Besluit van 24 februari 2003 tot wijziging van het Besluit bevordering innovatieve ontwikkelingen stedelijke vernieuwing (verlaging subsidieplafonds voor 2003 en 2004 en verlaging maximale bijdrage per groot project)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 14 november 2002, nr. MJZ2002093936, Centrale Directie Juridische Zaken, afdeling Wetgeving;

Gelet op artikel 19 van de Wet stedelijke vernieuwing;

De Raad van State gehoord (advies van 24 januari 2003, nr. W08.02.0519/V);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 6 februari 2003, nr. MJZ2003008864, Centrale Directie Juridische Zaken, afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit bevordering innovatieve ontwikkelingen stedelijke vernieuwing1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4, derde lid, wordt «€ 12 miljoen» vervangen door: € 5 miljoen.

B

In artikel 5, derde lid, wordt «€ 27 miljoen» vervangen door «€ 25,104 miljoen» en wordt «€ 25 miljoen» vervangen door: € 21,209 miljoen.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 24 februari 2003

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

H. G. J. Kamp

Uitgegeven de vierde maart 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

De bezuinigingen die nodig bleken voor de rijksbegroting 2003 hebben ook een beperkt gevolg voor het budget voor het Innovatieprogramma Stedelijke Vernieuwing. Als gevolg van de bezuinigingen is het subsidieplafond voor de subsidies die bijdragen in de noodzakelijke kosten van projecten als bedoeld in artikel 3, onder c (de zogenoemde grote projecten), enigszins bijgesteld. Daarnaast is de maximale bijdrage voor de grote projecten verlaagd van € 12 miljoen naar € 5 miljoen.

Het bijgestelde subsidieplafond is van toepassing op de aanvragen voor grote projecten die worden ingediend na de bekendmaking van dat plafond. Die bekendmaking heeft geen gevolgen voor aanvragen die daarvoor zijn ingediend. Het gaat hierbij hooguit om enkele aanvragen.

Maximale bijdrage grote projecten (artikel I, onderdeel A)

De maximale bijdrage voor grote projecten is gesteld op € 5 miljoen. Deze bedroeg € 12 miljoen. In de praktijk is gebleken dat voor de afzonderlijke innovatieve elementen in de diverse aanvragen een maximale bijdrage van € 5 miljoen volstaat. Aangezien de subsidieplafonds voor de jaren 2003 en 2004 lager zijn dan die voor 2001 en 2002 zou voorts het handhaven van de maximale bijdrage op € 12 miljoen tot gevolg hebben gehad dat mogelijk maar een beperkt aantal grote projecten gesubsidieerd had kunnen worden.

Verlaging subsidieplafond grote projecten (artikel I, onderdeel B)

Voor 2003 is als gevolg van de bezuinigingen het plafond voor de subsidie die bijdraagt in de noodzakelijke kosten van projecten als bedoeld in artikel 3, onder c, verlaagd met € 1,896 miljoen tot € 25,104 miljoen. Voor 2004 is dit plafond verlaagd met € 3,791 miljoen tot € 21,209 miljoen.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

H. G. J. Kamp


XNoot
1

Stb. 2001, 471, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 5 juni 2002, Stb. 305.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 8 april 2003, nr. 69.

Naar boven