Wet van 20 november 2003 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ten behoeve van de bevordering van de opwekking van duurzame elektriciteit

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, ter uitvoering van richtlijn 2001/77/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 september 2001 betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt (PbEG L 283) het duurzaam functioneren van de elektriciteitsvoorziening te bevorderen, de productie van duurzame elektriciteit te stimuleren en te waarborgen dat duurzame elektriciteit daadwerkelijk op duurzame wijze is opgewekt;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK 1 WIJZIGING ELEKTRICITEITSWET 1998

ARTIKEL I

De Elektriciteitswet 19981 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1, eerste lid, worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel w door een puntkomma, drie onderdelen toegevoegd, luidende:

x. garantie van oorsprong: gegevens op een rekening die betrekking hebben op duurzame elektriciteit en waarmee wordt aangetoond dat een producent met zijn installatie een hoeveelheid duurzame elektriciteit heeft opgewekt;

y. rekening: staat waarop een tegoed van garanties van oorsprong kan worden geboekt in het elektronische systeem voor het uitgeven en innemen van garanties van oorsprong dat in stand wordt gehouden door de garantiebeheerinstantie en waarmee wordt bijgehouden voor welke hoeveelheid duurzame elektriciteit garanties van oorsprong zijn verstrekt en aan wie de garanties van oorsprong op enig moment toekomen;

z. garantiebeheerinstantie: de op grond van artikel 73, tweede lid, aangewezen instantie.

B

In artikel 16, derde lid, wordt na «behoudens voor zover het betreft» ingevoegd: het realiseren van de aansluiting van een afnemer als bedoeld in artikel 16c,.

C

Na artikel 16b wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 16c
  • 1. In afwijking van artikel 16, eerste lid, onderdeel e, kan een afnemer die een aansluiting op het net wenst met een aansluitwaarde groter dan 1 MW een openbare aanbesteding van de aansluitingswerkzaamheden uitschrijven.

  • 2. Het bedrijf dat de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, uitvoert, beschikt ten minste over voldoende kennis, deskundigheid en ervaring om een aansluiting op het net te kunnen realiseren.

  • 3. De afnemer die het verzoek, bedoeld in het eerste lid, doet, verzoekt de netbeheerder die het net beheert om instemming met het realiseren van een aansluiting als bedoeld in het eerste lid. De netbeheerder onthoudt zijn instemming slechts, indien met het verlenen van de gevraagde instemming de betrouwbaarheid van het door hem beheerde net niet langer kan worden gewaarborgd.

D

Artikel 17 wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel c wordt de punt vervangen door een punt-komma.

2. Na onderdeel c wordt toegevoegd een nieuw onderdeel, luidende:

d. het uitvoeren van werkzaamheden, bedoeld in artikel 16c, eerste lid, om een aansluiting op een net te realiseren.

E

In artikel 23, eerste lid, wordt aan het slot de volgende zinsnede toegevoegd: De netbeheerder verstrekt degene die om een aansluiting op het net verzoekt een gedetailleerde en volledige opgave van de uit te voeren werkzaamheden en de te berekenen kosten van de handelingen, onderscheiden in artikel 28, eerste lid.

F

Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:

a. Onder vernummering van het derde tot en met het achtste lid tot vierde tot en met negende lid wordt ingevoegd een nieuw derde lid, luidende:

  • 3. In de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, worden in ieder geval regels gesteld omtrent de eisen waaraan een bedrijf, dat de werkzaamheden bedoeld in artikel 16c, eerste lid, uitvoert, moet voldoen.

b. In het achtste lid (nieuw), onderdeel d, wordt «duurzame elektriciteit,» geschrapt en wordt na «een certificatenrekening» ingevoegd: onderscheidenlijk het uitgeven van garanties van oorsprong voor duurzame elektriciteit en het beheer van een rekening.

c. In het achtste lid (nieuw), onderdeel e, wordt na «de certificaten» ingevoegd: en de garanties van oorsprong.

G

In artikel 72n, eerste lid, onderdeel b, wordt «aan de producent uitgegeven groencertificaten,» vervangen door: aan de producent uitgegeven garanties van oorsprong,.

H

In artikel 72w, tweede lid, wordt «aan de producent uitgegeven groencertificaten» vervangen door: aan de producent uitgegeven garanties van oorsprong.

I

Hoofdstuk 5, paragraaf 3, Stimulering van de productie van duurzame energie, wordt vervangen door een paragraaf, luidende:

§ 3 Garanties van oorsprong
Artikel 73
  • 1. Ter stimulering van de productie van duurzame elektriciteit bestaat een elektronisch systeem voor het uitgeven en innemen van garanties van oorsprong.

  • 2. Onze Minister wijst steeds voor een periode van tien jaar een instantie aan die onafhankelijk is van producenten, leveranciers en handelaren en die op aanvraag van een producent een garantie van oorsprong uitgeeft.

Artikel 74

Een garantie van oorsprong toont bij uitsluiting aan dat de daarop aangegeven hoeveelheid elektriciteit op duurzame wijze is opgewekt.

Artikel 75
  • 1. De garantiebeheerinstantie verstrekt desgevraagd kosteloos aan Onze Minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. Onze Minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs noodzakelijk is.

  • 2. De garantiebeheerinstantie zendt Onze Minister jaarlijks een verslag betreffende de door de instantie krachtens de aanwijzing, bedoeld in artikel 73, tweede lid, uitgevoerde taken en de werkwijze in het afgelopen jaar.

Artikel 76
  • 1. De garantiebeheerinstantie doet onverwijld mededeling aan Onze Minister:

    a. van omstandigheden die een wijziging inhouden van de voorwaarden op grond waarvan deze instantie is aangewezen;

    b. indien de instantie voornemens is een of meer van de taken die zij krachtens de aanwijzing, bedoeld in artikel 73, tweede lid, uitvoert, te beëindigen.

  • 2. Onze Minister kan een aanwijzing als bedoeld in artikel 73, tweede lid, opschorten of intrekken indien, naar zijn oordeel, de garantiebeheerinstantie niet of niet volledig voldoet aan de bij of krachtens deze wet gestelde voorschriften. Gedurende de periode van een opschorting treft Onze Minister de noodzakelijke voorzieningen.

  • 3. Onze Minister kan de in het vorige lid bedoelde opschorting opheffen indien de garantiebeheerinstantie weer voldoet aan de in het vorige lid bedoelde voorschriften. In dat geval vervallen de in het vorige lid bedoelde voorzieningen.

Artikel 77
  • 1. De garantiebeheerinstantie opent op aanvraag van een in Nederland gevestigde producent, leverancier, handelaar of afnemer een rekening.

  • 2. Bij de in het eerste lid bedoelde aanvraag overlegt de producent, leverancier, handelaar of afnemer het resultaat van de vaststelling, bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel h.

  • 3. De garantiebeheerinstantie boekt op aanvraag garanties van oorsprong op een daarbij aangegeven rekening, indien een in Nederland gevestigde producent bij deze aanvraag de gegevens omtrent de door de netbeheerder of door een andere tot meten bevoegde instantie gemeten hoeveelheid duurzame elektriciteit overlegt.

Artikel 77a

De garantiebeheerinstantie deelt iedere maand aan Onze Minister mee voor welke hoeveelheid duurzame elektriciteit overeenkomstig de bij of krachtens deze paragraaf gestelde bepalingen garanties van oorsprong zijn uitgegeven, alsmede op welke wijze de duurzame elektriciteit waarop die garanties van oorsprong betrekking hebben, is opgewekt.

Artikel 77b

Waar in deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verwezen naar garanties van oorsprong, worden garanties van oorsprong uitgegeven door onafhankelijke instanties in een andere lidstaat van de Europese Unie, die naar aard en strekking overeenkomen met eerstbedoelde garanties van oorsprong, daarmee gelijkgesteld.

Artikel 77c

Onze Minister stelt bij ministeriële regeling regels met betrekking tot:

a. de informatie die door de garantiebeheerinstantie op grond van de artikelen 75, eerste lid, en 77a verstrekt wordt aan Onze Minister en die door producenten, leveranciers, handelaars, afnemers of netbeheerders verstrekt wordt aan de garantiebeheerinstantie;

b. het uitgeven en de geldigheidsduur van garanties van oorsprong, het vermelden van gegevens op garanties van oorsprong en het in rekening brengen van de kosten die gepaard gaan met handelingen met betrekking tot garanties van oorsprong;

c. de voorwaarden waaronder en de wijze waarop producenten, leveranciers, handelaars of afnemers gebruik kunnen maken van de door hen verkregen garanties van oorsprong of deze kunnen verhandelen.

J

Na artikel 77c wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 4. Stimulering van de productie van duurzame energie
Artikel 77d
  • 1. Iedere leverancier is verplicht vóór een bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen datum aan Onze Minister zoveel garanties van oorsprong over te leggen als voor het desbetreffende jaar vereist is op grond van het bij of krachtens het tweede lid bepaalde.

  • 2. De hoeveelheid garanties van oorsprong waarvan de overlegging door een leverancier in een jaar is vereist, wordt vastgesteld met toepassing van een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen formule, waarin tot uitdrukking komt dat voor een daarbij aan te geven factor van de totale hoeveelheid elektriciteit die in een jaar wordt geleverd, garanties van oorsprong worden overgelegd.

  • 3. De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Artikel 77e

Onze Minister stelt een toeslag op de tarieven voor het transport van elektriciteit vast die verschuldigd is indien een leverancier vóór een bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen datum niet of in onvoldoende mate voldoet aan de verplichting, bedoeld in artikel 77d, eerste lid.

Artikel 77f
  • 1. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot:

    a. de informatie die door producenten, leveranciers of netbeheerders verstrekt wordt aan Onze Minister;

    b. de wijze waarop aan de verplichting tot het overleggen van garanties van oorsprong, bedoeld in artikel 77d, eerste lid, wordt voldaan;

    c. het verhandelen, innemen, registreren, ongeldig maken en bewaren van garanties van oorsprong;

    d. de berekening van de toeslag, bedoeld in artikel 77e, voor iedere garantie van oorsprong die in afwijking van de verplichting, bedoeld in artikel 77d, eerste lid, niet is overgelegd;

    e. de procedure tot vaststelling en oplegging van de toeslag op de tarieven voor het transport van elektriciteit;

    f. de afdracht van de bedragen, verkregen met toepassing van de toeslag op de tarieven voor het transport van elektriciteit, door een netbeheerder aan Onze Minister.

  • 2. De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

K

Artikel 81 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt «een algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 1, 20, 75, 76, 77, 93 of 99» vervangen door: een algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 1, 20 of 93.

2. In het tweede lid, wordt «een algemene maatregel van bestuur, vastgesteld krachtens artikel 1, 20, 75, 76, 77, 93 of 99» vervangen door: een algemene maatregel van bestuur, vastgesteld krachtens artikel 1, 20 of 93.

L

Artikel 82 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid vervalt de zinsnede «, met uitzondering van een besluit als bedoeld in de artikelen 76 en 98 tot en met 101,».

b. Onder vernummering van het derde lid tot tweede lid vervalt het tweede lid.

M

Artikel 85, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede «, dan wel van een certificaat als bedoeld in artikel 74» vervalt. Tevens wordt voor de zinsnede «van een vergunning als bedoeld in artikel 54 of artikel 95d» ingevoegd: dan wel.

2. De zinsnede «, onderscheidenlijk het certificaat» vervalt. Tevens wordt voor de woorden «de vergunning» ingevoegd: onderscheidenlijk.

HOOFDSTUK 2 WIJZIGING ANDERE WETTEN

ARTIKEL II

In artikel 36i, zesde lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag2, wordt in de eerste volzin de zinsnede «hoeveelheid groencertificaten als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Regeling groencertificaten Elektriciteitswet 1998» vervangen door «hoeveelheid garanties van oorsprong als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel x, van de Elektriciteitswet 1998» en wordt in de tweede volzin «groencertificaten» vervangen door: garanties van oorsprong.

ARTIKEL III

Artikel 41 van de Gaswet3 vervalt.

ARTIKEL IV

In de bijlage bij de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie4, onder 4, vervalt «Artikel 76 van de Elektriciteitswet 1998 en de»

HOOFDSTUK 3 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

ARTIKEL V

  • 1. Vanaf het moment van inwerkingtreding van artikel I van deze wet zet de op grond van artikel 73, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 aangewezen instantie de groencertificaten verstrekt ten behoeve van in Nederland opgewekte duurzame elektriciteit om in garanties van oorsprong.

  • 2. De voor het moment van inwerkingtreding van artikel I van deze wet ingediende aanvragen om boeking van groencertificaten ten behoeve van in Nederland opgewekte duurzame elektriciteit worden beschouwd als verzoeken om boeking van garanties van oorsprong.

  • 3. De Regeling groencertificaten Elektriciteitswet 1998 is van toepassing op de voor het moment van inwerkingtreding van artikel I van deze wet verstrekte groencertificaten ten behoeve van in het buitenland opgewekte duurzame elektriciteit, alsmede op de voor het moment van inwerkingtreding van artikel I van deze wet ingediende aanvragen om boeking van groencertificaten ten behoeve van in het buitenland opgewekte duurzame elektriciteit.

  • 4. Voor de toepassing van artikel 36i, zesde lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag worden de groencertificaten, bedoeld in het derde lid, als garanties van oorsprong beschouwd.

  • 5. Gedurende de termijn waarbinnen een afnemer als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, onder 2°, van de Elektriciteitswet 1998 wordt beschouwd als een beschermde afnemer, is de vergunninghouder, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel l, van de Elektriciteitswet 1998 verplicht een aanbod tot het leveren van elektriciteit te aanvaarden, indien een beschermde afnemer als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, onder 2°, van de Elektriciteitswet 1998 dit aanbod doet en deze afnemer elektriciteit opwekt met een installatie voor warmtekrachtkoppeling.

  • 6. De vergoeding die de vergunninghouder aan de beschermde afnemer, bedoeld in het eerste lid, verschuldigd is voor het leveren van elektriciteit opgewekt met een installatie voor warmtekrachtkoppeling, wordt vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 71 van de Elektriciteitswet 1998 zoals dit luidde voor 1 juli 2003.

ARTIKEL VI

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. In dat besluit wordt zo nodig toepassing gegeven aan artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 20 november 2003

Beatrix

De Minister van Economische Zaken,

L. J. Brinkhorst

Uitgegeven de negende december 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Stb. 2000, 186, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 3 juli 2003, Stb. 316.

XNoot
2

Stb. 1994, 923, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 12 december 2002, Stb. 617.

XNoot
3

Stb. 2000, 305, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 3 juli 2003, Stb. 316.

XNoot
4

Stb. 1994, 4, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 23 april 2003, Stb. 264.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 2002/2003, 2003/2004, 28 782.

Handelingen II 2003/2004, blz. 655–656.

Kamerstukken I 2003/2004, 28 782 (A, B).

Handelingen I 2003/2004, zie vergadering d.d. 18 november 2003.

Naar boven