Besluit van 6 november 2003, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Verpakte waters en van het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 september 2003, VGB/VL 2407747 gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Justitie en van Economische Zaken;

Gelet op:

– richtlijn nr. 2003/40/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 16 mei 2003 tot vaststelling van de lijst, de grenswaarden voor de concentratie en de vermelding op het etiket van bestanddelen van natuurlijk mineraalwater en van de voorwaarden voor het gebruik van met ozon verrijkte lucht bij de behandeling van natuurlijk mineraalwater en bronwater (PbEU L 126); en

– artikel 4, eerste lid, artikel 5, eerste en zesde lid, artikel 8, onder c, artikel 12, artikel 13, onder a, en artikel 32b, eerste lid, van de Warenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 17 oktober 2003, no.W13.03 0386/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 30 oktober 2003, VGB/VL 2423 107, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van Justitie en van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Warenwetbesluit Verpakte waters1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1, eerste lid, wordt na vervanging van de punt in onderdeel e door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

f. richtlijn 2003/40/EG: richtlijn nr. 2003/40/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 16 mei 2003 tot vaststelling van de lijst, de grenswaarden voor de concentratie en de vermelding op het etiket van bestanddelen van natuurlijk mineraalwater en van de voorwaarden voor het gebruik van met ozon verrijkte lucht bij de behandeling van natuurlijk mineraalwater en bronwater (PbEU L 126).

B

Aan artikel 2 worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 7. Het is verboden natuurlijk mineraalwater of bronwater te behandelen anders dan met inachtneming van de bij dit besluit gestelde voorschriften.

  • 8. Het is verboden natuurlijk mineraalwater of bronwater te verhandelen met betrekking tot welk in afwijking van dit besluit is gehandeld.

C

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Onze Minister erkent op verzoek natuurlijk mineraalwater dat voldoet aan:

    a. bijlage I bij richtlijn 80/777/EEG; en

    b. artikel 8, derde lid; doch niet dan nadat hij, voor zover het een in Nederland gelegen bron betreft, op de voet van bijlage II van richtlijn 80/777/EEG een vergunning heeft gegeven voor de exploitatie van de desbetreffende bron.

2. Een lid wordt toegevoegd, luidende:

  • 4. In afwijking van het eerste lid, onder b, kan Onze Minister bij het verlenen van een in dat lid bedoelde erkenning lagere richtwaarden hanteren dan ten hoogste 50 mg/l nitraat en ten hoogste 0,1 mg/l nitriet, voor zover die lagere richtwaarden worden gehanteerd voor alle bij hem ingediende verzoeken tot erkenning van natuurlijk mineraalwater.

D

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid vervalt, waarna het derde lid wordt vernummerd tot tweede lid.

2. Een lid wordt toegevoegd, luidende:

  • 3. Onverminderd het eerste lid, onder b, en in afwijking van het tweede lid wordt een behandeling van natuurlijk mineraalwater met lucht die met ozon is verrijkt, vooraf door de exploitant van de desbetreffende bron gemeld aan de Voedsel en Waren Autoriteit. Deze behandeling is slechts toegestaan indien:

    a. de toepassing van die behandeling gerechtvaardigd is gezien het gehalte aan ijzer-, mangaan-, zwavel- en arseenverbindingen in het water;

    b. de exploitant ervoor zorgt dat de behandeling doeltreffend en onschadelijk is en door de Voedsel en Waren Autoriteit kan worden gecontroleerd;

    c. de fysisch-chemische samenstelling van het natuurlijk mineraalwater wat betreft de kenmerkende bestanddelen door de behandeling niet wordt gewijzigd;

    d. het natuurlijk mineraalwater vóór behandeling voldoet aan artikel 6 en artikel 7; en

    e. de behandeling geen residuen achterlaat die schadelijk kunnen zijn voor de volksgezondheid of waarbij de in bijlage II bedoelde grenswaarden worden overschreden.

E

Aan artikel 8 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Natuurlijk mineraalwater, bedoeld in het eerste lid, bevat ten hoogste de in bijlage I bedoelde hoeveelheden van de daar genoemde bestanddelen die van nature aanwezig zijn in mineraalwater.

F

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onder a, komt te luiden:

a. de analytische samenstelling van het water met vermelding van de kenmerkende bestanddelen, met dien verstande dat het werkelijke fluorgehalte wordt vermeld indien dat hoger is 1,5 mg/l;.

2. Het tweede en derde lid worden vernummerd tot derde en vierde lid, waarna een lid wordt ingevoegd, luidende:

  • 2. Onverminderd het eerste lid, onder c, wordt bij natuurlijk mineraalwater dat behandeld is met lucht die met ozon is verrijkt, in de nabijheid van de vermelding, bedoeld in het eerste lid, onder a, de vermelding gebezigd: «dit water heeft een toegelaten behandeling ondergaan door oxidatie met lucht die met ozon is verrijkt».

3. Een lid wordt toegevoegd, luidende:

  • 5. Onverminderd het eerste lid wordt bij natuurlijk mineraalwater met meer dan 1,5 mg/l fluor in de onmiddellijke nabijheid van de aanduiding de volgende vermelding gebezigd: «bevat meer dan 1,5 mg/l fluor; niet geschikt voor regelmatig gebruik door zuigelingen en kinderen jonger dan 7 jaar».

G

Aan paragraaf 2 wordt na artikel 11 een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 11a

Bij de vaststelling of al dan niet is voldaan aan artikel 8, derde lid, worden de prestatiekenmerken in acht genomen die zijn omschreven in bijlage II van richtlijn 2003/40/EG.

H

Artikel 12, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De artikelen 3 tot en met 7, en artikel 10, met uitzondering van:

    a. artikel 3, eerste lid, onder b, en vierde lid; en

    b. artikel 10, eerste lid, onder a, en vijfde lid; zijn van overeenkomstige toepassing op bronwater.

I

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «met uitzondering van artikel 4, eerste lid, onder b en c, en tweede en derde lid» vervangen door: met uitzondering van artikel 4, eerste lid, onder b en c, en tweede lid.

2. Een lid wordt toegevoegd, luidende:

  • 4. Een wijziging van bijlage II van richtlijn 2003/40/EG gaat voor de toepassing van artikel 11a gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven.

J

Twee bijlagen worden toegevoegd, luidende:

BIJLAGE I

Deze bijlage behoort bij artikel 8, derde lid.

De van nature in mineraalwater aanwezige bestanddelen en hoeveelheden, bedoeld in artikel 8, derde lid, zijn:

BestanddeelHoeveelheid (mg/l)
antimoon 0,0050
arseen 0,010 (As totaal)
barium 1,0
cadmium 0,003
chroom 0,050
koper 1,0
cyanide 0,070
fluoride 5,0
lood 0,010
mangaan 0,50
kwik 0,0010
nikkel 0,020
nitraat50
nitriet 0,1
seleen 0,010

BIJLAGE II

Deze bijlage behoort bij artikel 4, derde lid, onder e.

De grenswaarden voor residuen van de behandeling van natuurlijk mineraalwater met lucht die met ozon is verrijkt, bedoeld in artikel 4, derde lid, onder e, zijn:

BehandelingsresiduGrenswaarde* (μg/l)
opgelost ozon50
bromaat 3
bromoform 1

* De naleving van de grenswaarde wordt door de Voedsel en Waren Autoriteit nagegaan bij de botteling of andere wijze van verpakking voor de eindverbruiker.

ARTIKEL II

De bijlage van het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten2 wordt als volgt gewijzigd:

In de tabel «Omschrijving van de overtreding» en bijbehorend «Boetebedrag per categorie» komt D-38 te luiden:

D-38Warenwetbesluit Verpakte waters  
 Omschrijving van de overtredingBoetebedrag per categorie
  III
D-38.1.1art. 2 lid 1 jo. art. 5€ 450,- € 900,-
D-38.1.2art. 2 lid 1 jo. art. 6€ 450,- € 900,-
D-38.1.3art. 2 lid 1 jo. art. 8 lid 3€ 450,-€ 900,-
D-38.2.1art. 2 lid 2€ 450,- € 900,-
D-38.3.1art. 2 lid 3 jo. art. 8 lid 1€ 450,-€ 900,-
D-38.3.2art. 2 lid 3 jo. art. 8 lid 2 € 450,-€ 900,-
D-38.4.1art. 2 lid 4 jo. art. 9 lid 1 € 450,-€ 900,-
D-38.4.2art. 2 lid 4 jo. art. 9 lid 2 € 450,-€ 900,-
D-38.4.3art. 2 lid 4 jo. art. 10 lid 3 € 450,-€ 900,-
D-38.5.1art. 2 lid 5 jo. art. 9 lid 1 € 450,-€ 900,-
D-38.5.2art. 2 lid 5 jo. art. 10 lid 1 € 450,-€ 900,-
D-38.5.3art. 2 lid 5 jo. art. 10 lid 2 € 450,-€ 900,-
D-38.5.4art. 2 lid 5 jo. art. 10 lid 4 € 450,-€ 900,-
D-38.5.5art. 2 lid 5 jo art. 10 lid 5 € 450,-€ 900,-
D-38.6.1art. 2 lid 7 jo. art. 4 lid 3 € 450,-€ 900,-
D-38.7.1art. 2 lid 8 jo. art. 4 lid 3 € 450,-€ 900,-

ARTIKEL III

  • 1. Dit besluit, en artikel 4, eerste lid, onder b, van het Warenwetbesluit Verpakte waters, treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

  • 2. In afwijking van het eerste lid treedt artikel II acht weken na de inwerkingtreding van dit besluit in werking.

  • 3. In afwijking van het eerste lid treden artikel I, onder C en onder E, in werking met ingang van 1 januari 2006, met dien verstande dat de voor fluoride en nikkel vastgestelde hoeveelheden die van nature aanwezig mogen zijn in natuurlijk mineraalwater, pas van toepassing zijn met ingang van 1 januari 2008.

  • 4. In afwijking van het eerste lid mogen drinkwaren die voldoen aan het Warenwetbesluit Verpakte waters zoals dat onmiddellijk vóór de inwerkingtreding van dit besluit luidde, nog tot 1 juli 2004 worden verpakt en geëtiketteerd. Deze waters mogen worden verkocht zolang de voorraad strekt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 6 november 2003

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de vijfentwintigste november 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Op 22 mei 2003 is gepubliceerd richtlijn nr. 2003/40/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 16 mei 2003 tot vaststelling van de lijst, de grenswaarden voor de concentratie en de vermelding op het etiket van bestanddelen van natuurlijk mineraalwater en van de voorwaarden voor het gebruik van met ozon verrijkte lucht bij de behandeling van natuurlijk mineraalwater en bronwater (PbEU L 126), verder te noemen: richtlijn 2003/40/EG.

Richtlijn 2003/40/EG stelt de grenswaarden vast voor de toegelaten gehalten van bepaalde bestanddelen van natuurlijk mineraalwater die een risico kunnen inhouden voor de volksgezondheid. Deze bestanddelen moeten van nature in het water aanwezig zijn en mogen niet het gevolg zijn van verontreiniging van de bron. Bovendien dient de etikettering van natuurlijk mineraalwater met meer dan 1,5 mg/l fluor een waarschuwing te bevatten dat dit water niet geschikt is voor regelmatig gebruik door zuigelingen en kinderen jonger dan 7 jaar.

Voorts stelt richtlijn 2003/40/EG de voorwaarden vast voor het gebruik van lucht die met ozon is verrijkt. Deze lucht mag worden gebruikt voor het verwijderen van ijzer-, mangaan-, zwavel-, en arseenverbindingen uit natuurlijk mineraalwater en bronwater. Deze behandeling dient wel vermeld te worden in de etikettering.

Richtlijn 2003/40/EG dient te worden geïmplementeerd door een wijziging van het Warenwetbesluit Verpakte waters. Dit besluit strekt daartoe.

Artikelsgewijs

Artikel I onder D

Artikel 4, eerste lid, onder b, van het Warenwetbesluit Verpakte waters was, aldus artikel 17, eerste lid, van dat besluit, nog niet in werking getreden. Met ozon verrijkte lucht mocht derhalve nog niet worden gebruikt bij het behandelen van natuurlijk mineraalwater.

Inmiddels zijn bij richtlijn 2003/40/EG regels vastgesteld voor het behandelen van natuurlijk mineraalwater met lucht die met ozon is verrijkt. Deze regels zijn geïmplementeerd in het nieuwe artikel 4, derde lid. In verband daarmee is in artikel III van dit besluit bepaald dat artikel 4, eerste lid, onder b, van het Warenwetbesluit Verpakte waters gelijk met dit wijzigingsbesluit in werking treedt. Met ozon verrijkte lucht mag voortaan dus worden gebruikt bij het behandelen van natuurlijk mineraalwater, met inachtneming van de bij dit besluit gestelde voorschriften.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt het oude artikel 4, tweede lid, te schrappen. De daar genoemde voorschriften zullen te zijner tijd derhalve niet bij ministeriële regeling, maar bij wijziging van het Warenwetbesluit Verpakte waters worden vastgesteld. Deze wijze van implementatie is inzichtelijker dan het vaststellen van een aparte ministeriële regeling krachtens het Warenwetbesluit Verpakte waters.

Artikel I onder H

De artikelen 5 en 6 van richtlijn 2003/40/EG zijn van overeenkomstige toepassing op bronwater. Dit is tot uiting gebracht door wijziging van artikel 12, eerste lid, van het Warenwetbesluit Verpakte waters.

Artikel I onder I

De wijziging van artikel 17, eerste lid, van het Warenwetbesluit Verpakte waters is noodzakelijk in verband met de wijziging van artikel 4 van dat besluit krachtens artikel I, onder D, eerste lid, van dit besluit.

Artikel II

In de bijlage van het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten is omschreven voor welke overtredingen de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een boete kan opleggen aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan welke die overtreding kan worden toegerekend. Die bijlage dient te worden aangepast aan de bij dit besluit vastgestelde wijziging van het Warenwetbesluit Verpakte waters.

De in dit wijzigingsbesluit bedoelde overtredingen worden beboet met een bedrag van € 450,– voor de kleine bedrijven (50 of minder werknemers) en een boete van € 900,– voor de zogenaamde grote bedrijven (meer dan 50 werknemers). Overtreding van de hier in het geding zijnde voorschriften vertonen, voor zover zij door een bestuurlijke boete kunnen worden afgedaan, een goed vergelijkbare mate van (geringe) ernst. Voor een verdere toelichting inzake de hoogte van deze bedragen zij verwezen naar de nota van toelichting bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten, die van overeenkomstige toepassing is op dit wijzigingsbesluit.

Artikel III, eerste en tweede lid

In artikel 17, eerste lid, van het Warenwetbesluit Verpakte waters is bepaald dat artikel 4, eerste lid, onder b, van dat besluit in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. De reden hiervoor is dat de voorwaarden waaronder de in die bepaling bedoelde behandeling van natuurlijk mineraalwater met lucht die met ozon is verrijkt, destijds nog niet waren vastgesteld. In afwachting van de vaststelling van die voorwaarden kon gelet op dat artikel 4 derhalve nog geen gebruik worden gemaakt van met ozon verrijkte lucht bij de behandeling van mineraalwater. Inmiddels zijn die voorwaarden wél vastgesteld, namelijk bij de artikelen 5 en 6 van richtlijn 2003/40/EG. In verband daarmee bepaalt artikel III, eerste lid, dat bij de inwerkingtreding van dit besluit, ook artikel 4, eerste lid, onder b, in werking treedt.

Artikel III, tweede lid, heeft betrekking op de wijziging van het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten. Deze wijziging dient, aldus artikel 32b, tweede lid, van de Warenwet, niet eerder in werking te treden dan acht weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt gepubliceerd.

Administratieve lasten

Dit besluit heeft in Nederland gevolgen voor acht producenten van natuurlijk mineraalwater en bronwater. Als gevolg van dit besluit zullen door hen naar verwachting in totaal omstreeks 32 etiketten eenmalig aangepast moeten worden. Per etiket is hiervoor gemiddeld 5 uur werk noodzakelijk. Ervan uitgaande dat één uur werk € 45,– kost, betekent dit dat de totale administratieve lasten van dit besluit omstreeks€ 7 200 bedragen.

Het ontwerpbesluit is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal). Dat college heeft het besluit echter niet geselecteerd voor een toets op de gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven.

Transponeringstabel

In onderstaande tabel is het verband weergegeven tussen enerzijds richtlijn 2003/40/EG en anderzijds dit besluit of het bij dit besluit gewijzigde Warenwetbesluit Verpakte waters.

Richtlijn 2003/40/EGDit besluit (Warenwetbesluit Verpakte waters)
1Dit besluit
2 lid 1I onder C, lid 1 (artikel 3 lid 1 onder b)
 I onder E (artikel 8 lid 3)
 III lid 3
2 lid 2I onder C, lid 1 (artikel 3 lid 1 onder b)
 III lid 3
2 lid 3I onder C lid 2 (artikel 3 lid 4)
3I onder G (artikel 11a)
4 lid 1 en 2I onder F lid 3 (artikel 10 lid 5)/artikel 23 Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen
4 lid 3I onder F lid 1 (artikel 10 lid 1 onder a)
5I onder D lid 2 (artikel 4 lid 3)
6I onder F lid 2 (artikel 10 lid 2)
7I onder H (artikel 12 lid 1)
8III lid 1 en 4
9Dit besluit
10, 11geen implementatie vereist
bijlage II onder J (bijlage I)
bijlage III onder G (artikel 11a)
bijlage IIII onder J (bijlage II)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst


XNoot
1

Stb. 1998, 527, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 1 juli 2002, Stb. 352.

XNoot
2

Stb. 2000, 527, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 14 augustus 2003, Stb. 342.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven