Besluit van 20 november 2003, houdende regels voor honing (Warenwetbesluit honing)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 5 september 2003, VGB/VL 2405520, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Economische Zaken, en van Justitie;

Gelet op richtlijn nr. 2001/110/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 december 2001 inzake honing (PbEG 2002, L 10), alsmede op artikel 8, onder a, en c, artikel 12, artikel 13, onder a, en artikel 32b, eerste lid, van de Warenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 20 oktober 2003, nummer W13.03.0376/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 13 november 2003, VGB/VL 2428050, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Economische Zaken, en van Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder honing: de natuurlijke zoete stof, bereid uit bloemennectar of uit afscheidingsproducten van levende plantendelen of uitscheidingsproducten van plantensapzuigende insecten op de levende plantendelen, welke grondstoffen door de bijensoort Apis mellifera worden vergaard, verwerkt door vermenging met eigen specifieke stoffen, gedehydreerd, en in de honingraten opgeslagen en achtergelaten om te rijpen.

Artikel 2

  • 1. Het is verboden de bij dit besluit bedoelde waren te verhandelen anders dan met inachtneming van de bij dit besluit gestelde voorschriften met betrekking tot hun kenmerken en samenstelling.

  • 2. Het is verboden de bij dit besluit bedoelde waren te verhandelen anders dan met in achtneming van de bij dit besluit gestelde voorschriften met betrekking tot hun aanduiding.

  • 3. Het is verboden met gebruikmaking van de bij dit besluit gegeven aanduidingen andere waren te verhandelen dan die waren waaraan die aanduidingen bij dit besluit zijn voorbehouden.

  • 4. Het is verboden de bij dit besluit bedoelde waren te verhandelen anders dan met inachtneming van de voorschriften, bij dit besluit gesteld, met betrekking tot het bezigen van vermeldingen of voorstellingen, betreffende de aard, de samenstelling, uitvoering of hoedanigheid van de waar.

§ 2. Kenmerken en samenstelling

Artikel 3

  • 1. De waren, krachtens § 3 aangeduid als honing, bloemenhoning, nectarhoning, honingdauwhoning, raathoning, raatbrokken in honing, brokhoning, lekhoning, slingerhoning, pershoning of gefilterde honing voldoen aan de volgende vereisten:

    a. de waar heeft een normale geur en smaak;

    b. de waar vertoont geen begin van gisting;

    c. de waar is zoveel mogelijk vrij van organische of anorganische vreemde bestanddelen;

    d. de waar is niet op zodanige wijze verwarmd dat de natuurlijke enzymen zijn vernietigd of in aanzienlijke mate onwerkzaam zijn gemaakt;

    e. de zuurtegraad van de waar is niet kunstmatig gewijzigd; en

    f. aan de waar zijn geen pollen noch enig ander bestanddeel dat specifiek is voor honing onttrokken, tenzij dit bij het verwijderen van vreemde anorganische of organische stoffen onvermijdelijk is.

  • 2. Het eerste lid, onder f, is niet van toepassing op de krachtens § 3 als gefilterde honing aangeduide waar.

  • 3. De krachtens § 3 als bakkershoning aangeduide waar voldoet aan de volgende eisen:

    a. de waar is zoveel mogelijk vrij van organische of anorganische vreemde bestanddelen; en

    b. de zuurtegraad van de waar is niet kunstmatig gewijzigd.

Artikel 4

De krachtens § 3 als honing, bloemenhoning, nectarhoning, honingdauwhoning, raathoning, brokhoning, raatbrokken in honing, lekhoning, slingerhoning, pershoning, gefilterde honing of bakkershoning aangeduide waar:

a. bestaat hoofdzakelijk uit diverse suikers, met name fructose en glucose, en andere stoffen zoals organische zuren, enzymen en vaste deeltjes ten gevolge van het vergaren van de waar;

b. is vloeibaar, dikvloeibaar, of – gedeeltelijk of geheel – gekristalliseerd;

c. heeft een smaak en een aroma die zijn afgeleid van de plant van oorsprong; en

d. heeft een kleur die varieert van bijna kleurloos tot donkerbruin.

Artikel 5

  • 1. De soortelijke elektrische geleiding van de krachtens § 3 als honing, bloemenhoning, nectarhoning, raathoning, brokhoning, raatbrokken in honing, lekhoning, slingerhoning, pershoning, gefilterde honing of bakkershoning aangeduide waar, bedraagt ten hoogste 0,8 mS/cm.

  • 2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de soortelijke elektrische geleiding van honing die krachtens § 3 tevens mag worden aangeduid als honingdauwhoning en van de als kastanjebloesemhoning aangeduide waar en mengsels daarvan, ten minste 0,8 mS/cm.

  • 3. Het tweede lid is niet van toepassing voorzover een daar bedoeld mengsel is verkregen uit de aardbeiboom (Arbutus unedo), dopheide (Erica), eucalyptys, lindebloesem (Tilia spp.), struikheide (Calluna vulgaris), Leptospermum of Melaleuca spp..

Artikel 6

  • 1. De diastase-index van de krachtens § 3 als honing, bloemenhoning, nectarhoning, honingdauwhoning, raathoning, brokhoning, raatbrokken in honing, lekhoning, slingerhoning, pershoning of gefilterde honing aangeduide waar bedraagt ten minste 8.

  • 2. In afwijking van het eerste lid bedraagt wat betreft honing met een gering natuurlijk enzymgehalte en een hydroxymethylfurfural (HMF) van niet meer dan 15 milligram per kilo, de diastase-index ten minste 3.

  • 3. Het gehalte aan hydroxymethylfurfural van de in het eerste lid bedoelde waren bedraagt ten hoogste 40 milligram per kilo, onverminderd het bepaalde in het tweede lid.

  • 4. Het gehalte aan hydroxymethylfurfural bedraagt wat betreft honing waarbij als plaats van oorsprong wordt gebezigd een gebied met een tropisch klimaat en mengsels daarvan ten hoogste 80 milligram per kilogram.

  • 5. De diastase-index en het gehalte aan hydroxymehylfurfural worden vastgesteld na bereiding en vermenging van de in dit artikel bedoelde waren.

Artikel 7

Aan de krachtens § 3 als honing, bloemenhoning, nectarhoning honingdauwhoning, raathoning, brokhoning, raatbrokken in honing, lekhoning, slingerhoning, pershoning, gefilterde of bakkershoning aangeduide waar worden niet toegevoegd:

a. levensmiddeleningrediënten;

b. levensmiddelenadditieven; en

c. andere stoffen dan honing.

§ 3. Etikettering

Artikel 8

a. De aanduiding honing wordt gebezigd voor honing.

b. De aanduiding raathoning wordt gebezigd voor honing die door bijen is opgeslagen in de gesloten cellen van kort tevoren door henzelf gemaakte raten of fijne platen was, uitsluitende bestaande uit bijenwas, zonder broed, die in hele raten of delen daarvan wordt verkocht.

c. De aanduiding brokhoning of raatbrokken in honing wordt gebezigd voor honing die één of meer brokken raathoning bevat.

d. De aanduiding lekhoning wordt gebezigd voor honing die is verkregen door het laten uitlekken van geopende raten zonder broed.

e. De aanduiding slingerhoning wordt gebezigd voor honing die is verkregen door het slingeren van geopende raten zonder broed.

f. De aanduiding gefilterde honing wordt gebezigd voor honing die is verkregen door zodanige verwijdering van vreemde anorganische of organische stoffen dat een aanzienlijk deel van de pollen is verwijderd.

Artikel 9

  • 1. De in artikel 8 genoemde aanduidingen worden voorts slechts gebezigd indien de als honing, raathoning, brokhoning, raatbrokken in honing, lekhoning, slingerhoning of gefilterde honing aangeduide waar tevens een gehalte heeft aan:

    a. sacharose van ten hoogste 5 g/100 g;

    b. vocht van ten hoogste 20%, of van ten hoogste 23% voor honing van de struikheide;

    c. niet in water oplosbare stoffen van ten hoogste 0,1 g/100 g; en

    d. vrije zuren van ten hoogste 50 milli-equivalenten zuur per 1000 g.

  • 2. De aanduiding gefilterde honing wordt gebezigd op de desbetreffende bulkcontainers, verpakkingen en handelsdocumenten.

Artikel 10

De aanduiding bloemenhoning of nectarhoning wordt gebezigd voor honing die uit plantennectar is verkregen, met:

a. in totaal een gehalte aan fructose en glucose van ten minste 60 g/100 g;

b. een gehalte aan sacharose van:

1° ten hoogste 10 g/100 g in het geval van witte acacia (Robinia pseudoacacia), alfalfa (Medicago sativa), menzies banksia (Banksia menziesii), rode hanenkop (Hedysarum), rode eucalyptus (Eucalyptus camadulensis), Eucryphia lucida, Eurcryphia milliganii, Citrus spp.;

2° ten hoogste 15 g/100 g in het geval van lavendel (Lavendula spp.), bernagie (Borago officinalis);

3° ten hoogste 5 g/100 g in het geval van de overige soorten bloemenhoning of nectarhoning;

c. een gehalte aan vocht van:

1° ten hoogste 23% in het geval van struikheidehoning;

2° ten hoogste 20% in het geval van de overige soorten bloemenhoning of nectarhoning;

d. een gehalte aan niet in water oplosbare stoffen van ten hoogste 0,1 g/100 g; en

e. een gehalte aan vrije zuren van ten hoogste 50 milli-equivalenten zuur per 1000 gram.

Artikel 11

De aanduiding honingdauwhoning wordt gebezigd voor honing, al dan niet met nectarhoning vermengd, die voornamelijk is verkregen uit uitscheidingsproducten van plantensapzuigende insecten (Hemiptera) op de levende plantendelen of uit afscheidingsproducten van levende plantendelen, met een gehalte aan:

a. fructose en glucose van ten minste 45 g/100 g;

b. sacharose van ten hoogste 5 g/100 g;

c. vocht van ten hoogste 20%;

d. niet in water oplosbare stoffen van ten hoogste 0,1 g/100 g; en

e. vrije zuren van ten hoogste 50 milli-equivalenten zuur per 1000 gram.

Artikel 12

De aanduiding pershoning wordt gebezigd voor honing, verkregen door het samenpersen van raten zonder broed en zonder verwarming of bij matige verwarming van maximaal 45°C, met een gehalte aan:

a. sacharose van ten hoogste 5 g/100 g;

b. vocht van ten hoogste 20%;

c. aan niet in water oplosbare stoffen van ten hoogste 0,5 g/100 g; en

d. aan vrije zuren van ten hoogste 50 milli-equivalenten zuur per 1000 gram.

Artikel 13

  • 1. De aanduiding bakkershoning wordt gebezigd voor honing die geschikt is voor industrieel gebruik of als ingrediënt in andere, vervolgens verwerkte levensmiddelen.

  • 2. Voor de in het eerste lid als bakkershoning aangeduide waar geldt tevens dat deze honing een vreemde smaak of geur kan vertonen, of begonnen is te gisten of heeft gegist, of is oververhit.

  • 3. Voor de in het eerste lid als bakkershoning aangeduide waar geldt tevens een gehalte aan:

    a. sacharose van ten hoogste 5 g/100 g;

    b. vocht van:

    1° ten hoogste 23%;

    2° in het geval van bakkershoning bereid uit struikheidehoning (Calluna) ten hoogste 25%;

    c. niet in water oplosbare stoffen van ten hoogste 0,1 g/100 g; en

    d. vrije zuren van ten hoogste 80 milli-equivalenten zuur per 1000 gram.

  • 4. De in het eerste lid bedoelde aanduiding wordt gebezigd op de desbetreffende bulkcontainers, verpakkingen en handelsdocumenten.

  • 5. Onverminderd het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen wordt in de onmiddellijke nabijheid van de aanduiding bakkershoning de vermelding «uitsluitend bestemd om te koken» gebezigd.

  • 6. Onverminderd het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen mag, voor zover de waar als ingrediënt in een samengesteld levensmiddel is verwerkt, in de aanduiding de term «bakkershoning» worden vervangen door de term «honing». In de lijst met ingrediënten wordt de volledige term «bakkershoning» vermeld.

Artikel 14

  • 1. In afwijking van de artikelen 8 tot en met 12 mag wat betreft bloemenhoning of nectarhoning, honingdauwhoning, lekhoning, slingerhoning of pershoning worden volstaan met het bezigen van de aanduiding honing.

  • 2. Bij een op de voet van deze paragraaf aangeduide waar mag de term honing in de aanduiding worden vervangen door de term honig.

Artikel 15

  • 1. Onverminderd het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen:

    a. mogen de in deze paragraaf bedoelde aanduidingen worden aangevuld met een vermelding van de bloemen of planten waarvan de waar voor het geheel of voor het grootste deel van afkomstig is, voor zover de waar daaraan zijn organoleptische, fysisch-chemische en microscopische kenmerken ontleent;

    b. mogen de in deze paragraaf bedoelde aanduidingen worden aangevuld met een vermelding betreffende de regionale, territoriale of topografische oorsprong, indien het product uitsluitend de genoemde oorsprong heeft;

    c. mogen de aanduidingen uit deze paragraaf worden aangevuld met een vermelding betreffende specifieke kwaliteitscriteria;

    d. worden de landen van oorsprong waar de honing is vergaard op het etiket vermeld.

  • 2. De in het eerste lid, onder d bedoelde vermelding mag wat betreft honing die afkomstig is uit meer dan één lidstaat of derde land worden vervangen door een van de volgende vermeldingen:

    «1°. gemengde EG-honing»;

    «2°. gemengde niet-EG-honing»;

    «3°. gemengde EG- en niet-EG-honing».

    3. Het eerste lid, onder a en b is niet van toepassing op de als bakkershoning en gefilterde honing aangeduide waar.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 16

  • 1. Als methoden van onderzoek die bij uitsluiting beslissend zijn voor de vaststelling of al dan niet is voldaan aan de bij dit besluit gestelde regels, worden aangewezen internationaal erkende gevalideerde methoden.

  • 2. Voor zover internationaal erkende gevalideerde methoden ontbreken, worden voor de vaststelling of al dan niet is voldaan aan de bij of krachtens dit besluit gestelde regels worden aangewezen microbiologische onderzoekingsmethoden, organoleptische bepalingsmethoden en detectiemethoden, alsmede de daartoe door een andere Lidstaat van de Europese Unie aangewezen methoden.

  • 3. Onze Minister kan in overeenstemming met Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit omtrent de in het tweede lid bedoelde methoden nadere regels stellen.

Artikel 17

De bijlage van het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In de rubriek «Inhoud», onderdeel D-23 wordt «Honingbesluit (Warenwet)» vervangen door: Warenwetbesluit honing.

B

In de tabel «Omschrijving van de overtreding» en bijbehorend «Boetebedrag per categorie» wordt de rubriek «Honingbesluit (Warenwet)» vervangen door de volgende rubriek:

 Omschrijving van de overtredingBoetebedrag per categorie
  III
D-23Warenwetbesluit honing   
D-23.1art. 2 lid 1 j° art. 3 lid 1€ 450,– € 900,–
D-23.2art. 2 lid 1 j° art. 3 lid 3€ 450,– € 900,–
D-23.3art. 2 lid 1 j° art. 4€ 450,– € 900,–
D-23.4art. 2 lid 1 j° art. 5 lid 1€ 450,– € 900,–
D-23.5art. 2 lid 1 j° art. 5 lid 2€ 450,– € 900,–
D-23.6art. 2 lid 1 j° art. 6 lid 1€ 450,–€ 900,–
D-23.7art. 2 lid 1 j° art. 6 lid 2€ 450,– € 900,–
D-23.8art. 2 lid 1 j° art. 6 lid 3€ 450,– € 900,–
D-23.9art. 2 lid 1 j° art. 6 lid 4€ 450,– € 900,–
D-23.10art. 2 lid 1 j° art. 7€ 450,– € 900,–
D-23.11art. 2 lid 2 j° art. 8€ 450,– € 900,–
D-23.12art. 2 lid 2 j° art. 9 lid 1€ 450,– € 900,–
D-23.13art. 2 lid 2 j° art. 9 lid 2€ 450,– € 900,–
D-23.14art. 2 lid 2 j° art. 10€ 450,– € 900,–
D-23.15art. 2 lid 2 j° art. 11€ 450,– € 900,–
D-23.16art. 2 lid 2 j° art. 12€ 450,– € 900,–
D-23.17art. 2 lid 2 j° art. 13 lid 1€ 450,–€ 900,–
D-23.18art. 2 lid 2 j° art. 13 lid 3€ 450,–€ 900,–
D-23.19art. 2 lid 2 j° art. 13 lid 4€ 450,–€ 900,–
D-23.20art. 2 lid 2 j° art. 13 lid 5€ 450,–€ 900,–
D-23.21art. 2 lid 2 j° art. 13 lid 6€ 450,–€ 900,–
D-23.22art. 2 lid 3€ 450,– € 900,–
D-23.23art. 2 lid 4 j° art. 15 lid 1, onder d€ 450,–€ 900,–

Artikel 18

Waren die voor 1 augustus 2004 rechtmatig zijn geëtiketteerd overeenkomstig het Honingbesluit (Warenwet) mogen verhandeld worden totdat de voorraden daarvan zijn opgebruikt.

Artikel 19

Het Honingbesluit (Warenwet)2 wordt ingetrokken.

Artikel 20

Eet- en drinkwaren die voor 1 augustus 2004 zijn geëtiketteerd en voldoen aan het Honingbesluit (Warenwet) mogen nog verhandeld worden totdat de voorraden daarvan zijn uitverkocht.

Artikel 21

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

  • 2. In afwijking van het eerste lid treedt artikel 17 twee maanden na de inwerkingtreding van dit besluit in werking.

Artikel 22

Dit besluit wordt aangehaald als: Warenwetbesluit honing.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 20 november 2003

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de vierde december 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

In richtlijn 74/409/EEG van de Raad van de Europese Unie van 22 juli 1974 betreffende de harmonisatie van de wettelijke voorschriften van de lidstaten inzake honing (PbEG L 221) zijn de Europese regels opgenomen voor honing. Voor Nederland is deze richtlijn ten uitvoer gelegd in het Honingbesluit (Warenwet). Met betrekking tot de samenstelling en de etikettering van honing respectievelijk de voornaamste honingsoorten zijn in dit besluit omschrijvingen en gemeenschappelijke voorschriften vastgesteld ter waarborging van het vrije verkeer van deze waren binnen de Europese Unie.

Richtlijn 2001/110/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 december 2001 inzake honing (PbEG 2002, L 10), verder te noemen: richtlijn 2001/110/EG, beoogt de voorschriften inzake de voorwaarden voor de productie en het in de handel brengen van honingproducten te verduidelijken en toegankelijker te maken. Daarnaast beoogt deze richtlijn de regels voor honingproducten aan te passen aan de algemene communautaire wetgeving voor levensmiddelen, in het bijzonder de wetgeving met betrekking tot de etikettering, de verontreiniging en de analysemethoden. Dit besluit strekt tot uitvoering van richtlijn 2001/110/EG. Bij de inwerkingtreding van dit besluit wordt dan ook het Honingbesluit (Warenwet) ingetrokken.

Bij artikel 17 wordt dit besluit verwerkt in de bijlage van het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten. De in dit besluit bedoelde overtredingen worden beboet met een bedrag van € 450,– voor de zogenaamde kleine bedrijven (50 of minder werknemers) en een boete van € 900,– voor de zogenaamde grote bedrijven (meer dan 50 werknemers). Overtreding van de hier in het geding zijnde voorschriften vertonen, voor zover zij door een bestuurlijke boete kunnen worden afgedaan, een goed vergelijkbare mate van (geringe) ernst. Voor een verdere toelichting inzake de hoogten van deze bedragen, zij verwezen naar de nota van toelichting bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten die van overeenkomstige toepassing is op artikel 17.

Artikel 17 treedt twee maanden later in werking dan de andere artikelen van dit besluit, gezien artikel 32b, tweede lid, van de Warenwet.

Dit besluit wordt helaas gepubliceerd ná de bij artikel 8 van richtlijn 2001/110/EG voorgeschreven uiterlijke datum van 1 augustus 2003. Met ingang van 1 augustus 2003 is echter de Warenwetregeling vrijstelling Honingbesluit (Warenwet) in werking getreden. Krachtens die vrijstellingsregeling mogen waren die voldoen aan richtlijn 2001/110/EG, vanaf 1 augustus 2003 verhandeld worden. In de toelichting bij die vrijstellingsregeling is reeds aangekondigd dat eet- en drinkwaren die vóór 1 augustus 2004 zijn geëtiketteerd en voldoen aan het Honingbesluit (Warenwet), nog verhandeld mogen worden totdat de voorraden daarvan zijn uitverkocht.

Verplichte aanduidingen en vermeldingen

De algemene regels inzake etikettering van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen (verder te noemen: WEL) zijn van toepassing op honing, behoudens de uitzonderingen waarin dit besluit voorziet.

Gelet op het nauwe verband tussen kwaliteit en oorsprong van honing voorziet dit besluit erin dat volledige informatie omtrent deze aspecten aan de consument wordt verstrekt. Hierdoor wordt voorkómen dat de consument wordt misleid omtrent de kwaliteit van honing.

In dit besluit wordt onderscheid gemaakt tussen het overkoepelende begrip honing zoals omschreven in artikel 1, hetgeen geldt voor alle honingsoorten, en de aanduiding honing waarvoor zowel in artikel 1 als in artikel 14 regels zijn vastgelegd. De aanduiding honing mag slechts gebezigd worden voor die honingsoorten die in artikel 14 worden genoemd.

Kenmerkende bestanddelen voor honing, zoals pollen mogen slechts aan de waar worden onttrokken voor zover dit bij het verwijderen van vreemde anorganische of organische stoffen onvermijdelijk is. Indien filtratie leidt tot de verwijdering van een aanzienlijk deel van de pollen, wordt de consument hierover door middel van de aanduiding op het etiket geïnformeerd. Indien de benaming honing wordt aangevuld met vermeldingen van de bloemen of planten waarvan de honing afkomstig is, vermeldingen van de regionale, territoriale of topografische oorsprong, of met vermeldingen van specifieke kwaliteitscriteria, mag geen gefilterde honing zijn toegevoegd.

Voorts wordt ter bevordering van de transparantie bakkershoning respectievelijk gefilterde honing voorzien van een etiket telkens wanneer de waar in bulk wordt verhandeld.

Wat betreft de bepaling dat aan de als honing aangeduide waar geen andere stoffen dan honing mogen worden toegevoegd, wordt daarmee mede bedoeld levensmiddelenadditieven en levensmiddeleningrediënten.

Administratieve lasten

Dit besluit heeft in Nederland gevolgen voor ongeveer tien producenten van honingproducten. Als gevolg van dit besluit zullen door hen naar verwachting omstreeks 120 etiketten eenmalig moeten worden aangepast. Per etiket is hiervoor gemiddeld 5 uur werk noodzakelijk. Ervan uitgaande dat één uur werk € 45,– kost, betekent dit dat de totale administratieve lasten van dit besluit omstreeks € 27 000,– bedragen.

Het ontwerpbesluit is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal). Dat college heeft het besluit echter niet geselecteerd voor een toets op de gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven.

Transponeringstabel

In onderstaande tabel is het verband weergegeven tussen richtlijn 2001/110/EG en het Warenwetbesluit honing.

Richtlijn 2001/110/EGWarenwetbesluit honing
1
2 lid 18
2 lid 2 aanhef8–13
2 lid 2 onder a13 lid 5
2 lid 2 onder b aanhef15 lid 1, aanhef en a tot en met c, lid 3
2 lid 2 onder b 1°streepje15 lid 1 onder a
2 lid 2 onder b 2°streepje15 lid 1 onder b
2 lid 2 onder b 3°streepje15 lid 1 onder c
2 lid 313 lid 6
2 lid 4 onder a15 lid 1 onder d, 15 lid 2
2 lid 4 onder bgeen implementatie vereist
39 lid 2, 13 lid 4
4, eerste en tweede volzingeen implementatie vereist
4, derde volzin16
5geen implementatie vereist
6, 7geen implementatie vereist
819
920, 21 lid 1
10geen implementatie vereist
11geen implementatie vereist
  
bijlage I  
11
2 onder a.i10 aanhef
2 onder a.ii11 aanhef
2 onder b.iii8 onder b
2 onder b.iv8 onder c
2 onder b.v8 onder d
2 onder b.vi8 onder e
2 onder b.vii12 aanhef
2 onder b.viii8 onder f
2 lid 313 lid 1, 13 lid 2
  
bijlage II  
1°. alinea4
2°. alinea, 3° alinea3, 7
1 lid 1.1° streepje10 aanhef en a
1 lid 1.2° streepje11 onder a
1 lid 2.1° streepje9 lid 1 onder a, 10 onder b.3°, 11 onder b, 12 onder a, 13 lid 3 onder a
1 lid 2 2° streepje10 onder b.1°
1 lid 2 3° streepje10 onder b.2°
2.1° streepje9 lid 1 onder b, 10 onder c.2°, 11 onder c, 12 onder b
2.2° streepje9 lid 1 onder b,10 onder c.1°, 13 lid 3 onder b.1°
2.3° streepje13 lid 3 onder b.2°
3.1° streepje9 lid 1 onder c, 10 onder d, 11 onder d, 13 lid 3 onder c
3.2° streepje12 onder c
4.1° streepje5 lid 1
4.2° streepje5 lid 2
4.3° streepje5 lid 3
5.1° streepje9 lid 1 onder d, 10 onder e, 11 onder e, 12 onder d
5.2° streepje13 lid 3 onder d
6.aanhef6 lid 5
6 onder a 1° streepje6 lid 1
6 onder a 2° streepje6 lid 2
6 onder b 1° streepje6 lid 3
6 onder b 2° streepje6 lid 4

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst


XNoot
1

Stb. 2000, 527, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 6 november 2003, Stb. 473.

XNoot
2

Stb. 1978, 655.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 13 januari 2004, nr. 7.

Naar boven