Besluit van 24 februari 2003, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 13 juli 2002 tot wijziging van de Opiumwet, Stb. 2002, 520

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 14 februari 2003, kenmerk GMT/G 2350503;

Gelet op artikel IV, tweede lid, van de Wet tot wijziging van de Opiumwet, Stb. 2002, 520;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De Wet van 13 juli 2002 tot wijziging van de Opiumwet, Stb. 2002, 520, treedt in werking met ingang van 17 maart 2003.

Artikel 2

Indien op 17 maart 2003 artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur nog niet in werking is getreden, treedt artikel I van de wet, bedoeld in artikel 1, voor zover betrekking hebbend op de artikelen 8c en 8e, eerste lid, onder b, en tweede lid, van de Opiumwet, in werking op het tijdstip waarop artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur in werking treedt.

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 24 februari 2003

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. J. de Geus

Uitgegeven de elfde maart 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Naar boven