Besluit van 14 november 2003, houdende wijziging van het Besluit Reglement Rijnpatenten 1998 onder meer in verband met het vervallen van een overgangsdatum

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 30 september 2003, nr. HDJZ/SCH/2003-2004, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Gelet op de op 17 oktober 1868 te Mannheim tot stand gekomen Herziene Rijnvaartakte (Trb. 1955, 161, en 1964, 83), op de resolutie van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart van 27 en 28 mei 2003 (protocol 2003-I-26) en op artikel 26a, eerste lid, van de Binnenschepenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 16 oktober 2003, no. W09.03.0415/V);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 7 november 2003, nr. HDJZ/SCH/2003-2423, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Reglement Rijnpatenten 1998, dat is opgenomen als bijlage bij het Besluit Reglement Rijnpatenten 19981, wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.01, vijftiende onderdeel, komt te luiden:

15. dekbemanning: de bemanning met uitzondering van machinisten;.

B

In artikel 5.02, derde lid, vervalt: voor 1 januari 2002.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2004.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 14 november 2003

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs

Uitgegeven de vierde december 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

1. Algemeen

Bij haar resoluties van 27 en 28 mei 2003 (protocol 2003-I-26) heeft de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) besloten, dat het Reglement Rijnpatenten 1998 op een tweetal punten moet worden aangepast.

Een toename van administratieve lasten voor het bedrijfsleven wordt als gevolg van deze aanpassingen niet verwacht. Evenmin zal sprake zijn van een vermindering. Het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) heeft medegedeeld, dat het onderhavige dossier niet geselecteerd zal worden voor een zogenaamde Actaltoets.

2. Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Onderdeel A

In artikel 1.01, vijftiende onderdeel, wordt «minimum» bij de bemanning weggelaten. Hierdoor komt niet alleen de in hoofdstuk 23 van het Reglement onderzoek schepen op de Rijn 1995 bedoelde bemanning onder dit begrip te vallen, maar ook andere leden van de bemanning die niet tot de minimum bemanning behoren en geen machinist zijn. De mogelijkheden voor bemanningsleden om de vereiste vaartijd op te bouwen, bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van het Reglement Rijnpatenten 1998, en dus een Rijnpatent te verkrijgen worden hiermee verruimd.

Onderdeel B

Er blijken nog gegadigden voor een sportpatent of een klein patent te zijn die kunnen aantonen, dat ze voor de inwerkingtreding van het Reglement Rijnpatenten 1998 op de Rijn hadden gevaren met een schip tot maximaal 15 m3 waterverplaatsing, terwijl de overgangstermijn al verstreken was. Om te voorkomen, dat deze gegadigden alsnog de examenprocedure zouden moeten volgen, terwijl ze voorheen geen Rijnpatent behoefden te bezitten, kan de overgangsdatum vervallen.

Artikel II

De CCR heeft bepaald, dat de wijziging in de nationale regelgeving naar aanleiding van het desbetreffende protocol met ingang van 1 januari 2004 in werking moet treden.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs


XNoot
1

Stb. 1997, 475, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 16 juli 2003, Stb. 346.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven