Wet van 18 december 2003, houdende wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 met het oog op de vereenvoudiging, modernisering en harmonisering van de ter zake van de facturering geldende voorwaarden op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (richtlijn facturering)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de wetgeving inzake omzetbelasting dient te worden aangepast overeenkomstig richtlijn nr. 2001/115/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 december 2001 tot wijziging van richtlijn nr. 77/388/EEG met het oog op de vereenvoudiging, modernisering en harmonisering van de ter zake van de facturering geldende voorwaarden op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (PbEG 2002, L 15);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op de omzetbelasting 19681 wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 28h wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «artikel 35, eerste lid, onderdeel i» vervangen door: artikel 35a, eerste lid, onderdeel h.

2. In het derde lid wordt «Artikel 35» vervangen door: Artikel 35a.

B. Artikel 35 wordt vervangen door:

Artikel 35

  • 1. Iedere ondernemer draagt er zorg voor dat door hemzelf dan wel, in zijn naam en voor zijn rekening, door zijn afnemer of een derde, een factuur wordt uitgereikt:

    a. ter zake van zijn leveringen of diensten die hij heeft verricht aan een andere ondernemer of aan een rechtspersoon, andere dan ondernemer;

    b. ter zake van zijn leveringen met toepassing van artikel 5a, eerste lid, dan wel van de bij deze wet behorende tabel II, onderdeel a, post 6, aan anderen dan de in onderdeel a bedoelde ondernemers en rechtspersonen; en

    c. ter zake van vooruitbetalingen die door een andere ondernemer of een rechtspersoon, andere dan ondernemer, aan hem worden gedaan voordat de levering of de dienst is verricht.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid draagt een ondernemer die doorgaans levert aan andere ondernemers, er zorg voor dat een factuur wordt uitgereikt ter zake van al zijn leveringen. De vorige volzin is alleen van toepassing ten aanzien van ondernemers of groepen van ondernemers die daartoe bij ministeriële regeling zijn aangewezen.

  • 3. Onder bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden en beperkingen zijn ondernemers die uitsluitend vrijgestelde prestaties verrichten, ontheven van de verplichting ingevolge het eerste lid. De vorige volzin is van overeenkomstige toepassing op de vrijgestelde prestaties van ondernemers die zowel vrijgestelde als belaste prestaties verrichten.

  • 4. Ieder document of bericht dat wijzigingen aanbrengt in, en specifiek en ondubbelzinnig verwijst naar de oorspronkelijke factuur, geldt als factuur.

  • 5. De factuur moet worden uitgereikt vóór de vijftiende dag na de maand waarin de levering of de dienst is verricht. In geval van vooruitbetalingen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, moet de factuur telkens worden uitgereikt vóór het tijdstip van de opeisbaarheid daarvan.

  • 6. Voor verscheidene afzonderlijke leveringen of diensten kan een periodieke factuur worden opgemaakt, mits deze leveringen of diensten gelijksoortig zijn en de periode waarop de factuur betrekking heeft niet langer is dan een maand.

  • 7. Ingeval de afnemer de factuur opmaakt voor de ondernemer die aan hem goederen levert of diensten verricht, wordt dat vooraf overeengekomen in een akkoord tussen beide partijen en maakt iedere factuur deel uit van een procedure van aanvaarding door de ondernemer die de leveringen of diensten verricht.

Artikel 35a

  • 1. Op de factuur zijn de volgende vermeldingen verplicht:

    a. de datum van uitreiking;

    b. een opeenvolgend nummer, met één of meer reeksen, waardoor de factuur eenduidig wordt geïdentificeerd;

    c. het btw-identificatienummer waaronder de ondernemer de levering of de dienst heeft verricht;

    d. het btw-identificatienummer van de afnemer aan wie de levering of de dienst is verricht en van wie de belasting wordt geheven of aan wie is geleverd met toepassing van de bij deze wet behorende tabel II, onderdeel a, post 6;

    e. de naam en het adres van de ondernemer en zijn afnemer;

    f. de hoeveelheid en de aard van de geleverde goederen of de omvang en de aard van de verrichte diensten;

    g. de datum waarop de levering of de dienst heeft plaatsgevonden of is voltooid of de datum waarop de in artikel 35, eerste lid, onderdeel c, bedoelde vooruitbetaling is gedaan, voorzover die datum kan worden vastgesteld en verschilt van de uitreikingsdatum van de factuur;

    h. de vergoeding met betrekking tot elk tarief of elke vrijstelling, de eenheidsprijs exclusief belasting, evenals de eventuele vooruitbetalingskortingen en andere kortingen indien die niet in de eenheidsprijs zijn begrepen;

    i. het toegepaste tarief;

    j. het te betalen bedrag van de belasting;

    k. in geval van een vrijstelling of van leveringen met toepassing van de bij deze wet behorende tabel II, onderdeel a, post 6, of wanneer de belasting wordt geheven van de afnemer, enige aanduiding daarvan;

    l. de gegevens die nodig zijn om te bepalen of een vervoermiddel een nieuw vervoermiddel is;

    m. ingeval een wederverkoper goederen levert met toepassing van artikel 28b, 28c of 28d, enige aanduiding daarvan;

    n. ingeval de belasting wordt voldaan door een fiscaal vertegenwoordiger als bedoeld in artikel 33a, het btw-identificatienummer van deze fiscaal vertegenwoordiger, alsmede zijn naam en adres.

  • 2. Op een factuur kunnen bedragen in willekeurig welke munteenheid voorkomen, mits het te betalen bedrag van de belasting is uitgedrukt in euro's en daarbij gebruik wordt gemaakt van het wisselkoersmechanisme, bedoeld in artikel 11, onderdeel C, punt 2, van de Zesde Richtlijn.

  • 3. Wanneer zulks uit een oogpunt van controle nodig is, kan de inspecteur een vertaling in het Nederlands eisen van facturen betreffende in Nederland verrichte prestaties, alsmede van facturen die worden ontvangen door in Nederland gevestigde ondernemers.

  • 4. Bij ministeriële regeling kan voor bepaalde ondernemers of groepen van ondernemers ontheffing worden verleend van bepaalde verplichtingen welke zijn opgelegd bij dit artikel, wanneer het bedrag van de factuur onbeduidend is of wanneer de handels- of administratieve praktijken van de betrokken bedrijfssector of de technische voorwaarden waaronder die facturen worden uitgereikt, de naleving bemoeilijken van alle verplichtingen die zijn opgelegd bij dit artikel.

Artikel 35b

  • 1. Facturen mogen zowel op papier worden uitgereikt als, onder voorbehoud van aanvaarding door de afnemer, elektronisch worden verzonden.

  • 2. Elektronisch verzonden facturen worden door de inspecteur aanvaard, mits de authenticiteit van de herkomst en de integriteit van de inhoud ervan worden gewaarborgd door middel van:

    a. een geavanceerde elektronische handtekening in de zin van artikel 2, lid 2, van richtlijn nr. 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 december 1999 betreffende een gemeenschappelijk kader voor elektronische handtekeningen (PbEG 2000, L 13);

    b. een elektronische uitwisseling van gegevens (EDI), zoals gedefinieerd in artikel 2 van aanbeveling nr. 1994/820/EG van de Europese Commissie van 19 oktober 1994 betreffende de juridische aspecten van de elektronische uitwisseling van gegevens (PbEG L 338), wanneer het akkoord betreffende deze uitwisseling voorziet in het gebruik van procedures die de authenticiteit van de herkomst en de integriteit van de gegevens waarborgen, aangevuld met een papieren afstemmingoverzicht; of

    c. een andere methode, mits deze methode aan de inspecteur is gemeld.

    De ondernemer die zekerheid wenst omtrent de vraag of met betrekking tot een in onderdeel c bedoelde andere methode de authenticiteit van de herkomst en de integriteit van de inhoud van de factuur zijn gewaarborgd, kan daartoe tegelijk met de melding een verzoek indienen bij de inspecteur, die daarop bij voor bezwaar vatbare beschikking beslist.

  • 3. Bij een reeks facturen die langs elektronische weg naar dezelfde afnemer worden verzonden, hoeven de voor de verschillende facturen gelijke vermeldingen slechts één keer te worden opgenomen, voorzover voor elke factuur alle informatie toegankelijk is.

Artikel 35c

  • 1. De ondernemer bewaart kopieën van de door hemzelf dan wel, in zijn naam en voor zijn rekening, door zijn afnemer of een derde uitgereikte facturen, en alle door hemzelf ontvangen facturen in zijn administratie.

  • 2. Wanneer een ondernemer de facturen die hij langs elektronische weg verzendt of ontvangt, opslaat, waarbij een on line toegang tot de gegevens wordt gewaarborgd, en wanneer de plaats van opslag is gesitueerd in een andere lid-staat, heeft de inspecteur met het oog op de toepassing van deze wet een recht van toegang tot en van downloading en gebruikmaking langs elektronische weg van deze facturen, voorzover hij deze nodig heeft voor controledoeleinden.

  • 3. De authenticiteit van de herkomst en de integriteit van de inhoud van de facturen, alsmede de leesbaarheid ervan, moeten gedurende de gehele opslagperiode worden gewaarborgd.

  • 4. Ingeval facturen elektronisch worden opgeslagen, worden de gegevens die de authenticiteit van de herkomst en de integriteit van de inhoud waarborgen, eveneens opgeslagen.

Artikel 35d

Voor de toepassing van de artikelen 35b en 35c wordt verstaan onder het elektronisch verzenden en opslaan van een factuur de verzending of terbeschikkingstelling aan de ontvanger en de opslag via elektronische apparatuur voor de verwerking, met inbegrip van digitale compressie, en de opslag van gegevens, waarbij gebruik wordt gemaakt van draden, radio, optische middelen of andere elektromagnetische middelen.

C. In artikel 36 wordt na «35» ingevoegd: , 35a, 35b, 35c.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2004.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

's-Gravenhage, 18 december 2003

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën,

J. G. Wijn

Uitgegeven de negenentwintigste december 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Stb. 1968, 329, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 december 2003, Stb. 527.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 2002/2003, 2003/2004, 29 036.

Handelingen II 2003/2004, blz. 1148–1155; 1178.

Kamerstukken I 2003/2004, 29 036 (A, B, C, D).

Handelingen I 2003/2004, zie vergaderingen d.d. 8/9 december en 16/17 december 2003.

Naar boven