Besluit van 29 november 2003, houdende wijziging van het Besluit paspoortgelden (Vaststelling tarieven reisdocumenten 2004)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties van 23 september 2003, BPR2003/U79168;

Gelet op artikel 7, eerste en derde lid, van de Paspoortwet;

De Raad van State van het Koninkrijk gehoord (advies van 16 oktober 2003, nr. W04.03.0417/I/K);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties van 21 november 2003, BPR2003/82329;

De bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit paspoortgelden1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Het eerste en tweede lid van artikel 6 komen te luiden:

  • 1. De aan het Rijk verschuldigde kosten bedragen:

    a. voor een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

    EUR13,81
    ANG28,65
    AWG28,65

    b. voor een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort)

    EUR18,32
    ANG38,00
    AWG38,00

    c. voor een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers van 9 september 1976 (Stb. 468) als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort)

    EUR13,81
    ANG28,65
    AWG28,65

    d. voor een Nederlandse identiteitskaart

    EUR8,89

    e. voor de spoedlevering van een reisdocument als bedoeld in de onderdelen a tot en met d, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen

    EUR38,08

    f. voor de spoedlevering van een bijschrijvingssticker

    EUR18,12.
  • 2. De van de aanvrager op grond van de toepasselijke gemeentelijke verordening ten hoogste te heffen rechten bedragen:

    a. voor een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

    EUR37,96

    b. voor een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort)

    EUR42,48

    c. voor een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers van 9 september 1976 (Stb. 468) als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort)

    EUR37,96

    d. voor een Nederlandse identiteitskaart

    EUR30,56

    e. voor de bijschrijving van een kind in een reisdocument, waarvoor de aanvraag tegelijk met de aanvraag van het desbetreffende reisdocument is ingediend

    EUR7,77

    f. voor de bijschrijving van een kind in een reeds uitgereikt reisdocument, met behulp van een bijschrijvingssticker

    EUR18,12

    g. voor de versnelde uitreiking van een reisdocument als bedoeld in de onderdelen a tot en met d, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen

    EUR38,08

    h. voor de versnelde plaatsing van een bijschrijvingssticker als bedoeld in onderdeel f, zijnde een toeslag op het in dat onderdeel genoemde bedrag

    EUR18,12.

B

Het eerste lid van artikel 12 komt te luiden:

  • 1. De rechten die ten bate van het Rijk van een aanvrager kunnen worden geheven, bedragen:

    a. voor de verstrekking van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

    EUR45,74
    ANG94,90
    AWG94,90

    b. voor de verstrekking van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen, ten behoeve van een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt

    EUR32,07
    ANG66,55
    AWG66,55

    c. voor de verstrekking van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort)

    EUR50,25
    ANG104,25
    AWG104,25

    d. voor de verstrekking van een diplomatiek paspoort of een dienstpaspoort

    EUR42,51
    ANG88,20
    AWG88,20

    e. voor de verstrekking van een Nederlandse identiteitskaart

    EUR38,33

    f. voor de verstrekking van een noodpaspoort of een laissez-passer

    EUR38,08
    ANG79,00
    AWG79,00

    g. voor het aanbrengen van een wijziging van een reisdocument als bedoeld in onderdeel a, b en c, waarbij de geldigheidsduur wordt verlengd (noodverlenging)

    EUR38,08
    ANG79,00
    AWG79,00

    h. voor de bijschrijving van een kind in een reisdocument, waarvoor de aanvraag tegelijk met de aanvraag van het desbetreffende reisdocument is ingediend

    EUR7,77
    ANG16,10
    AWG16,10

    i. voor de bijschrijving van een kind in een reeds uitgereikt reisdocument, met behulp van een bijschrijvingssticker

    EUR18,12
    ANG37,60
    AWG37,60.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2004.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad, in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 29 november 2003

Beatrix

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

Th. C. de Graaf

Uitgegeven de zestiende december 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

De tarieven in het Besluit paspoortgelden zijn laatstelijk vastgesteld met ingang van 1 januari 2003. Ook bij de vaststelling van de tarieven voor het jaar 2004 was het niet mogelijk om te volstaan met een reguliere indexering van de bedragen met toepassing van de indexeringssystematiek, vastgelegd in de artikelen 6 en 12 van het Besluit paspoortgelden. Als gevolg van enkele ontwikkelingen is namelijk een geringe aanpassing in de opbouw van de kosten voor de reisdocumenten noodzakelijk. Dit betekent dat het Besluit paspoortgelden zelf dient te worden gewijzigd.

Ten eerste is er sprake van een verhoging in verband met gebleken extra productiekosten. Na overleg tussen de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de leverancier van de reisdocumenten, Enschedé/Sdu, is voor de verdere looptijd van het contract overeenstemming bereikt over de toedeling van deze extra kosten. Dit heeft geleid tot een structurele opslag in de kostprijs van de paspoorten en de Nederlandse identiteitskaart van 4,65% (berekend op basis van de kostprijs van 2003).

Daarnaast vindt er een verlaging van de kostprijs plaats. Voor het opvangen van onverwachte dalingen in de ontvangsten uit de paspoortleges is in de kostprijs voor reisdocumenten een zogenaamde risico-buffer ingebouwd. Door het betalen van leges draagt de burger bij aan de vorming van deze risico-buffer. In het kader van de kostendekkendheid van reisdocumenten moeten deze gelden, wanneer zij niet nodig blijken te zijn, weer aan de burger worden gerestitueerd. Dat gebeurt door deze te verrekenen in de nieuwe tarieven. De hoogte van de restitutie is afhankelijk van de ontwikkelingen in de aantallen verstrekte reisdocumenten. Voor het jaar 2004 is de restitutie op basis van de verwachte afgifte in 2003 berekend op 16 eurocent per reisdocument.

Met inachtneming van hetgeen hiervoor is opgemerkt zijn de in de artikelen 6 en 12 vermelde tarieven voor het jaar 2004 voorts geïndexeerd op de wijze die in de desbetreffende artikelen is voorgeschreven. Het in artikel 6, vierde lid, bedoelde indexcijfer voor de productiekosten van de reisdocumenten bedraagt 5,235%. Het in artikel 6, vijfde en zesde lid, en artikel 12, derde en vierde lid, bedoelde indexcijfer bedraagt 5,25%, zijnde de prijsmutatie van de overheidsconsumptie voor 2002, zoals die in 2003 door het Centraal Plan Bureau in het Centraal economisch plan is gepubliceerd.

Tenslotte is de omrekening van de bedragen in euro naar Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse munt, bedoeld in artikel 6, zevende lid en artikel 12, achtste lid, geschied aan de hand van de op 1 juli 2003 geldende administratiekoers van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Deze koers bedroeg op dat moment € 48,20 voor 100 Antillaanse gulden c.q. Arubaanse florin. De aldus berekende bedragen zijn op 5/100 afgerond.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

Th. C. de Graaf


XNoot
1

Stb. 1991, 563, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 3 december 2002, Stb. 594.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven