).

E

Ten aanzien van wegnummer 9 komt de kilometrering te luiden:

70,9 82,0 (noordbaan)

71,2 82,0 (zuidbaan).

F

Ten aanzien van wegnummer 15 wordt in de kolom «Aard van het project» na »inrichten vluchtstrook als spitsstrook» toegevoegd: en aanleg weefstroken.

G

Ten aanzien van wegnummer 16 wordt in de kolom «Aard van het project» na «inrichten vluchtstrook als spitsstrook» toegevoegd: en aanleg weefstroken.

H

Wegnummer 19 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de kolom «Aard van het project» wordt na «aanleg plusstrook» toegevoegd: en weefstroken en aanpassing knooppunt Hoevelaken.

2. In de kolom «Kilometrering» wordt na «46,5» toegevoegd: (A1).

I

Ten aanzien van wegnummer 28 wordt in de kolom «Kilometrering» de kilometeraanduiding «4,5» vervangen door: 3,7.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 24 mei 2004

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs

Uitgegeven de zevenentwintigste mei 2004

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Bij Besluit van 14 augustus 2003, houdende wijziging van de bijlage bij de Spoedwet wegverbreding (Stb. 2003, 334) is de bijlage op twee punten gewijzigd.

Inmiddels is bij de verdere uitwerking en voorbereiding van de wegaanpassingsbesluiten gebleken dat, vanwege voortschrijdend inzicht mede op grond van nader onderzoek naar onder meer de verkeerskundige effecten, de omschrijving van negen projecten van de bijlage aangepast dient te worden.

In artikel 2, tweede lid, van de Spoedwet wegverbreding is aangegeven dat de wijziging van de bijlage slechts betrekking kan hebben op de in de bijlage omschreven aard van het project, de wijziging van het aantal rijstroken en de kilometrering. De in artikel I genoemde wijzigingen hebben daarop betrekking.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdeel A

Wegnummer 2 heeft betrekking op de A9, knooppunt Raasdorp–knooppunt Badhoevedorp. In de bijlage was aangegeven dat de vluchtstrook zou worden ingericht als spitsstrook. Gebleken is dat het gewenst is om vanwege een veilige en overzichtelijke afwikkeling van het verkeer tevens weefstroken aan te leggen ter hoogte van de aansluiting Badhoevedorp.

Artikel I, onderdeel B

Wegnummer 4 heeft betrekking op de A12, Zoetermeer–Zevenhuizen. In de bijlage was aanvankelijk ook de vernieuwing van de aansluitingen onderdeel van de aard van het project. De werking van de plusstroken is immers afhankelijk van de vernieuwing van de aansluitingen. Gebleken is echter dat de gemeenten Zoetermeer en Zevenhuizen reeds zelfstandig een procedure tot wijziging van de bestemmingsplannen zijn begonnen. Gezien het vergevorderde stadium van die plannen ligt het voor de hand om de inhoud van het wegaanpassingsbesluit te beperken tot de aanleg van de plusstrook.

Artikel I, onderdelen C, D en E

Wegnummers 7, 8 en 9 hebben betrekking op de A12 respectievelijk de wegvakken Utrecht–Bunnik, Bunnik–Driebergen en Driebergen–Maarsbergen.

Het eindpunt van de extra rijstrook (aard van het project van wegnummer 7) en tevens het beginpunt van de extra rijstrook en plusstrook (aard van het project van wegnummer 8) is vanuit ontwerp- en verkeerstechnisch oogpunt gekoppeld aan de plaats van de toe- en afritten van de aansluiting Bunnik. Gebleken is echter dat op de noord- en de zuidbaan niet sprake is van dezelfde kilometeraanduiding.

Zo ook is de overgang van de extra rijstrook en plusstrook (aard van het project van wegnummer 8) naar de plusstrook (aard van het project van wegnummer 9) gekoppeld aan de toe- en afritten van de aansluiting Driebergen. Ook hier is sprake van een andere kilometeraanduiding op de noord- en de zuidbaan.

Om die reden zijn in de bijlage de juiste kilometeraanduidingen opgenomen, waarbij onderscheid is gemaakt tussen de noord- en de zuidbaan.

Artikel I, onderdelen F en G

Wegnummer 15 heeft betrekking op de A4, knooppunt Badhoevedorp-knooppunt Nieuwe Meer. Wegnummer 16 heeft betrekking op de A10 zuid, knooppunt Nieuwe Meer–knooppunt Amstel. Ten aanzien van beide wegvakken is gebleken dat alleen het inrichten van de vluchtstrook als spitsstrook onvoldoende zal bijdragen aan de oplossing van het fileprobleem. En zelfs ondoelmatig en verkeersonveilig is als niet tevens wordt voorzien in de aanleg van een aantal weefstroken. Op beide wegvakken komen kort na elkaar op- en afritten van opeenvolgende aansluitingen. De capaciteit van de wegvakken wordt belangrijk negatief beïnvloed als er voor de weggebruikers onvoldoende ruimte is om van rijstrook te wisselen. Om die reden is ten aanzien van beide wegnummers de aard van het project aangepast ten opzichte van de omschrijving die aanvankelijk was opgenomen in de bijlage.

Artikel I, onderdeel H

Wegnummer 19 heeft betrekking op de A28, Leusden Zuid–knooppunt Hoevelaken. Gebleken is dat het nodig is om binnen het wegvak enige weefstroken aan te leggen tussen een aantal op- en afritten en ook het knooppunt Hoevelaken enigszins aan te passen teneinde de plusstrook optimaal te laten functioneren. Zonder de aanpassing van het knooppunt Hoevelaken is de kans op stagnatie op de plusstrook en terugslag van verkeer tot ver op de A28 groot. Tevens is van de gelegenheid gebruik gemaakt om te verduidelijken dat de kilometeraanduiding 46,5 betrekking heeft op het knooppunt Hoevelaken (A1) en dat het project niet ten doel heeft om te komen tot een circa 30 kilometer lange plusstrook op de A28.

Artikel I, onderdeel I

Wegnummer 28 heeft betrekking op de A1, knooppunt Watergraafsmeer–knooppunt Diemen. Aanvankelijk was het einde van de bufferstrook op de noordelijke rijbaan voorzien bij km 4,5, halverwege de verbindingsboog tussen de A1 en de A10. Uit nader onderzoek is gebleken dat de bufferstroken van dit project alleen effectief zijn in combinatie met het plaatsen van een verkeerslicht waarmee de toestroom van het verkeer naar de hoofdrijbaan kan worden gedoseerd. Het is echter vanuit een oogpunt van verkeersveiligheid ongewenst om een dergelijk verkeerslicht in de bocht te plaatsen. Om die reden dient de bufferstrook, anders dan aanvankelijk in de bijlage was opgenomen, te eindigen bij km 3,7.

Artikel II

In artikel 2, derde lid, van de Spoedwet wegverbreding is bepaald dat een krachtens het tweede lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur niet eerder in werking treedt dan vier weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Artikel II bepaalt dat het besluit in werking treedt met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs


XNoot
1

Stb. 2003, 256, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 14 augustus 2003, Stb. 334.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven