Besluit van 8 februari 2003, houdende de inwerkingtreding van enige bepalingen van de Wet van 6 februari 2003, houdende wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (verbetering van de handhaving en bepalingen inzake uitbreidingstoelatingen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 6 februari 2003 nr. TRCJZ/2003/1315, Directie Juridische Zaken, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M. Rutte;

Gelet op artikel IV van de Wet van 6 februari 2003, houdende wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (verbetering van de handhaving en bepalingen inzake uitbreidingstoelatingen);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet treden de artikelen I, onderdeel A, onderdeel B, onder 3, onderdeel D, onder 2, onderdelen E tot en met G, onderdeel K en de onderdelen M tot en met O, II en III van de Wet van 6 februari 2003, houdende wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (verbetering van de handhaving en bepalingen inzake uitbreidingstoelatingen) in werking met ingang van 1 maart 2003.

Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 8 februari 2003

Beatrix

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

C. P. Veerman

Uitgegeven de vijfentwintigste februari 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Naar boven