Wet van 4 maart 2004 tot wijziging van een aantal wetten op het terrein van Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid terzake van de arbeidsverhoudingen en arbeidsomstandigheden (Verzamelwet SZW-wetten AV- en Arboterrein)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is technische verbeteringen en enige andere wijzigingen, mede met het oog op deregulering en vermindering administratieve lasten, in wetgeving op het terrein van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ten aanzien van de arbeidsverhoudingen en arbeidsomstandigheden aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I ARBEIDSOMSTANDIGHEDENWET 1998

De Arbeidsomstandighedenwet 19981 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 12, eerste lid, tweede volzin, komt te luiden:

De werkgever voert vooraf overleg met de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging, of, bij het ontbreken daarvan met de belanghebbende werknemers over de uitvoering van het arbeidsomstandighedenbeleid.

B

De artikelen 13, 52 en 53 vervallen.

C

In artikel 27, vijfde lid, vervalt: 13,.

ARTIKEL II ARBEIDSTIJDENWET

De Arbeidstijdenwet2 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4:1, zevende lid, vervalt.

B

In artikel 5:2, eerste lid, wordt «zeer bijzondere omstandigheden, bedoeld in artikel 7:629, tweede en derde lid, van het Burgerlijk Wetboek» vervangen door: zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden, bedoeld in artikel 4:1, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg.

C

Artikel 5:11 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid, onderdeel a, wordt «in elke periode van 4 achtereenvolgende weken« vervangen door: in elke aaneengesloten periode van 28 maal 24 uren.

2. Aan het derde lid wordt toegevoegd: De in onderdeel a bedoelde periode vangt aan op het eerste tijdstip waarop de werknemer consignatie krijgt opgelegd.

3. In het zesde lid wordt «5:3, eerste lid» vervangen door: 5:3, tweede lid.

D

In artikel 6:2, eerste lid, wordt toegevoegd: en van werknemers, andere personen en diensten als bedoeld in artikel 14 van de Arbeidsomstandighedenwet 1998.

E

Artikel 8:2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid en tweede lid, eerste volzin, wordt «Een daartoe aangewezen ambtenaar als bedoeld in artikel 8:1» telkens vervangen door: Een toezichthouder.

2. In het tweede lid, eerste volzin, wordt na «arbeids- en rusttijden» ingevoegd: of de registratie.

F

In artikel 8:4 wordt «toezichthoudende ambtenaren» vervangen door: toezichthouders.

G

De artikelen 12:5, 12:10 en 12:13 vervallen.

ARTIKEL III WET OP DE BEDRIJFSORGANISATIE

De Wet op de bedrijfsorganisatie3 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4, zesde lid, wordt vervangen door:

  • 6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent de benoeming van de leden en hun plaatsvervangers.

B

In artikel 38, eerste lid, wordt «op de bij algemene maatregel van bestuur omschreven wijze en geeft hij gelegenheid daartegen schriftelijk bedenkingen aan hem in te zenden gedurende een mede bij algemene maatregel van bestuur te bepalen termijn» vervangen door: in het vanwege de Raad uitgegeven Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie en geeft hij gedurende vier weken gelegenheid daartegen schriftelijk bedenkingen aan te voeren.

C

Artikel 38, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste volzin wordt «op de wijze, bij algemene maatregel van bestuur te bepalen» vervangen door: in het vanwege de Raad uitgegeven Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

2. Na de tweede volzin wordt een nieuwe volzin ingevoegd, luidende:

Het besluit waarbij de goedkeuring is verleend wordt bij de bekendmaking vermeld.

3. In de nieuwe vierde volzin wordt «Zij treden» vervangen door: De verordeningen treden.

D

In artikel 100, eerste lid, wordt »op de bij algemene maatregel van bestuur omschreven wijze en geeft het gelegenheid daartegen schriftelijk bedenkingen aan hetzelve in te zenden gedurende een mede bij algemene maatregel van bestuur te bepalen termijn» vervangen door: in het vanwege de Raad uitgegeven Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie en geeft het gedurende vier weken gelegenheid daartegen schriftelijk bedenkingen aan te voeren.

E

Artikel 106, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste volzin wordt «op de wijze, bij algemene maatregel van bestuur te bepalen» vervangen door: in het vanwege de Raad uitgegeven Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

2. Na de tweede volzin wordt een nieuwe volzin ingevoegd, luidende:

Het besluit waarbij de goedkeuring is verleend wordt bij de bekendmaking vermeld.

3. In de nieuwe vierde volzin wordt «Zij treden» vervangen door: De verordeningen treden.

F

In artikel 111, eerste lid, wordt «op bij algemene maatregel van bestuur te bepalen wijze» vervangen door: in de Staatscourant.

ARTIKEL IV WET MELDING COLLECTIEF ONTSLAG

In artikel 3, eerste lid, tweede volzin, van de Wet melding collectief ontslag4 vervalt «in het betrokken werkgebied».

ARTIKEL V WET OP DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST

De Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst5 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, tweede lid, wordt «overeenkomsten tot het verrichten van enkele diensten» vervangen door: overeenkomsten van opdracht.

B

Artikel 14a, vierde lid, vervalt.

ARTIKEL VI WET OP HET ALGEMEEN VERBINDEND EN HET ONVERBINDEND VERKLAREN VAN BEPALINGEN VAN COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMSTEN

De Wet op het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten6 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, vierde lid, wordt «overeenkomsten tot het verrichten van enkele diensten» vervangen door: overeenkomsten van opdracht.

B

Artikel 2a, derde lid, vervalt.

ARTIKEL VII WET TOT WIJZIGING WARENWET (STB. 2001, 557)

In artikel II, vierde lid, onderdeel j, van de Wet van 1 november 2001, Stb. 557, tot wijziging van de Warenwet met het oog op de incorporatie van productveiligheidsvoorschriften uit de Wet op de gevaarlijke werktuigen, zulks onder intrekking van deze wet en de Stoomwet wordt «(Stcrt. 208)» vervangen door: (Stcrt. 243).

ARTIKEL VIII INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL IX CITEERTITEL

Deze wet wordt aangehaald als: Verzamelwet SZW-wetten AV- enArboterrein.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatsten dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulksaangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullenhouden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 4 maart 2004

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

M. Rutte

Uitgegeven de vijfentwintigste maart 2004

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Stb. 1999, 184, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 31 oktober 2002, Stb. 542.

XNoot
2

Stb. 1995, 598, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 14 maart 2003, Stb. 141.

XNoot
3

Stb. 1999, 358, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 29 januari 2004, Stb. 35.

XNoot
4

Stb. 1976, 223, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 29 november 2001, Stb. 625.

XNoot
5

Stb. 1927, 415, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 april 2002, Stb. 215.

XNoot
6

Stb. 1937, 801, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 2 december 1999, Stb. 554.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 2002/2003, 2003/2004,28 986.

Handelingen II 2003/2004, blz. 3237.

Kamerstukken I 2003/2004, 28 986 (A, B).

Handelingen I 2003/2004, zie vergadering d.d. 2 maart 2004.

Naar boven