Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
gedaan mede namens Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
van 20 november 2003, nr. 03M461692;
Gelezen het advies van de Hoge Raad van Adel van 20 november 2003;
Hebben goedgevonden en verstaan:
De kinderen die geboren mochten worden uit het huwelijk van Zijne Koninklijke
Hoogheid Prins Willem-Alexander Claus George Ferdinand, Prins van Oranje,
Prins der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Jonkheer van Amsberg en Hare
Koninklijke Hoogheid Prinses Máxima der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
mevrouw van Amsberg, te verlenen het volgende wapen:
Gevierendeeld:
I en IV in azuur, bezaaid met blokjes van goud, een leeuw van goud, gekroond
met een kroon van drie bladeren en twee parelpunten van hetzelfde, getongd
en genageld van keel, in de rechtervoorklauw opgeheven houdende in schuinlinkse
stand een zwaard van zilver met gevest van goud en in de linkervoorklauw een
bundel van zeven pijlen van zilver met punten van goud, de pijlen tezamen
gebonden met een lint mede van goud;
II en III in goud een jachthoorn van azuur, gesnoerd en geopend van keel,
beslagen van zilver;
In een hartschild van goud, komende uit een golvende schildvoet van azuur,
een gekanteelde burcht, waarop drie gekanteelde torens, de middelste hoger
dan de andere, het geheel van keel, en vergezeld van twee toegewende
wolven van sabel, elk gaande over een uitgerukte cipres van natuurlijke kleur;
Het schild gedekt met de Koninklijke kroon;
Schildhouders: twee leeuwen van goud, getongd en genageld van keel.
Alles geplaatst op een mantel van purper, geboord van goud, gevoerd met
hermelijn, opgebonden met koorden, eindigende in kwasten, beide van goud,
gedekt door de Koninklijke kroon.
Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken is belast met
de uitvoering van dit besluit waarvan afschrift zal worden gezonden aan de
Hoge Raad van Adel en hetwelk in het Staatsblad, in het Publicatieblad van
de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst.