Wet van 30 januari 2003, houdende wijziging van de Wet op het primair onderwijs onder meer in verband met de vereenvoudiging van de voorschriften verband houdend met Weer Samen Naar School

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is uiterste plaatsingsdata in de wet op te nemen voor leerlingen die toelaatbaar zijn verklaard tot het speciaal basisonderwijs en op enkele onderdelen de regelingen met betrekking tot Weer Samen Naar School te vereenvoudigen; dat daartoe de Wet op het primair onderwijs dient te worden gewijzigd;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op het primair onderwijs1 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 19, eerste lid, vervalt aan het slot van onderdeel g «en», wordt de punt aan het slot van onderdeel h vervangen door «,en» en wordt toegevoegd:

i. de wijze waarop de bekostiging, bedoeld in artikel 118 en artikel 118a wordt ingezet, en de basisscholen onderscheidenlijk de speciale scholen voor basisonderwijs waaraan de bekostiging, bedoeld in artikel 118 onderscheidenlijk artikel 118a, wordt overgedragen.

B

In artikel 40, derde lid, worden de volgende volzinnen toegevoegd:

Indien de permanente commissie leerlingenzorg, bedoeld in de eerste volzin, heeft bepaald dat plaatsing van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs noodzakelijk is, wordt de leerling toegelaten uiterlijk met ingang van het eerste van de volgende tijdstippen: de eerste dag na de voor de school geldende zomervakantie, de eerste dag na de voor de school geldende kerstvakantie dan wel 1 april.

C

In artikel 42 wordt «ten behoeve van de ontvangende school» vervangen door: ten behoeve van de ontvangende school of school als bedoeld in de Wet op de expertisecentra dan wel als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs.

D

In artikel 43 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Het derde en vierde lid worden vernummerd tot vierde en vijfde lid en ingevoegd wordt een nieuw derde lid, luidend:

  • 3. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van een verzoek van de permanente commissie leerlingenzorg met betrekking tot een leerling van een school als bedoeld in de Wet op de expertisecentra, met dien verstande dat de gegevens inzicht geven in de voortgang van de ontwikkeling van de leerling.

2. In het nieuwe vierde lid wordt «in het eerste en tweede lid» vervangen door: in het eerste, tweede en derde lid.

E

In artikel 113, derde lid, wordt na «worden» ingevoegd: , onverminderd artikel 118,.

F

Artikel 118 wordt vervangen door:

Artikel 118. Bekostiging samenwerkingsverband materiële instandhouding samenhangend met inrichting zorgstructuur

  • 1. Indien verschillende bevoegde gezagsorganen samenwerken in een samenwerkingsverband, wordt aan het bestuur van de centrale dienst een bekostiging toegekend voor materiële instandhouding die samenhangt met de inrichting van de zorgstructuur.

  • 2. Indien een bevoegd gezag alle scholen in een samenwerkingsverband in stand houdt, wordt de bekostiging voor materiële instandhouding die samenhangt met de inrichting van de zorgstructuur toegekend aan dat bevoegd gezag.

  • 3. De in het eerste en tweede lid bedoelde bekostiging is afhankelijk van het aantal leerlingen van de afzonderlijke basisscholen op 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarover de bekostiging plaatsvindt.

  • 4. De bekostiging, bedoeld in het eerste en het tweede lid, wordt jaarlijks vastgesteld bij ministeriële regeling. Deze ministeriële regeling wordt tezamen met de ministeriële regelingen, bedoeld in artikel 113, zevende lid, binnen 4 weken na de vaststelling bekendgemaakt in het officiële publicatieblad van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, onder gelijktijdige overlegging aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Artikel 113, zevende lid, tweede volzin, is van overeenkomstige toepassing.

  • 5. Indien op 1 oktober het aantal leerlingen van de gezamenlijke speciale scholen voor basisonderwijs in een samenwerkingsverband meer bedraagt dan 2% van het aantal leerlingen van het samenwerkingsverband, draagt het bestuur van de centrale dienst voor elke leerling van een speciale school voor basisonderwijs boven voornoemde 2% het in artikel 115, eerste lid, bedoelde bedrag over aan de speciale scholen voor basisonderwijs, met dien verstande dat artikel 115, eerste lid, tweede volzin, en tweede lid, van overeenkomstige toepassing is.

  • 6. In het zorgplan wordt vastgelegd welk deel van de bekostiging voor materiële instandhouding die samenhangt met de inrichting van de zorgstructuur voorzover na toepassing van het vijfde lid en artikel 118a die bekostiging nog resteert, op welke basisschool in het samenwerkingsverband wordt ingezet.

  • 7. Bij de berekening op grond van het vijfde lid wordt 2% van het aantal leerlingen van het samenwerkingsverband rekenkundig afgerond op een geheel getal.

  • 8. De overdracht op grond van het vijfde lid door het bestuur van de centrale dienst heeft betrekking op het kalenderjaar dat volgt op de in het vijfde lid bedoelde teldatum en vindt ten hoogste plaats voor het aan het bestuur van de centrale dienst op grond van het eerste lid dan wel het bevoegd gezag op grond van het tweede lid toegekende bekostiging van de materiële instandhouding die samenhangt met de inrichting van de zorgstructuur.

Artikel 118a. Overdracht bekostiging materiële instandhouding samenhangend met inrichting zorgstructuur bij overgang leerling naar ander samenwerkingsverband

Indien artikel 125 van toepassing is, wordt door het bestuur van de centrale dienst dan wel het bevoegd gezag van alle scholen in een samenwerkingsverband tevens een bij het zorgplan bepaald gedeelte van de bekostiging bedoeld in artikel 118 overgedragen aan de speciale school voor basisonderwijs. De in de eerste volzin bedoelde overdracht vindt plaats voor zover nog niet het maximum van de op grond van artikel 118, eerste lid, aan het bestuur van de centrale dienst dan wel op grond van artikel 118, tweede lid, aan het bevoegd gezag toegekende bekostiging van de materiële instandhouding die samenhangt met de inrichting van de zorgstructuur op grond van artikel 118, vijfde lid, is overgedragen.

G

In artikel 125 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het eerste lid vervalt: gedurende 4 schooljaren.

2. Het vijfde lid wordt vervangen door:

  • 5. De overdracht, bedoeld in het eerste lid, eindigt met ingang van het schooljaar dat volgt op het schooljaar waarin de leerling de speciale school voor basisonderwijs verlaat.

H

In artikel 167 wordt de zinsnede «die de leeftijd van 3 jaren hebben bereikt» vervangen door: die de leeftijd van 2 jaar hebben bereikt.

ARTIKEL II

In artikel 43 van de Wet op de expertisecentra2 wordt «ten behoeve van de ontvangende school» vervangen door: ten behoeve van de ontvangende school of school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs dan wel als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen verschillend kan worden vastgesteld. In dat besluit wordt bepaald dat artikel I, onderdeel H, terugwerkt tot en met 1 augustus 2002.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 30 januari 2003

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

M. J. A. van der Hoeven

Uitgegeven de achttiende februari 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Stb. 1998, 495, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 november 2002, Stb. 631.

XNoot
2

Stb. 1998, 496, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 november 2002, Stb. 631.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 2001/2002, 2002/2003, 28 493.

Handelingen II 2002/2003, blz. 2555.

Kamerstukken I 2002/2003, 28 493 (103, 103a).

Handelingen I 2002/2003, zie vergadering d.d. 28 januari 2003.

Naar boven