Besluit van 10 december 2003, houdende wijziging
van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. in verband met leer-werktrajecten
in het v.m.b.o.
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van 15
oktober 2003, nr. WJZ/2003/48609 (3768), directie Wetgeving en Juridische
Zaken;
Gelet op artikel 29 van de Wet op het voortgezet onderwijs;
De Raad van State gehoord (advies van 17 november 2003, nr. W05.03.0438/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van 9
december 2003, nr. WJZ/2003/57240 (3768), directie Wetgeving en Juridische
Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I. WIJZIGING EINDEXAMENBESLUIT V.W.O.-H.A.V.O.-M.A.V.O.-V.B.O.
In het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o.1
worden de volgende wijzigingen aangebracht:
A
Aan artikel 23 wordt een lid toegevoegd, luidend:
3. Voor zover het betreft een leer-werktraject als bedoeld in artikel 10b1
van de wet, omvat het eindexamen voor de leerling die dat traject heeft gevolgd,
het vak Nederlandse taal en het beroepsgerichte programma dat onderdeel is
van het leerwerktraject. Bovendien kan de leerling eindexamen afleggen in
de andere vakken van de basisberoepsgerichte leerweg, bedoeld in artikel 10b
van de wet, waarvan het bevoegd gezag op grond van artikel 10b1, derde lid,
van de wet in voorkomend geval heeft beslist dat zij behoren tot het leer-werktraject
van de leerling.
B
In artikel 49 wordt na het tweede lid een lid 2a ingevoegd, luidend:
2a. In afwijking van het eerste en tweede lid, is de kandidaat die eindexamen
v.m.b.o. heeft gelegd ter afsluiting van een leerwerktraject als bedoeld in
artikel 10b1 van de wet, geslaagd indien hij zowel voor het vak Nederlandse
taal als voor het beroepsgerichte programma het eindcijfer 6 of hoger heeft
behaald. Indien de vakken waarin examen is afgelegd, tezamen een eindexamen
vormen van de basisberoepsgerichte leerweg, bedoeld in artikel 10b van de
wet, zijn het eerste lid, lid 1a en het tweede lid van overeenkomstige toepassing.
ARTIKEL II. INWERKINGTREDING
Dit besluit treedt in werking met ingang van een bij koninklijk besluit
te bepalen tijdstip. Laatstbedoeld besluit wordt niet genomen voordat vier
weken zijn verstreken nadat het onderhavige besluit is overgelegd aan beide
kamers der Staten-Generaal en gedurende die termijn niet door of namens een
van beide kamers de wens wordt te kennen gegeven dat het in die artikelen
geregelde onderwerp bij de wet wordt geregeld.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota
van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnoot's-Gravenhage, 10 december 2003
Beatrix
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. J. A. van der Hoeven
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C. P. Veerman
Uitgegeven de vijftiende januari 2004
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner
NOTA VAN TOELICHTING
1. Inhoud besluit
Dit besluit wijzigt het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o.
Het bevoegd gezag kan de basisberoepsgerichte leerweg (BBL) van het voorbereidend
middelbaar beroepsonderwijs (VMBO) mede inrichten als leer-werktraject (LWT).
De Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) schrijft in artikel 10b1 voor dat
een LWT in elk geval Nederlandse taal en een beroepsgericht programma omvat.
De WVO regelt dat het bevoegd gezag de verdere inrichting van het LWT vaststelt,
na overleg met de leerling/diens ouders. Extra vakken zijn mogelijk. Zie artikel
10b1, derde lid, van de WVO.
Dit betekent dat er geen grondslag is voor algemene LWT-inrichtingsvoorschriften
in het Inrichtingsbesluit W.V.O. Het bevoegd gezag is vrij om van de BBL-regels
van de WVO af te wijken en dus zeker ook van de BBL-regels in het (lagere)
Inrichtingsbesluit W.V.O. Daarom voorziet dit besluit niet in wijziging van
het Inrichtingsbesluit W.V.O.
Het eindexamen-LWT is een specifiek VMBO-eindexamen. Het omvat namelijk
de vakken waarvan de WVO in artikel 10b1, tweede lid, bepaalt dat in elk geval
deze behoren tot het LWT. De leerling mag in extra vakken van de BBL examen
afleggen, mits deze behoren tot het LWT-pakket van de leerling zoals vastgesteld
door het bevoegd gezag van de school.
Die extra vakken vormen formeel geen onderdeel van het eindexamen, en
worden dus ook niet bij de uitslag betrokken. De vakken kunnen wel worden
vermeld op de cijferlijst, op grond van artikel 52, derde lid, van het Eindexamenbesluit.
Legt een leerling in alle vakken van een bepaald BBL-programma eindexamen
af en is ook overigens voldaan aan de BBL-voorschriften (voor vakken waarin
geen eindexamen wordt afgelegd), dan geldt de BBL- uitslag-bepaling voor het
geheel van het eindexamen.
2. Financiële gevolgen
Aan dit besluit zijn geen financiële gevolgen verbonden.
3. Uitvoeringsgevolgen
De uitvoering van dit besluit levert geen problemen op.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. J. A. van der Hoeven
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C. P. Veerman
XNoot
1Stb. 1994, 624, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 27 mei 2003, Stb.
262.
XHistnoot
Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging
bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden
opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 10 februari 2004, nr.
27.