Wet van 30 januari 2003 tot wijziging van de Ziekenfondswet en de Wet financiering volksverzekeringen mede in verband met het scheiden van de financiering van de beheerskosten Zfw en AWBZ

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de financiering van de beheerskosten van de Ziekenfondswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten te scheiden;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Ziekenfondswet1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 19, vijfde lid, laatste volzin, wordt vervangen door: Voor de rente die het College zorgverzekeringen dan wel het ziekenfonds over het verschil heeft gederfd, wordt overeenkomstig door het College zorgverzekeringen te stellen beleidsregels aan het ziekenfonds een vergoeding in rekening gebracht onderscheidenlijk aan het ziekenfonds een vergoeding toegekend.

B

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het tweede lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Indien het ziekenfonds is aangewezen als een rechtspersoon, bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, worden de beheerskosten die het in of in verband met die hoedanigheid maakt en de vergoeding die het daarvoor ontvangt voor de toepassing van de eerste volzin buiten beschouwing gelaten.

2. In het derde lid wordt «haar» vervangen door: hem.

3. Aan het artikel wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Het College zorgverzekeringen kan voor de toepassing van het tweede lid nadere regels stellen.

ARTIKEL II

De Wet financiering volksverzekeringen2 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 40 komt als volgt te luiden:

Artikel 40

  • 1. Het College zorgverzekeringen doet jaarlijks uitkeringen uit het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten ter dekking van de noodzakelijke uitgaven, gedaan voor de uitvoering van de in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten geregelde verzekering, volgens bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regelen.

  • 2. Het College van toezicht op de zorgverzekeringen, bedoeld in de Ziekenfondswet, verder te noemen: het College toezicht, is bevoegd vast te stellen dat uitgaven niet verantwoord waren voorzover deze door hem niet noodzakelijk worden geacht voor de uitvoering van de verzekering ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Met de uitkeringen, bedoeld in het eerste lid, evenals met de daarmee verkregen opbrengsten worden geen uitgaven gedekt waarvan het College toezicht heeft vastgesteld dat zij niet verantwoord waren, tenzij het College toezicht anders besluit.

  • 3. Op de uitkeringen, bedoeld in het eerste lid, kunnen voorschotten worden verleend overeenkomstig door het College zorgverzekeringen te stellen regels.

B

Artikel 51 komt als volgt te luiden:

Artikel 51

Een belanghebbende kan beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State tegen besluiten van het College zorgverzekeringen, genomen krachtens artikel 40, eerste of derde lid, alsmede tegen besluiten van het College toezicht, genomen krachtens artikel 40, tweede lid.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 30 januari 2003

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. J. de Geus

Uitgegeven de vijfentwintigste februari 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Stb. 1992, 391, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 12 december 2002, Stb. 617.

XNoot
2

Stb. 1989, 129, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 12 december 2002, Stb. 617.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 2002/2003, 28 678.

Handelingen II 2002/2003, blz. 2721.

Kamerstukken I 2002/2003, 28 678 (139).

Handelingen I 2002/2003, blz. 497–498.

Naar boven