Besluit van 6 mei 2004, houdende wijziging van het Besluit subsidie bewindvoerder schuldsanering (fasering voorschotverlening)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 25 maart 2004, Directie Wetgeving, nr. 5270318/04/6;

Gelet op artikel 48, onder c, en d van de Wet Justitie-subsidies;

De Raad van State gehoord (advies van 15 april 2004, no. W03.04.0140/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 27 april 2004, Directie Wetgeving, nr. 5282638/04/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit subsidie bewindvoerder schuldsanering1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel b, komt te luiden:

b. de Raad: de Raad voor Rechtsbijstand 's-Hertogenbosch.

B

Artikel 5, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. De Raad stelt nadere regels vast omtrent de fasering van de voorschotverlening bedoeld in het eerste lid.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 oktober 2003.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de bijbehorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 6 mei 2004

Beatrix

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de achttiende mei 2004

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

De honorering van een bewindvoerder in de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen bestaat uit twee componenten. Enerzijds is dat het uit de boedel te betalen maandelijkse salaris, anderzijds de subsidie die de Raad voor Rechtsbijstand 's-Hertogenbosch conform artikel 3 van het Besluit subsidie bewindvoerder schuldsanering uitkeert voor iedere afgewikkelde zaak.

Het Besluit subsidie bewindvoerder schuldsanering regelt de subsidieverstrekkingen die via de Raad voor Rechtsbijstand worden gedaan aan de bewindvoerder in het kader van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen. Het besluit bevat grotendeels bepalingen omtrent de relatie tussen de Raad voor Rechtsbijstand 's-Hertogenbosch en de bewindvoerder, aangezien de Raad bevoegd is om namens de Minister de bewindvoerdersubsidie te verstrekken.

In artikel 7, eerste lid, van voornoemd besluit is vastgelegd dat de bewindvoerder naast de wettelijke verplichtingen uit hoofde van zijn taakvervulling, ook alle verplichtingen die de Raad verbindt aan de subsidie dient na te leven. Uit artikel 3, eerste lid van voornoemd besluit volgt dat de Raad middels het stellen van beleidsregels met betrekking tot de bewindvoering, en vervolgens de toetsing van de naleving daarvan, ook de kwaliteit van de bewindvoering aanstuurt. Voor de toekomst zal de raad hieraan onder meer gestalte geven door middel van een systeem waarbij de kwaliteit integraal zal worden getoetst, en waar nodig zal worden bijgesteld middels het stellen van kwaliteitseisen.

Naar aanleiding van het advies van de Commissie «Monitoring bewindvoerdersubsidie WSNP» heb ik op 18 mei 2003 in een brief aan de betrokken veldorganisaties aangekondigd dat het renteverlies door voorfinanciering van de kant van de bewindvoerder zal worden beperkt. Dit wijzigingsbesluit strekt ertoe dat door middel van een betere bevoorschotting een betere balans tussen kosten en baten van de werkzaamheden van de bewindvoerder wordt bereikt. Aangezien de bevoorschotting thans is gebaseerd op een enkelvoudige particuliere zaak, is er met name bij zaken met dubbele boedels en bij ex-ondernemerszaken sprake van ongewenste rentederving.

Artikelgewijs

Artikel I

Ook voor de toekomst is een duidelijke centrale sturing en een bundeling van kennis te prefereren boven een gedecentraliseerde organisatie en subsidieverstrekking, ook vanuit het oogpunt van de integrale kwaliteitsbewaking. Het ingerichte landelijke bureau bij de Raad voor Rechtsbijstand 's-Hertogenbosch voorziet in die behoefte.

Op grond van het huidige artikel 5 heeft de voorschotbetaling een eenmalig karakter en wordt verrekend met de bewindvoerdersubsidie na beëindiging van de zaak. Besloten is tot een dusdanige aanpassing van dit artikel teneinde de Raad uitdrukkelijk de bevoegdheid toe te kennen zelf nadere regels vast te stellen omtrent de fasering van de voorschotuitbetaling. Bij de keuze voor een ander betalingsritme hanteert de Raad als uitgangspunt het kostenpatroon en de beperking van de financiële risico's voor de bewindvoerder.

Artikel II

Met mijn goedkeuring past de Raad met ingang van 1 oktober 2003 voornoemde nieuwe wijze van betaling reeds toe, daarbij vooruitlopend op dit besluit, hetgeen ertoe noodzaakt dat dit besluit met terugwerkende kracht in werking treedt.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Stb. 2001, 80, gewijzigd bij besluit van 14 september 2001, Stb. 415.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven