Besluit van 24 september 2003, houdende wijziging van het Transactiebesluit 1994

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 1 juli 2003, directie Wetgeving, nr. 5232267/03/6;

Gelet op artikel 74c van het Wetboek van Strafrecht;

De Raad van State gehoord (advies van 7 augustus 2003, nr. W03.03.0242/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 16 september 2003, directie Wetgeving, nr. 5244876/03/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Transactiebesluit 19941 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «artikel 3, onder b en c» vervangen door: artikel 3, onder b.

2. In het derde lid wordt «artikel 3, onder b, c en d» vervangen door: artikel 3, onder b en c.

3. In het vierde lid wordt «artikel 3, onder c» vervangen door: artikel 3, onder b.

4. In het vijfde lid wordt «artikel 3, onder c» vervangen door: artikel 3, onder b.

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel b vervalt.

2. De onderdelen c en d worden geletterd b en c.

C

De bijlage, bedoeld in artikel 3, komt te luiden:

Bijlage bedoeld in artikel 3 van het Transactiebesluit 1994

Categorie-indeling B:

1 – bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en bestuurders van brommobielen voorzover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;

2 – bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;

3 – bromfietsers, snorfietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met motor;

4 – fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen zonder motor;

5 – voetgangers;

6 – overige weggebruikers;

7 – schippers;

8 – een ieder.

FeitnummerOmschrijvingArtikelCategorie
 Nummers: K 005 – K 175 Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994)  
    
K 005als bestuurder van een motorrijtuig rijden terwijl krachtens de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften de inlevering van het rijbewijs is gevorderd dan wel het rijbewijs is ingenomen9 lid 8 WVW 19941/2
    
 als bestuurder van een motorrijtuig rijden, terwijl het kentekenbewijs is ingevorderd36 lid 3 sub c WVW 1994 
K 020 a– na deugdelijk herstel 1/2
    
 als bestuurder beneden de 16 jaar een motorrijtuig besturen, zijnde110 lid 1 WVW 1994 jo artikel 5 sub b RR 
K 070 a– een bromfiets 3
K 070 b– een gehandicaptenvoertuig 3
K 070 c– een landbouwtrekker 1
K 070 d– een motorrijtuig met beperkte snelheid (niet zijnde een stoom- of motorwals) 1
K 145 bals bestuurder handelen in strijd met een of meer aan een ontheffing verbonden voorschriften betreffende de lengte / breedte / hoogte / massa en/of begeleiding150 lid 2 WVW 19941
K 160 aals bestuurder, die in overtreding wordt bevonden van een bij of krachtens de WVW 1994 vastgesteld voorschrift, de gegeven bevelen niet opvolgen160 lid 6 WVW 19941/2/3/4/6
K 160 bals bestuurder van een voertuig in het kader van het beroepsgoederenvervoer of personenvervoer, die in overtreding wordt bevonden van een bij of krachtens de WVW 1994 vastgesteld voorschrift, betreffende het vervoer van lading of personen, de gegeven bevelen niet opvolgen 160 lid 6 WVW 19941
    
 Categorie-indeling A: (Voertuigreglement)  
 2 – personenauto's;  
 3 – bedrijfsauto's;   
 4 – motorfietsen;  
 5 – driewielige motorrijtuigen;   
 6 – bromfietsen;  
 7 – motorrijtuigen met beperkte snelheid;  
 8 – landbouwtrekkers;   
 9 – fietsen;  
 10 – gehandicaptenvoertuigen, uitgerust met een verbrandingsmotor of een elektromotor en voorzien van een gesloten carrosserie;   
 11 – gehandicaptenvoertuigen, uitgerust met een elektromotor en niet voorzien van een gesloten carrosserie;   
 12 – aanhangwagens met een toegestane maximum massa van meer dan 750 kg achter personenauto's, bedrijfsauto's en driewielige motorrijtuigen;  
 13 – aanhangwagens met een toegestane maximum massa van niet meer dan 750 kg achter personenauto's, bedrijfsauto's en driewielige motorrijtuigen;   
 14 – aanhangwagens achter landbouwtrekkers en achter motorrijtuigen met beperkte snelheid;   
 15 – aanhangwagens achter motorfietsen (15a) of bromfietsen (15b);   
 16 – aanhangwagens achter fietsen op twee wielen;   
 17 – wagens.   
    
 Nummers: N 150b – P 351e Voertuigreglement (VR)  
    
N 150 bdan wel als eigenaar of houder doen of laten rijden terwijl het na 31-12-1987 in gebruik genomen voertuig, met een toegestane maximum massa van meer dan 12 000 kg niet is voorzien van een snelheidsbegrenzer5.3.15 VR3
N 150 cdan wel als eigenaar of houder doen of laten rijden terwijl de na 31-12-1987 in gebruik genomen bus met een toegestane maximum massa van meer dan 10 000 kg niet is voorzien van een snelheidsbegrenzer5.3.15 VR3
N 150 ddan wel als eigenaar of houder doen of laten rijden terwijl de snelheidsbegrenzer niet aan de eisen voldoet. Wat betreft een bedrijfsauto bestemd voor het vervoer van goederen niet meer dan 90 km/h en wat betreft een bus maximaal 100km/h.5.3.15 VR3
    
 niet wordt voldaan aan de vereiste remvertraging (categorie 12 particulier gebruik) de vermindering bedraagt5.*.38 VR 
N 381 e– meer dan 2,0 m/s2 2/4/5/12
    
 niet wordt voldaan aan de vereiste remvertraging (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik) de vermindering bedraagt5.*.38 VR 
N 381 g– 0,51 t/m 1,0 m/s2 3/12
N 381 h– 1,01 t/m 1,5 m/s2 3/12
N 381 i– 1,51 t/m 2,0 m/s2 3/12
N 381 j– meer dan 2,0 m/s2 3/12
    
 de maximum lengte van het samenstel van voertuigen wordt overschreden, met een overschrijding5.18.11 VR 
P 111 c– van meer dan 0,50 m en t/m 0,75 m 2/3/5/7/8
P 111 d– van meer dan 0,75 m en t/m 1,00 m 2/3/5/7/8
    
 de lading van het voertuig of samenstel van voertuigen, niet zijnde een samenstel van kermis- of circusvoertuigen met inbegrip van in lengte ondeelbare lading meer dan 3,5 meter voor het hart van het stuurwiel uitsteekt5.18.13 VR 
P 130 p– van meer dan 0,50 m t/m 0,75 m 2/3/5
P 130 q– van meer dan 0,75 m t/m 1,00 m 2/3/5
    
 de lading van een beladen samenstel van bedrijfsauto en aanhangwagen, niet zijnde een oplegger, dat wordt gebruikt voor het vervoer van voertuigen, langer dan 20,75 meter5.18.13 VR 
P 130 k– van meer dan 0,50 m en t/m 0,75 m 3/12
P 130 l– van meer dan 0,75 m en t/m 1,00 m 3/12
    
 de lading meer dan de toegestane lengte achter (de achterste as van) het voertuig uitsteekt en/of de vereiste stootbalk, voor het na 01-01-1996 in gebruik genomen voertuig, meer dan 0,60 meter van de uiterste achterzijde is aangebracht (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik), een overschrijding5.18.12 VR 
P 121 c– van meer dan 0,50 m en t/m 0,75 m 3/12
P 121 d– van meer dan 0,75 m en t/m 1,00 m 3/12
    
 de lading meer dan de toegestane lengte achter (de achterste as van) het voertuig uitsteekt (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik), een overschrijding5.18.13 VR 
P 131 c– van meer dan 0,50 m en t/m 0,75 m 3/12
P 131 d– van meer dan 0,75 m en t/m 1,00 m 3/12
    
 de som van de aslasten van de aangekoppelde middenasaanhangwagen met een toegestane maximum massa van meer dan 12 000 kg meer bedraagt dan de som van aslasten van het trekkend motorrijtuig5.18.31 VR 
P 310 c– meer dan 50% 12
P 310 d– meer dan 75% 12
    
 niet wordt voldaan aan de minimale remvertraging van de bedrijfsrem van het samenstel, de vermindering bedraagt5.18.35 lid 1 VR 
P 350 e– meer dan 2,0 m/s2 2/4/5
    
 niet wordt voldaan aan de minimale remvertraging van de bedrijfsrem van het samenstel, de vermindering bedraagt5.18.35 lid 1 VR 
P 350 g– 0,51 t/m 1,0 m/s2 3
P 350 h– 1,01 t/m 1,5 m/s2 3
P 350 i– 1,51 t/m 2,0 m/s2 3
P 350 j– meer dan 2,0 m/s2 3
    
 de remvertraging van het samenstel niet voldoet aan die van het trekkend voertuig, de vermindering bedraagt5.18.35 lid 2 VR 
P 351 e– meer dan 2,0 m/s2 7/8
    
 Categorie-indeling C: (maximumsnelheid)  
 1 – motorvoertuigen (uitgezonderd categorie 2: vrachtauto's, autobussen en motorvoertuigen met aanhangwagen) en brommobielen;   
 2 – vrachtauto's, autobussen en motorvoertuigen met aanhangwagen;   
 3 – bromfietsen, snorfietsen en gehandicaptenvoertuigen met motor;  
 4 – landbouwtrekkers en motorvoertuigen met beperkte snelheid.   
 Nummers: S 015 – S 400 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)  
    
 Hoofdstuk 2. Verkeersregels  
    
 VIII Maximumsnelheid  
    
 a. Algemeen  
    
 als bestuurder niet in staat zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kan overzien en waarover deze vrij is. De gedraging/overtreding is geconstateerd met behulp van het Videocontrole systeem ( VCS) – bij snelheden van meer dan 80km/h en tot en met 100 km/h, waarbij de onderlinge afstand tussen de voertuigen overeenkomt met een tijd van19 RVV 1990 
S 015 a– vanaf 0,5 seconde tot en met 0,4 seconde 1/2
S 015 b– minder dan 0,4 seconde tot en met 0,3 seconde 1/2
S 015 c– minder dan 0,3 seconde tot en met 0,2 seconde 1/2
S 015 d– minder dan 0,2 seconde 1/2
    
 als bestuurder niet in staat zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kan overzien en waarover deze vrij is. De gedraging/overtreding is geconstateerd met behulp van het Videocontrole systeem ( VCS) – bij snelheden van meer dan 100 km/h tot en met 120 km/h, waarbij de onderlinge afstand tussen de voertuigen overeenkomt met een tijd van19 RVV 1990 
S 020 a– vanaf 0,5 seconde tot en met 0,4 seconde 1/2
S 020 b– minder dan 0,4 seconde tot en met 0,3 seconde 1/2
S 020 c– minder dan 0,3 seconde tot en met 0,2 seconde 1
    
 Categorie-indeling B:  
 1 – bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en bestuurders van brommobielen voorzover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;   
 2 – bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;   
 3 – bromfietsers, snorfietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met motor;   
 4 – fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen zonder motor;   
 5 – voetgangers;  
 6 – overige weggebruikers;   
 7 – schippers;   
 8 – een ieder.   
    
 Nummers: R 412- R 630 b Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)  
    
 Hoofdstuk 2. Verkeersregels  
    
 XI. Het plaatsen van fietsen en bromfietsen  
    
R 412een (brom)fiets plaatsen anders dan op het trottoir, voetpad, in de berm of door het bevoegde gezag aangewezen plaatsen27 RVV 19903/4
    
 Hoofdstuk 3. Verkeerstekens  
    
 II. Verkeersborden  
    
R 587een (brom)fiets plaatsen in strijd met bord E3 (verbod (brom)fietsen te plaatsen)62 jo. bord E3 RVV 19903/4
    
 Hoofdstuk 4. Aanwijzingen  
    
 als weggebruiker niet  
R 627 a– opvolgen van de in de Bijlage II vastgestelde aanwijzing om te stoppen, gegeven door daartoe bevoegde en als zodanig kenbare verkeersbrigadiers82 lid 1 jo. 82 lid 3 ivm Bijlage II RVV 19901/2/3/4/6
R 627 b– stoppen voor een stopteken dat bestaat uit een bord F10 van Bijlage I van het RVV 1990, dan wel een rode lamp, dan wel een rode vlag, gegeven door een begeleider van een railvoertuig82 lid 4 RVV 19901/2/3/4/5/6
    
 als weggebruiker niet opvolgen van de in de Bijlage II RVV 1990 vastgestelde aanwijzingen  
R 630 b– gegeven door daartoe bevoegde en als zodanig kenbare verkeersregelaar82 lid 1 ivm Bijlage II RVV 19901/2/3/4/5/6
 Nummer: K 800 – K 825 Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 (WRM 1993)  
K 800rijonderricht geven zonder in het bezit te zijn van het vereiste certificaat (particulier)7 lid 1 WRM 19938
    
 rijonderricht geven terwijl het certificaat  
K 810 a– niet geldig is voor het rijonderricht dat wordt gegeven7 lid 2 onder a WRM 19938
K 810 b– niet voldoet aan de vastgestelde eisen inzake inrichting en uitvoering7 lid 2 onder b WRM 19938
K 810 c– niet behoorlijk leesbaar is7 lid 2 onder c WRM 19938
    
 als houder niet (tijdig) inleveren van een ongeldig verklaard certificaat voor  
K 815 a– rijonderricht15 lid 4 WRM 19938
K 815 b– vakbekwaamheid22 lid 5 WRM 19938
K 820het certificaat niet op eerste vordering behoorlijk ter inzage afgeven24 WRM 19938
K 825het instructeursbewijs, dan wel het bewijs van ontheffing niet op eerste vordering behoorlijk ter inzage afgeven28 WRM 19938
    
 Categorie-indeling E (scheepvaartwetgeving)  
 1 – (gezagvoerder) schipper;  
 2 – bestuurder;   
 3 – bemanningslid;   
 4 – waterskiër;   
 5 – werkgever;   
 6 – exploitant;  
 7 – eigenaar of houder;   
 8 – een ieder.  
    
 Nummers: W 500 – W 532, W 065 – W 170 Binnenvaartpolitiereglement (BPR)  
 Plaatselijke verordeningen (Pl.V)  
    
 Snelle motorboten  
    
 als schipper van een snelle motorboot aan de scheepvaart deelnemen zonder dat, dan wel als eigenaar of houder er niet mede zorg voor heeft gedragen dat1.02 lid 2 c.q. 8.05 BPR 
W 500 a– de snelle motorboot is geregistreerdjo. 8.01 lid 1 BPR1/7
W 500 b– de snelle motorboot ten name van de huidige eigenaar is geregistreerdjo. 8.01 lid 1 BPR1/7
W 500 c– het registratiebewijs aan boord van de snelle motorboot isjo. 8.01 lid 2 BPR1/7
W 500 d– de snelle motorboot is voorzien van het registratietekenjo. 8.02 lid 1 BPR1/7
W 500 e– het registratieteken op de voorgeschreven wijze op de snelle motorboot is aangebrachtjo. 8.02 lid 1 BPR1/7
W 500 f– de snelle motorboot, is voorzien van het in verband met de constructie voorgeschreven registratieteken van 100 x 60 x 15 mmjo. 8.02 lid 2 BPR1/7
W 500 g– de snelle motorboot, op de juiste wijze is voorzien van het in verband met de constructie voorgeschreven registratieteken van 100 x 60 x 15 mmjo. 8.02 lid 2 BPR1/7
W 500 h– bij de snelle motorboot de afgewerkte gassen door een behoorlijk geluiddempende voorziening worden afgevoerdjo. 8.03 sub b BPR1/7
W 500 i– de snelle motorboot niet is voorzien van een technische inrichting waardoor bij het onderbreken van de besturing de middelen tot voortbeweging onmiddellijk tot stilstand of nagenoeg tot stilstand komen (dodemansknop)jo. 8.03 sub d BPR1/7
W 500 j– aan boord van de snelle motorboot een deugdelijk brandblusapparaat isjo. 8.03 sub f BPR1/7
    
 als schipper van een snelle motorboot aan de scheepvaart deelnemen zonder dat, dan wel als eigenaar of houder er niet mede zorg voor heeft gedragen dat een reddingsvest of een drijfkussen voor ieder der opvarenden aan boord is van de snelle motorboot1.02 lid 2 en 8.05 jo. 8.03 sub e BPR 
W 501 a– één ontbreekt 1/7
W 501 b– twee ontbreken 1/7
W 501 c– drie ontbreken 1/7
W 501 d– vier ontbreken 1/7
W 501 e– vijf of meer ontbreken 1/7
    
W 514als bestuurder van een snelle motorboot, die qua constructie niet veilig staande kan worden bestuurd, tijdens het varen niet zijn gezeten op de voor hem bestemde zitplaats 8.04 lid 1a jo.8.04 lid 4 BPR2
    
W 516als bestuurder van een snelle motorboot, deze staande besturen zonder een reddingsvest te dragen 8.04 lid 5 BPR2
    
W 518als bestuurder van een snelle motorboot varen zonder gebruik te maken van de «dodemansknop» 8.04 lid 1b jo. 8.03 ond d BPR2
W 528waterskiën, doen waterskiën of op soortgelijke wijze van de vaarweg gebruik te maken, waar c.q. wanneer dat verboden is1.02 lid 2 jo. 8.06 lid 1 cq 5.01 BPR ivm teken A14 of bekendmaking 13 BABS1/2/4
    
 als bestuurder van een snelle motorboot één of meer waterskiërs voortbewegen zonder zich bij te laten staan door een medeopvarende van tenminste 15 jaar oud als uitkijk8.06 lid 2 BPR 
W 530 a– geen uitkijk of aanwezige uitkijk jonger dan 12 jaar 2
W 530 b– aanwezige uitkijk tussen 12 – 15 jaar 2
    
 Snelheidsovertredingen  
    
 als schipper van een snelle motorboot sneller varen dan 20 km/h, waar dat verboden is en wel met een overschrijding6.02 lid 3 BPR 
W 065a– tot 6 km/h 1
W 065b– van 6 tot 15 km/h 1
W 065c– van 15 tot 25 km/h 1
    
 als schipper van een klein schip sneller varen dan toegestaan, en wel met een overschrijding5.01 BPR ivm verkeers-teken B6 of bekendmaking 13 BABS 
W 075a– tot 6 km/h 1
W 075b– van 6 tot 15 km/h 1
W 075c– van 15 tot 25 km/h 1
    
 als schipper van een klein schip sneller varen dan toegestaan en wel met een overschrijdingPL.V 
W 085a– tot 6 km/h 1
W 085b– van 6 tot 15 km/h 1
W 085c– van 15 tot 25 km/h 1
    
 Overige  
    
W 150als schipper van een schip varen terwijl het sturen niet wordt verricht door een daartoe bekwaam en tenminste 16 jaar oud persoon1.09 lid 1 BPR1
W 152als schipper van een snelle motorboot varen terwijl het sturen niet wordt verricht door een daartoe bekwaam en tenminste 18 jaar oud persoon1.09 lid 4 BPR1
W 156geen bijgewerkt exemplaar van het Binnenvaartpolitiereglement aan boord aanwezig hebben1.11 BPR1
    
 bij het meren of verhalen gebruik maken van  
W 158 a– verkeerstekens1.13 lid 1 BPR1/8
W 158 b– andere voorwerpen dan die daarvoor bestemd zijn7.04 lid 3 BPR1/6
    
W 160als schipper van een zeilplank, daarmee varen in een voor de doorgaande vaart bestemd gedeelte van de vaarweg9.05 BPR1
    
W 162als schipper van een zeilplank, daarmee varen in een gedeelte van de vaarweg waar dit verboden isPL.V1
    
 als schipper deelnemen aan de scheepvaart terwijl de voorgeschreven kentekens niet zijn aangebracht  
W 164 a– schip2.01 BPR1
W 164 b– klein schip2.02 BPR1
    
 als schipper deelnemen aan de scheepvaart terwijl de voorgeschreven kentekens niet op de voorgeschreven wijze zijn aangebracht  
W 166 a– schip2.01 BPR1
W 166 b– klein schip 2.02 BPR1
    
W 170als schipper varen in strijd met een duidelijk zichtbaar geplaatst en voor hem geldend verbodsteken als bedoeld onder A.1 van de bijlage 7 van het Binnenvaartpolitiereglement 6.08 sub 2 BPR1
    
 Nummers: W 300 – W 305 Binnenschepenwet (BSW), Rijnvaartpolitiereglement 1995 (RPR)  
    
 als schipper van een schip op binnenwateren varen zonder dat hij is voorzien van een geldig46 jo. 16 BSW + 1.10 lid 1 aanhef en onder b RPR 
W 300 b– klein vaarbewijs 1
 als schipper niet op eerste vordering behoorlijk ter inzage afgeven  
W 305 a– een geldig certificaat van onderzoek of een het certificaat van onderzoek vervangend document52a, lid 1a BSW1
W 305 b– een geldig vaarbewijs of een het vaarbewijs vervangend document52a, lid 1b BSW1
W 305 c– een geldige meetbrief52a, lid 1c BSW1
    
 Nummers: W 420 – W 485 Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart (WVBB), het Besluit vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart (BVBB), Reglement onderzoek schepen op de Rijn (ROSR), Rijnvaartpolitiereglement 1995 (RPR) en Arbeidstijdenbesluit vervoer (ATBvv)  
    
 Wisseling van de exploitatiewijze  
    
 als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat ieder bemanningslid bij een wisseling van de exploitatiewijze de volledige rusttijd heeft genoten (per bemanningslid)16 jo. 5 WVBB jo. 5 en 7 BVBB jo. par. 5.5 ATBvv/23.07 ROSR 
W 420 a– 1 uur 1/5
W 420 b– 2 uren 1/5
W 420 c– 3 uren 1/5
W 420 d– 4 uren 1/5
    
 Exploitatiewijze A1  
    
 als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat ieder bemanningslid de volledige rusttijd heeft genoten (per bemanningslid)16 jo. 5 WVBB jo. 5 BVBB jo. par. 5.5 ATBvv/23.06 ROSR 
W 425 a– 1 uur 1/5
W 425 b– 2 uren 1/5
W 425 c– 3 uren 1/5
W 425 d– 4 uren 1/5
    
 als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat de vaart tussen 22.00 uur en 06.00 uur wordt onderbroken, met (geen overschrijding van de vaar-/rusttijd)16 jo. 5 WVBB jo.10 lid 1 BVBB/23.05 ROSR 
W 435 a– 1 uur 1/5
W 435 b– 2 uren 1/5
W 435 c– 3 uren 1/5
W 435 d– 4 uren 1/5
    
 Exploitatiewijze A2  
    
 als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat ieder bemanningslid de volledige rusttijd heeft genoten (per bemanningslid)16 jo. 5 WVBB jo. 5 BVBB jo. par. 5.5 ATBvv/23.06 ROSR 
W 440 a– 1 uur 1/5
W 440 b– 2 uren 1/5
W 440 c– 3 uren 1/5
W 440 d– 4 uren 1/5
    
 als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat de vaart tussen 23.00 uur en 05.00 uur wordt onderbroken, met (geen overschrijding van de vaar-/rusttijd)16 jo. 5 WVBB jo.10 lid 2 BVBB/23.05 ROSR 
W 445 a– 1 uur 1/5
W 445 b– 2 uren 1/5
W 445 c– 3 uren 1/5
W 445 d– 4 uren 1/5
    
 Exploitatiewijze B  
    
 als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat ieder bemanningslid de volledige rusttijd heeft genoten (per bemanningslid)16 jo. 5 WVBB jo. 5 BVBB jo. par 5.5 ATBvv/23.06 ROSR 
W 450 a– 1 uur 1/5
W 450 b– 2 uren 1/5
W 450 c– 3 uren 1/5
W 450 d– 4 uren 1/5
 Minimumbemanning  
    
 als gezagvoerend schipper varen terwijl of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat, tijdens de vaart de minimumbemanning zich voortdurend aan boord bevindt, bij het ontbreken van16 jo. 5 WVBB jo.15 lid 1 jo. 12 t/m 14 BVBB/23.01 ROSR 
W 455 a– 1 bemanningslid 1/5
W 455 b– 2 bemanningsleden 1/5
    
 Bescheiden  
    
 als gezagvoerend schipper dan wel als werkgever geen zorg hebben gedragen dat de schipper in het bezit is van een groot patent, een vaarbewijs, dan wel een bewijs van bekwaamheid voor de binnenvaart  
W 460 a– binnenvaart16 jo. 5 WVBB jo.18 lid 1 onderdeel a BVBB/23.04 lid 5 ROSR1/5
W 460 b– zeescheepvaart op binnenwateren16 jo. 5 WVBB jo. 18 lid 1 ond a jo. 29 ond b BVBB/20.02 ivm 23.04 lid 5 ROSR1/5
W 465een bemanningslid is niet in het bezit van een dienstboekje16 jo. 5 WVBB jo. 24 lid 1 BVBB/23.04 lid 2 ROSR1/3/5
W 470als gezagvoerend schipper geen zorg hebben gedragen dat een vaartijdenboek aan boord van het schip aanwezig is16 jo. 5 WVBB jo. 25 BVBB/23.08 ROSR1
W 472als gezagvoerend schipper het vaartijdenboek niet in de stuurhut aanwezig hebben16 jo. 5 WVBB jo. 27 lid 5 BVBB/ 23.08 lid 1 ROSR1
    
 als gezagvoerend schipper het vaartijdenboek niet dan wel niet op de juiste wijze bijhouden over een periode van16 jo. 5 WVBB jo. 27 lid 1, 2 en 3 BVBB/23.08 ROSR/1.10 lid 1 onder c RPR 
W 475 a– 1 dag 1
W 475 b– 2 dagen 1
W 475 c– 3 dagen 1
W 481als gezagvoerend schipper geen zorg hebben gedragen dat het vorige ongeldig verklaarde vaartijdenboek aan boord wordt bewaard, gedurende 6 maanden nadat daarin de laatste aantekening is gesteld16 jo. 5 WVBB jo. 27 lid 6 BVBB/23.08 lid 3 ROSR1
W 482als gezagvoerend schipper geen zorg hebben gedragen dat de registraties van de tachograaf in chronologische volgorde aan boord worden bewaard, gedurende 6 maanden na de laatste aantekening daarop16 jo. 5 WVBB jo. 11 BVBB/23.08 lid 5 ROSR1
    
 Categorie-indeling B:  
 1 – bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en bestuurders van brommobielen voorzover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;   
 2 – bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;   
 3 – bromfietsers, snorfietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met motor;   
 4 – fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen zonder motor;   
 5 – voetgangers;  
 6 – overige weggebruikers;   
 7 – schippers;   
 8 – een ieder.   
    
 Nummers: H 002 – H 103 H 520 -H 528 Wet Milieubeheer (Wm), Wet Bodembescherming (WBB), Wet verontreiniging oppervlakte wateren (WVO), de Model-Algemene plaatselijke verordening (Pl.V) en de Model Afvalstoffenverordening (MAV), Lozingbesluit open teelt en veehouderij (LBOTV), Lozingbesluit WVO bodemsanering en proefbronnering(LWVOBP), Lozingbesluit vaste objecten (LBVO), Bouwstoffenbesluit bodem- en oppervlaktewaterbescherming (BBO)  
    
 Huishoudelijke afvalstoffen  
H 002huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aanbieden, terwijl men geen gebruiker van het perceel isPl.V8
H 003de voorgeschreven categorieën huishoudelijke afvalstoffen niet afzonderlijk ter inzameling aanbiedenPl.V8
H 004huishoudelijke afvalstoffen anders aanbieden dan via het aangewezen inzamelmiddelPl.V8
H 005het inzamelmiddel voor andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen gebruiken, dan waarvoor het bestemd isPl.V8
H 006huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven plaatsen en wijzen aanbiedenPl.V8
H 007afvalstoffen via het voor dat perceel toegewezen inzamelmiddel aanbieden, terwijl men niet de gebruiker van dat perceel isPl.V8
H 008via een inzamelvoorziening op wijkniveau andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanbieden, dan de categorie waarvoor de inzamelvoorziening bestemd isPl.V8
H 009huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven wijzen via een inzamelvoorziening op wijkniveau aanbiedenPl.V8
H 010via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanbieden, dan de categorie waarvoor het brengdepot bestemd isPl.V8
H 011huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven wijzen via brengdepot op lokaal of regionaal niveau aanbiedenPl.V8
H 012categorieën huishoudelijke afvalstoffen, die zonder inzamelmiddel moeten worden aangeboden, niet op de voorgeschreven wijzen ter inzameling aanbiedenPl.V8
H 013huishoudelijke afvalstoffen op andere dan de vastgestelde dagen en tijden ter inzameling aanbiedenPl.V8
H 014andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst aanbiedenPl.V8
H 015niet op de voorgeschreven wijze ter inzameling aanbieden, de door B en W aangewezen categorieën van afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffenPl.V8
H 016afvalstoffen die ter inzameling gereed staan doorzoeken en verspreidenPl.V8
H 017andere afvalstoffen dan straatafval achterlaten in daartoe van gemeentewege geplaatste of voorgeschreven bakkenPl.V8
H 018afvalstoffen op of in de bodem te brengen of te houden, te verbranden, te bewaren, over te laden of anderszins te bewerken, te verwerken of te vernietigen28.1 MAV8
H 019afvalstoffen op een zodanige plaats opslaan of opgeslagen houden dat deze vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar zijn29.1 MAV8
H 020afvalstoffen zodanig te vervoeren dat de weg kan worden verontreinigd of het milieu kan worden beïnvloed30 MAV8
    
 Afvalstoffen  
    
 als particulier afval, vuilnis of andere stoffen of voorwerpen buiten een daarvoor bestemde verzamelplaats op of in de bodem plaatsen, te storten, te werpen, uit te gieten, te laten vallen, te laten lopen of te houden, hetgeenPl.V 
H 096 a– verontreiniging, beschadiging of onvoldoende afwatering van een weg tot gevolg heeft 8
H 096 b– aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu 8
H 097als particulier huishoudelijk afval op de bodem werpen/laten vallen/ laten lopen/waardoor verontreiniging van de weg ontstaatPl.V8
    
 zonder vergunning minder schadelijke stoffen anders dan met behulp van een werk in oppervlakte wateren brengen1 lid 3 WVO 
H 098 adoor particulier weggooien van klein consumptieafval in niet kwetsbaar gebied 8
H 098 bdoor particulier weggooien van overig, niet gevaarlijk afval (inclusief vloeibaar) 8
H 098 cdoor particulier weggooien van kleine hoeveelheid gevaarlijk afval (inclusief vloeibaar) 8
H 099als particulier anders dan vanuit een inrichting afvalwater of afvalstoffen laten weglopen in een rioolput10.30, lid 1 Wm8
H 100als particulier handelingen verrichten, met betrekking tot een auto, waardoor de bodem wordt/kan worden verontreinigd of aangetast zonder maatregelen te nemen die verontreiniging of aantasting voorkomen, beperken of ongedaan te maken13 WBB8
H 101als particulier verbranden van afval waardoor de bodem kan worden verontreinigd of aangetast, zonder maatregelen te nemen die verontreiniging of aantasting te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken13 WBB8
    
 als particulier handelingen verrichten met betrekking tot een hoeveelheid niet gevaarlijk afval, waardoor de bodem wordt/kan worden verontreinigd of aangetast zonder maatregelen te nemen die verontreiniging of aantasting te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken13 WBB 
H 102 a– tot en met 1 m3 8
H 102 b– tussen 1 m3 en tot en met 2 m3 8
H 102 c– tussen 2 m3 en tot en met 3 m3 8
H 103niet voldoen aan de lozingsvoorschriften gesteld bij of krachtens het lozingsbesluit open teelt en veehouderij4, 5 en 19 LBOTV8
H 520zonder vergunning met behulp van een werk een geringe omvang van minder schadelijke stoffen brengen in oppervlaktewateren in niet kwetsbare gebieden1 lid 1 WVO8
    
 zonder vergunning minder schadelijke stoffen anders dan met behulp van een werk in oppervlakte wateren brengen1 lid 3 WVO 
H 522 a– incidentele lozing van geringe omvang in niet kwetsbare gebieden, particulier anders dan woning) 8
H 522 b– incidentele lozing van geringe omvang in niet kwetsbare gebieden, kleine rechtspersoon 8
H 522 c– incidentele lozing van geringe omvang in niet kwetsbare gebieden, grote rechtspersoon 8
H 522 d– door particulier weggooien van klein consumptieafval in kwetsbaar gebied 8
H 522 e– door particulier weggooien van klein consumptieafval in niet kwetsbaar gebied 8
H 522 f– weggooien van overig afval (inclusief vloeibaar) in niet kwetsbaar gebied door particulier 8
H 522 g– weggooien van overig afval (inclusief vloeibaar) in niet kwetsbaar gebied door kleine rechtspersoon 8
H 522 h– weggooien van overig afval (inclusief) vloeibaar in niet kwetsbaar gebied door grote rechtspersoon 8
H 524niet melden door de vergunninghouder aan wie gevaarlijke afvalstoffen worden afgegeven van elke aan hem verrichte afgifte aan het bevoegde gezag9a WVO8
    
 handelen in strijd met een aan een vergunning verbonden voorschrift30a WVO 
H 526 a– niet melden van een calamiteit van relatief geringe omvang door kleine rechtspersoon 8
H 526 b– niet melden van een calamiteit van relatief geringe omvang door grote rechtspersoon 8
H 526 c– overtreden van een administratief voorschrift, zoals melden rechtsopvolging, rapportageplicht, kleine rechtspersoon 8
H 526 d– overtreden van een administratief voorschrift, zoals melden rechtsopvolging, rapportageplicht, grote rechtspersoon 8
    
 niet voldoen aan de lozingsvoorschriften gesteld bij of krachtens  
H 528 a– lozingenbesluit WVO bodemsanering en proefbronnering15 LWVOBP8
H 528 b– bouwstoffenbesluit bodem- en oppervlaktewaterenbescherming19 BBO/ 18 lid 2 BBO/ 21 lid 2 BBO8
H 528 c– lozingsbesluit vaste objecten14–24 en 28 LBVO8
    
 Nummers: H 200 – H 205 Geluidshinder  
    
H 200rumoer of burengerucht verwekken waardoor de nachtrust kan worden verstoord431 WvSr8
H 205als particulier met toestellen of geluidsapparaten dan wel op andere wijze handelingen verrichten, waardoor voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidshinder wordt veroorzaakt, of toelaten dat deze handelingen worden verrichtPl.V8
    
 Nummers: H 300 – H 330 Plaatselijke verordeningen (Pl.V)  
    
H 300zonder daartoe bevoegd te zijn zich bevinden buiten wegen of paden, die liggen in/op voor publiek toegankelijke parken, wandelplaatsen, plantsoenen, groenstroken of grasperken dan wel in/tussen aanplantingen, bloemperken, heester- of struikgewassen, die op of aan de weg liggenPl.V8
H 305zonder daartoe bevoegd te zijn schade toebrengen aan bomen, heesters, bloemen of grasperken in een park, een bos of op andere dergelijke plaatsenPl.V8
H 310met een voertuig rijden door een park/plantsoen of op een niet van de weg deel uitmakende, van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrookPl.V1/2/3/4/6
H 311met een voertuig rijden (crossen) door een park/ plantsoen of op een niet van de weg deel uitmakende, van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrookPl.V1/2/3/4/6
H 315roken in bos, duin dan wel andere dergelijke gebieden op tijd en plaats waarop dit niet is toegestaanPl.V8
    
 het is verboden in de openlucht vuur aan te leggen, te stoken of te hebbenPl.V 
H 320 a– te weten het afbranden van slootkanten, bermen en/of talud 8
H 320 b– te weten overige situaties 8
    
 als eigenaar of houder van een hond er niet voor zorgen dat deze hond zich niet van uitwerpselen ontdoetPl.V 
H 325 a– op een weggedeelte (mede) bestemd voor voetgangers 8
H 325 b– op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide 8
H 325 c– op een andere dan door B&W aangewezen plaats 8
H 330met een pleziervaartuig varen in/door rietkragen, biezen of ander opstaand gewas dan wel een pleziervaartuig daar afmerenPl.V8
    
 Nummers: H 710 Wet op de openluchtrecreatie (WodO)  
    
H 710voor recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden, buiten kampeerterreinen waarvoor een vergunning, vrijstelling of ontheffing is verleend15 lid 1 WodO8
    
 Nummers: D 515 – D 537 Boek 3 Wetboek van Strafrecht (WvSr)  
    
D 515door het bevoegd gezag naar zijn identiteitsgegevens gevraagd, een valse naam, voornaam, geboortedatum, geboorteplaats, adres waarop hij in de basisadministratie persoonsgegevens als ingezetene staat ingeschreven, of woon- of verblijfplaats opgeven435, onder 4 WvSr8
D 530zich in kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg bevinden453 WvSr8
    
 zonder daartoe gerechtigd te zijn zich bevinden460 WvSr 
D 535 i– op grond die bezaaid, bepoot of beplant is, of ter bezaaiing, bepoting of beplanting is gereedgemaakt 1/2/3/4/5/6/8
D 535 j– gedurende de maanden mei tot en met oktober op enig wei- of hooiland 1/2/3/4/5/6/8
D 537zonder daartoe gerechtigd te zijn zich te bevinden op eens anders grond, waarvan de toegang hem op voor hem blijkbare wijze verboden is461 WvSr1/2/3/4/5/6/7/8
    
 Nummers: E 105b – E 146 Wet personenvervoer (Wp2000), Besluit personenvervoer (Bp2000), Spoorwegwet (Spww) en  
 Algemeen Reglement Vervoer (ARV), Reglement Dienst Hoofd en Lokaalspoorwegen (RDHL)  
    
E 105 bmet een bus of auto meer personen vervoeren dan wel deze bus of auto voor ander vervoer gebruiken dan blijkens het kentekenbewijs is toegestaan.81 lid 2 Bp 20008
E 105 copenbaar vervoer, besloten busvervoer of taxivervoer met een bus of auto verrichten zonder aanduiding als bedoeld in artikel 28 derde lid van de Wegenverkeerswet 1994 op het kentekenbewijs80 lid 1 Bp 20008
E 106geen geldig vergunningsbewijs aanwezig van de vervoerder in bus of auto waarmee openbaar vervoer, besloten busvervoer of taxivervoer wordt verricht16 lid 1 Bp 20008
E 107in een taxi geen vergunningsbewijs zichtbaar voor de reiziger aanwezig hebben16 lid 2 Bp 20001/8
E 110 aeen bus besturen zonder in het bezit te zijn van een niet ouder dan vijf jaar zijnde geneeskundige verklaring waaruit blijkt dat hij geen lichamelijke of geestelijke afwijkingen heeft welke hem zouden beletten een bus naar behoren te besturen en dat hij beschikt over voldoende gehoor- en gezichtsvermogen74 lid 1 Bp 20001/8
E 110 cals bestuurder van een bus geen geneeskundige verklaring bij zich hebben74 lid 3 Bp 20001
E 112als vervoerder taxivervoer heeft verricht zonder er voor zorg te dragen dat terstond voor aanvang en na beëindiging van de rit volledig en naar waarheid een controledocument (rittenstaat) wordt ingevuld127 lid 1 onderdeel d Bp 20008
    
 als bestuurder van een auto waarmee taxivervoer wordt verricht75 lid 1 en lid 3 Bp 2000 
E 113 a– niet in het bezit zijn van een geldige, behoorlijk leesbare chauffeurspas75 lid 2 Bp 20001/8
E 113 b– de chauffeurspas niet bij zich hebben 1
E 113 c– de chauffeurspas niet voor de reiziger zichtbaar aanwezig houden in de auto 1
E 114als vervoerder niet de gehanteerde tarieven zowel aan de buitenzijde van als binnenin de auto waarmee taxivervoer wordt verricht zodanig zichtbaar maken dat de reiziger voor en tijdens de rit daarvan kennis kan nemen86 Wp 2000 jo 73 Bp 2000 ivm regeling maximumtarief taxivervoer8
E 115in een auto waarmee taxivervoer wordt verricht, geen taxameter aanwezig hebben die zichtbaar voor de reiziger de vervoerprijs overeenkomstig de kenbaar gemaakte tarieven aangeeft127 Bp 20001/8
    
 als reiziger de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang verstoren door het verhinderen of belemmeren van72 Wp 2000 jo. 52, lid 1a Bp 2000 
E 120 a– de bediening en het gebruik van voorzieningen 8
E 120 b– de bediening en het gebruik van een vervoermiddel 8
E 120 c– de taakuitoefening van het personeel van de vervoerder 8
    
 als reiziger de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang verstoren door voorzieningen te gebruiken72 Wp 2000 jo. 52, lid 1b Bp 2000 
E 121 a– op een tijdstip waarop deze niet voor gebruik beschikbaar zijn 8
E 121 b– op een andere dan de daarvoor bestemde wijze 8
E 121 cals reiziger de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang verstoren door misbruik te maken van voorzieningen72 Wp 2000 jo. 52, lid 1b Bp 20008
    
 als reiziger de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang verstoren door een vervoermiddel te gebruiken72 Wp 2000 jo. 52, lid 1b Bp 2000 
E 122 a– op een tijdstip waarop deze niet voor gebruik beschikbaar is 8
E 122 b– op een andere dan de daarvoor bestemde wijze 8
E 123als reiziger de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang verstoren door stoffen of voorwerpen uit een vervoermiddel te werpen72 Wp 2000 jo. 52, lid 1c Bp 20008
    
 als reiziger de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang verstoren door zich72 Wp 2000 jo. 52, lid 1d Bp 2000 
E 124 a– in kennelijke staat van dronkenschap te bevinden 8
E 124 b– onder kennelijke invloed van verdovende middelen te bevinden 8
E 125 aals reiziger de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang verstoren door te roken in, een gedeelte van, een vervoermiddel, waarvan de vervoerder heeft aangegeven dat dit niet is toegestaan. 72 Wp 2000 jo. 52, lid 1i Bp 20008
E 125 bals reiziger de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang verstoren door te roken in, een gedeelte van, een station, waarvan de vervoerder heeft aangegeven dat dit niet is toegestaan. 72 Wp 2000 jo 52, lid 1i Bp 20008
E 126als reiziger de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang verstoren door zich te bevinden op een, gedeelte van een, station of halte op een tijdstip dat deze gesloten dan wel niet toegankelijk is72 Wp 2000 jo. 52, lid 1j Bp 20008
E 127als reiziger de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang verstoren door zich op een station of halte te begeven langs een andere dan de daarvoor bestemde weg72 Wp 2000 jo. 52, lid 1k Bp 20008
E 128als reiziger niet opvolgen van de aanwijzingen betreffende de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang, die door of vanwege de vervoerder duidelijk kenbaar zijn gemaakt73 Wp 20008
    
 als reiziger de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang verstoren door72 Wp 2000 jo. 52, 
E 129 a– zodanig geluid voort te brengen dat anderen daarvan hinder ondervindenlid 1e Bp 20008
E 129 b– het uitoefenen van een beroep, bedrijf of het aanbieden van dienstenlid 1f Bp 20008
E 129 c– het tentoonstellen van voorwerpen, maken van reclame of propagandalid 1g Bp 20008
E 129 d– het verspreiden van drukwerken (uitsluitend handelsreclame)lid 1g Bp 20008
E 129 e– te bedelen of houden van inzamelingenlid 1g Bp 20008
E 129 f– hinder gevaar, verontreiniging of beschadiging te veroorzaken of te kunnen veroorzaken door dieren, stoffen of voorwerpen in een vervoermiddel mee te nemenlid 1h Bp 20008
E 129 g– het op andere wijze veroorzaken of kunnen veroorzaken van hinder, gevaar, verontreiniging of beschadiginglid 1l Bp 20008
    
 de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang verstoren door het verhinderen of belemmeren van5 lid 1 jo. 5 lid 2a ARV 
E 130 a– de bediening en het gebruik van voorzieningen 8
E 130 b– de bediening en het gebruik van een trein 8
E 130 c– de taakuitoefening van het personeel van de vervoerder 8
    
 de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang verstoren door voorzieningen te gebruiken5 lid 1 jo. 5 lid 2b ARV 
E 131 a– op een tijdstip waarop deze niet voor gebruik beschikbaar zijn 8
E 131 b– op een andere dan de daarvoor bestemde wijze 8
    
E 131 corde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang verstoren door misbruik te maken van voorzieningen5 lid 1 jo. 5 lid 2b ARV8
    
 de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang verstoren door een trein te gebruiken5 lid 1 jo. 5 lid 2b ARV 
E 132 a– op een tijdstip waarop deze niet voor gebruik beschikbaar is 8
E 132 b– op een andere dan de daarvoor bestemde wijze 8
    
 de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang verstoren door zich5 lid 1 jo. 5 lid 2d ARV 
E 134 a– in kennelijke staat van dronkenschap te bevinden 8
E 134 b– onder kennelijke invloed van verdovende middelen te bevinden 8
    
E 135de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang verstoren door te roken in, een gedeelte van, een station, waarvan de vervoerder heeft aangegeven dat dit niet is toegestaan. 5 lid 1 jo. 5 lid 2i ARV8
E 136de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang verstoren door zich te bevinden op een, gedeelte van een, station op een tijdstip dat deze gesloten dan wel niet toegankelijk is5 lid 1 jo. 5 lid 2j ARV8
E 137de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang verstoren door zich op een station te begeven langs een andere dan de daarvoor bestemde weg5 lid 1 jo. 5 lid 2k ARV8
E 138het niet opvolgen van de aanwijzingen betreffende de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang, die door of vanwege de spoorweg duidelijk kenbaar zijn gemaakt7 ARV1/2/3/4/5/6/8
    
 de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang verstoren door5 lid 1 jo.  
E 140 a– het maken van rumoer of zodanig geluid voortbrengen, dat anderen daarvan hinder ondervinden5 lid 2e ARV8
E 140 b– het uitoefenen van een beroep of een bedrijf5 lid 2f ARV8
E 140 c– het tentoonstellen van voorwerpen, het maken van reclame of propaganda5 lid 2g ARV8
E 140 d– het verspreiden van drukwerk (uitsluitend handelsreclame)5 lid 2g ARV8
E 140 e– te bedelen of houden van inzamelingen5 lid 2g ARV8
E 140 f– hinder, gevaar, verontreiniging of beschadiging te veroorzaken of te kunnen veroorzaken door in een trein dieren/stoffen/voorwerpen mee te nemen5 lid 2h ARV8
E 140 g– het veroorzaken van hinder, gevaar, verontreiniging of beschadiging5 lid 2 l ARV8
E 145op of langs de spoorweg rijden of lopen43 jo. 63 Spww1/2/3/4/5/6
E 146paarden, vee of andere dieren op of langs de spoorweg te drijven of te laten lopen44 jo. 63 Spww8
    
 Nummers: E 320 Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)  
    
E 320 aniet voldoen aan vordering van toezichthouder34 lid 1, onderdeel a WAHV8
E 320 bonjuiste gegevens opgeven, na vordering van toezichthouder34 lid 1, onderdeel b WAHV8
E 320 cniet voldoen aan de vordering van de officier van justitie het rijbewijs op een bepaalde tijd en aangewezen plaats in te leveren34 lid 1, onderdeel c WAHV8
    
 Nummers: E 630 – E 670 Visserijwet 1963 (ViW), Besluit verbod gebruik van levende aasvis (BLVA),  
 Reglement voor de Binnenvisserij 1985 (RB), Reglement zee- en kustvisserij 1977 (RZK) en Beschikking visserij visserijzone zeegebied en kustwateren (BVVZK)  
    
 Kustvisserij  
    
 Documenten  
    
 de kustvisserij uitoefenen zonder schriftelijke vergunning van de rechthebbende op het visrecht van dat water, met7 lid 1 ViW 
E 630 a– meer dan twee hengels 8
    
 de kustvisserij uitoefenen of plegen uit te oefenen en niet op eerste vordering van een opsporingsambtenaar ter inzage afgeven55 lid 1 sub b ViW 
E 632 a– de vergunning (meer dan twee hengels) 8
E 632 b– de vergunning (bij overige toegestane vistuigen) 8
    
 Binnenvisserij  
    
 Documenten  
    
 de binnenvisserij uitoefenen zonder een geldige sportvisakte te kunnen tonen, met10 lid 1 jo 10 lid 2 sub a ViW 
E 640 a– één of twee hengel(s) 8
E 640 b– één peur 8
    
 de binnenvisserij uitoefenen zonder een geldige grote visakte te kunnen tonen, met10 lid 1 jo 10 lid 2 sub b ViW 
E 642 a– meer dan twee hengels 8
E 642 b– andere toegestane vistuigen 8
    
 de binnenvisserij uitoefenen zonder schriftelijke vergunning van de rechthebbende op het visrecht van dat water, met21 lid 1 ViW 
E 644 a– één of twee hengel(s) 8
E 644 b– één peur 8
E 644 c– meer dan twee hengels 8
E 644 d– andere toegestane vistuigen 8
    
 de binnenvisserij uitoefenen of plegen uit te oefenen en niet op eerste vordering van een opsporingsambtenaar ter inzage afgeven55 lid 1 sub b ViW 
E 646 a– de sportvisakte en/of de vergunning (bij één of twee hengel(s)) 8
E 646 b– de sportvisakte, de grote visakte en/of de vergunning (bij één peur of bij meer dan twee hengels) 8
E 646 c– de grote visakte en/of de vergunning (bij andere toegestane vistuigen) 8
    
 Vistuigen  
    
 vissen met een toegestaan vistuig dat niet aan de vereiste voorwaarden voldoet, bij4 RB 
E 650 a– 1 of 2 toegestane vistuigen 8
    
 Gesloten tijden (visserij)  
    
 vissen in de periode van 1 april tot en met 31 mei met  
E 652 a– een hengel geaasd met in die periode verboden aas6 lid 1 a RB8
E 652 b– een staand net6 lid 1 e RB8
    
E 654vissen tijdens de door de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij vastgestelde periode, in een door hem aangewezen water6 lid 3 RB8
E 656vissen tussen twee uur na zonsondergang en één uur voor zonsopgang7 RB8
    
 IJsselmeer  
    
E 658 ade in het IJsselmeer gevangen baars en snoekbaars, niet onmiddellijk in het water terugzetten, met dien verstande dat elke visser de hoeveelheid van 30 stuks baars en 5 stuks snoekbaars mag behouden8 lid 2 RB8
    
 Stuw/vispassage  
    
E 660vissen in de Neder-Rijn, de Maas, de Lek of de Overijsselsche Vecht binnen een afstand van 75 m stroomafwaarts van een stuw, in een bij een stuw aangebrachte vispassage of binnen een straal van 25 m voor de bovenmond van deze vispassage9 RB8
    
 Voorhanden hebben  
    
 een vistuig voorhanden hebben op of in de nabijheid van enig binnenwater10 lid 1 RB 
E 662 a– terwijl het gebruik van dat vistuig in het betrokken water of op dat moment verboden is 8
E 662 b– te weten één of twee hengel(s), terwijl men niet bevoegd (akte) of gerechtigd (vergunning) is in dat water te vissen 8
E 662 c– te weten één peur of meer dan twee hengels, terwijl men niet bevoegd of gerechtigd is in dat water te vissen 8
E 662 d– te weten een ander toegestaan vistuig, terwijl men niet bevoegd of gerechtigd is in dat water te vissen 8
    
 Levend aas  
    
E 664bij het vissen in kust- of binnenwater levende vis als aas gebruiken 2c lid 2 ViW jo 2 BVLA8
    
 Nummers: E 801 – E 837 Vreemdelingenwet 2000 (VrW2000) en Vreemdelingenbesluit 2000 (VB2000)  
    
E 801als vreemdeling die Nederland in- of uitreist zich niet begeven langs een doorlaatpost, binnen de tijd dat deze is opengesteld, en zich niet aldaar vervoegen bij een ambtenaar, belast met de grensbewaking4.4 lid 1 VB 20008
E 803zich op of nabij een plaats bevinden, waar een grensdoorlaatpost is gevestigd, zonder zich te houden aan de aldaar door de ambtenaren, belast met de grensbewaking, in het belang van de uitoefening van hun taak gegeven aanwijzingen4.6 VB 20008
E 805 aals gezagvoerder van een zeeschip bij het binnenvaren van Nederland niet onmiddellijk aan een ambtenaar belast met de grensbewaking een bemanningslijst in tweevoud afgeven4.11 lid 1a VB 20008
E 805 bals gezagvoerder van een zeeschip bij het binnenvaren van Nederland niet onmiddellijk schriftelijk opgave verstrekken aan het hoofd van een grensdoorlaatpost omtrent alle overige zich bij binnenkomst in Nederland aan boord van zijn schip bevindende personen4.11 lid 1b VB 20008
E 805 cniet onmiddellijk opgave doen van de aanwezigheid van verstekelingen4.11 lid 5 VB 20008
    
 als gezagvoerder van een Nederland binnengevaren zeeschip gedurende de tijd dat zijn schip zich in Nederland bevindt niet voldoen aan de verplichting  
E 807 a– het exemplaar van de bemanningslijst hetwelk hem na controle door de ambtenaar, belast met de grensbewaking, terug is gegeven, onder zijn berusting te houden en desgevorderd onmiddellijk ter inzage te geven aan een ambtenaar, belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen4.12. Sub a VB 20008
E 807 b– onmiddellijk kennis te geven aan een ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen van elke aanmonstering van een vreemdeling of van elke uit oogpunt van grensbewaking of vreemdelingentoezicht van belang zijnde afwezigheid van een vreemdeling die tot de bemanning van zijn schip behoort.4.12. Sub b VB 20008
E 807 c– tijdig kennis te geven aan een ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen van het voornemen tot afmonstering van een vreemdeling die lid is van de bemanning van zijn schip. 4.12.sub c VB 20008
E 808als gezagvoerder van een zeeschip niet tijdig van het voorgenomen vertrek van zijn schip uit Nederland kennis te geven aan het hoofd van de grensdoorlaatpost4.13 lid 1 VB 20008
    
 als vreemdeling niet op vordering van de korpschef van het regionale politiekorps waarin de gemeente is gelegen waar de vreemdeling verblijft, namens de Minister van Justitie, binnen de in de vordering aangegeven tijd  
E 817 a– de gevraagde gegevens te verstrekken4.38 lid 1 VB 20008
E 817 b– de gevraagde gegevens in persoon te verstrekken4.38 lid 2 VB 20008
    
 als vreemdeling, die geen rechtmatig verblijf heeft als bedoeld in artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000, niet onmiddellijk van zijn aanwezigheid mededeling doen aan de korpschef van de gemeente waar hij verblijft4.39 VB jo. 108 VrW2000 
E 822 a– gedurende een illegaal verblijf van 1 tot 15 dagen 8
E 822 b– gedurende een illegaal verblijf van 15 dagen tot 3 maanden 8
E 822 c– gedurende een illegaal verblijf van 3 tot 6 maanden 8
E 822 d– gedurende een illegaal verblijf van 6 maanden tot 1 jaar 8
E 822 e– gedurende een illegaal verblijf van 1 jaar tot 2 jaar 8
E 822 f– gedurende een illegaal verblijf langer dan 2 jaar 8
E 825als vreemdeling aan wie het krachtens artikel 12 van de Vreemdelingenwet 2000 is toegestaan in Nederland te verblijven en die naar Nederland is gekomen voor een verblijf langer dan drie maanden, zich niet binnen drie dagen na zijn binnenkomst in Nederland in persoon melden bij de korpschef van de gemeente waar hij verblijft4.47 VB20008
E 827als vreemdeling te zijner identificatie op vordering van een ambtenaar, belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen, niet een goedgelijkende pasfoto ter beschikking stellen of vingerafdrukken van zich laten nemen indien daartoe in het belang van het toezicht op vreemdelingen gegronde reden bestaat4.45 VB20008
E 830als vreemdeling aan wie het krachtens artikel 12 van de Vreemdelingenwet 2000 is toegestaan in Nederland te verblijven en die naar Nederland is gekomen voor een verblijf van ten hoogste drie maanden, zich niet binnen drie dagen na zijn binnenkomst in Nederland in persoon melden bij de korpschef van de gemeente waar hij verblijft4.48 VB 20008
E 832als vreemdeling die houder is van een visum of een document voor grensoverschrijding waarin door de daartoe bevoegde autoriteit een aantekening is gesteld omtrent aanmelding bij een vreemdelingendienst in Nederland, zich niet binnen drie dagen na binnenkomst in Nederland in persoon aanmeldt bij de korpschef van de in deze aantekening vermelde gemeente4.49 VB 20008
E 834als vreemdeling die naar Nederland is gekomen om als zeeman werk te zoeken aan boord van een zeeschip, zich niet binnen drie dagen na binnenkomst in Nederland in persoon aanmeldt bij de korpschef van de gemeente waar hij werk zoekt4.50 VB 20008
    
 niet voldoen aan de verplichting tot wekelijkse aanmelding bij de korpschef van de gemeente van verblijf, behoudens door deze verleende ontheffing  
E 836 a– als vreemdeling geen rechtmatig verblijf hebben, in afwachting van de feitelijke mogelijkheid tot vertrek of uitzetting4.51 lid 1 sub a VB 20008
E 836 b– als vreemdeling rechtmatig verblijf hebben als bedoeld in artikel 8, onder f, g of h van de Vreemdelingenwet 20004.51 lid 1 sub b VB 20008
    
 Nummers: F 060 – F 310 Plaatselijk geldende verordeningen (Pl.V)  
    
F 060niet voldoen aan de verplichting tot het opvolgen van een bevel van een politieambtenaar gedaan in het kader van samenscholing, volksoploop en/of (dreigende) wanordelijkhedenPl.V8
    
 zonder vergunning van de burgemeesterPl.V 
F 070 a– op of aan de weg een evenement, feest of wedstrijd te geven of te houden 8
F 070 b– een georganiseerde dropping houden of daaraan deelnemen op een ander terrein dan een daarvoor bestemd sportterrein 8
    
F 095zonder vergunning op of aan de weg als dienstverlener optreden of zijn diensten als zodanig aanbiedenPl.V8
F 105als houder van een horecabedrijf, dit voor bezoekers geopend te hebben of aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven, buiten de vastgestelde openingstijdenPl.V8
F 114de weg of op of aan de weg een voertuig, woonwagen, tent of soortgelijk ander onderkomen als slaapplaats gebruikenPl.V8
F 117met een voertuig dat niet is voorzien van rubberbanden rijden over de berm, de glooiing en de zijkant van de wegPl.V1/2/3/4/6
F 118op de weg (binnen een door B&W aangewezen gebied) te skaten of te skateboardenPl.V8
    
 op of aan de wegPl.V 
F 120 a– te klimmen of zich te bevinden op een beeld, monument, overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig, hekheining of andere afsluiting, verkeersmeubilair en daarvoor niet bestemd straatmeubilair 8
F 120 b– zodanig op te houden waardoor voor weggebruikers of bewoners van nabij de weg gelegen woningen onnodige overlast of hinder wordt veroorzaakt 8
F 121 aop de weg (binnen een door de B&W aangewezen gebied) alcoholhoudende drank nuttigenPl.V8
F 121 bop de weg (binnen een door de B&W aangewezen gebied) aangebroken flessen, blikjes e.d. met alcoholhoudende drank bij zich hebbenPl.V8
    
 zonder redelijk doelPl.V 
F 125 a– zich in een portiek of poort op te houden of in, op of tegen een raamkozijn of een drempel van een gebouw te zitten of te liggen 8
F 125 b– zich anders dan als bewoner of gebruiker van flatgebouwen, appartementsgebouwen en soortgelijke meergezinshuizen of van publiek toegankelijke gebouwen zich daar te bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte 8
 (in of op) een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke ruimtePl.V 
F 130 a– zich zonder redelijk doel en op een voor andere hinderlijke wijze op te houden 8
F 130 b– te verontreinigen 8
F 130 c– voor een ander doel te bezigen dan waarvoor de ruimte bestemd is 8
F 131op of aan de weg een fiets, snorfiets of bromfiets plaatsen of laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw of in de ingang van een portiek, waardoor de doorgang wordt versperd, dan wel in strijd met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of portiekPl.V3/4/8
F 133een motorvoertuig, bromfiets of fiets op of aan de weg laten staan, anders dan deugdelijk afgesloten of onder behoorlijk toezichtPl.V1/2/3/4
F 135met een fiets of bromfiets bevinden op een terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid wordt gehouden, welke publiek trektPl.V3/4/8
F 136zich met een winkelwagentje op of aan de weg bevinden op meer dan de toegestane afstand van het bedrijf dat het winkelwagentje ter beschikking heeft gesteldPl.V8
F 140 azich in de nabijheid van een persoon, gebouw, woonwagen of woonschip op te houden met de kennelijke bedoeling deze persoon of een daarin bevindende persoon te bespiedenPl.V8
F 140 been persoon in een gebouw, woonwagen of woonschip door middel van een verrekijker bespiedenPl.V8
    
 als eigenaar of houder van een hond, deze laten verblijven of laten lopenPl.V 
F 145 a– op een weg gelegen binnen de bebouwde kom zonder dat de hond is aangelijnd 8
F 145 b– op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak, speelweide of andere door burgemeester en wethouders aangewezen plaats 8
F 145 c– op een weg zonder dat de hond was voorzien van een halsband of een door middel van tatoeage aangebracht identificatiemerk, die de eigenaar of houder van de hond duidelijk doet kennen 8
F 145 d– op een weg zonder een deugdelijk middel dat is bestemd voor het verwijderen van uitwerpselen bij zich te dragen en/of dit middel niet op eerste vordering tonen aan de met het toezicht belaste ambtenaar 8
F 151als degene die een of meer dieren onder zijn hoede heeft, niet door voorzorgsmaatregelen die van hem mogen worden verwacht, voorkomen dat deze dieren voor de omgeving hinderlijk zijn. Pl.V8
F 155als rechthebbende er niet voor zorgen dat zodanige maatregelen worden getroffen dat het vee/pluimvee in een aan een weg liggend weiland of terrein, die weg niet kan bereikenPl.V8
F 160ontplofbare stoffen of voorwerpen van klasse 1, in hoeveelheden als bedoeld in artikel 1 van bijlage 2, Hoofdstuk 2 van het Reglement vervoer over land van gevaarlijke stoffen, alsmede gevaarlijke stoffen als bedoeld in dat artikel met een transporteenheid vervoeren over andere wegen of weggedeelten dan die, welke door burgemeester en wethouders zijn aangewezen en zijn aangeduid met borden model K 14 van Bijlage I van het RVV 1990Pl.V8
    
 de weg niet (doen) reinigen na een verontreiniging ontstaan bij het laden, lossen of vervoeren van stoffen of voorwerpen of bij andere werkzaamhedenPl.V 
F 180 a– terstond, bij gevaar voor de verkeersveiligheid of bij gevaar voor beschadiging van het wegdek 8
F 180 b– in overige gevallen, (iedere dag) na het beëindigen van de werkzaamheden 8
    
F 185binnen de bebouwde kom buiten een daarvoor bestemde inrichting/plaats op of aan de weg zijn natuurlijke behoefte te doenPl.V8
F 190een geparkeerd voertuig op een aangewezen weg of weggedeelte, waar dit niet is toegestaan, te koop aanbieden of verhandelenPl.V8
F 195een defect voertuig op een weg parkeren, langer dan de vastgestelde termijnPl.V1/2/6/8
F 205een kampeerwagen, caravan, magazijnwagen, keetwagen, aanhangwagen of ander dergelijk voertuig op een aangewezen weg waar dit niet is toegestaan, langer dan de vastgestelde termijn te doen of laten staanPl.V1/2/6/8
F 210een voertuig dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame op een weg parkeren met als doel handelsreclame te makenPl.V1/2/6/8
    
 recreatiegebied gebruiken in strijd met de bepalingen geldend voor dat gebiedPl.V 
F 212 a– parkeren of aanwezig hebben van een voertuig of vaartuig 1/2/3/4/6/7/8
F 212 b– anders dan tot doel van dagrecreatie 8
F 212 c– met geluid voortbrengende apparatuur overlast veroorzaken 8
F 212 d– graven of spitten of doen graven of spitten op buiten het strand, de zandhelling, speelkuilen of zandbakken gelegen gedeelten 8
F 212 e– anders dan in de aanwezige afvalbakken wegwerpen, neerleggen en/of achterlaten van afval, vuilnis, resten van levensmiddelen, papier, blikken, flessen of verpakkingsmateriaal 8
F 212 f– een afvalmand, -bak of soortgelijk voorwerp op andere wijze gebruiken dan tot het deponeren van klein afval 8
F 212 g– als eigenaar of houder van een hond zich met die hond in vastgestelde periode bevinden buiten een aangewezen gebied, waar alsdan het verblijf van de hond is toegestaan 8
    
F 214een voertuig met stankverspreidende stoffen parkeren daar waar bewoners of gebruikers van nabijgelegen gebouwen of terreinen daarvan hinder of overlast (kunnen) ondervindenPl.V1/2/6/8
F 216een voertuig parkeren of enig ander voorwerp plaatsen of laten staan op een weggedeelte waarvan door het bevoegde gezag is bekend gemaakt dat dit niet is toegestaan op de in die bekendmaking genoemde dagen en tijden (markt, evenement, kermis enz)Pl.V1/2/3/4/6/8
F 235met of voor een vaartuig een ligplaats innemen, hebben of beschikbaar stellen op een gedeelte van een openbaar water waar dit niet is toegestaanPl.V7/8
F 236het zonder ontheffing van burgemeester en wethouders varen, doen of laten varen met enig vaartuigPl.V7/8
F 237het varen, doen of laten varen zonder dat de ontheffing in het vaartuig aanwezig is of zonder dat de corresponderende sticker op de juiste wijze is bevestigdPl.V7/8
F 240als bader of zwemmer in openbaar water zich zodanig gedragen dat het scheepvaartverkeer daarvan hinder of gevaar kan ondervindenPl.V8
F 245zonder redelijk doel aan, op, of in een vaartuig in openbaar water vasthouden, klimmen, te begeven of te bevindenPl.V8
    
 in/op voor publiek toegankelijke natuurgebieden, bossen, parken, plantsoenen of recreatieterreinen ten aanzien waarvan door het bevoegde gezag is verklaard dat het gebruik van een motorvoertuig, bromfiets, fiets, rij- of trekdier overlast kan veroorzaken of schade kan berokkenen aan milieuwaardenPl.V 
F 250 a– zich in gesloten tijd of gesloten gebied met die vervoermiddelen bevinden 1/2/3/4/6/7
F 250 b– zich met motorvoertuig, bromfiets, fiets of paard buiten de (onverharde) wegen / gemarkeerde paden bevinden 1/2/3/4/6
F 250 c– zich met een rij- of trekdier buiten de daarvoor bestemde paden bevinden 6
    
 met een motorrijtuig gebruik maken van een weg in strijd met de verordening tot het bevorderen van ongestoord wetenschappelijk onderzoek van de RadioSterrenWacht (storingsvrije zone)Pl.V 
F 260 a– rijden 1/2/3/6
F 260 b– parkeren / laten staan 1/2/3/6
    
 Nummers G100 Boek 2 Wetboek van Strafrecht (WvSr)  
    
 goederen uit een winkel/vanaf een benzinestation wegnemen / toe-eigenen, waarde van het ontvreemde goed:310/321 WvSr 
G 100 a– t/m € 50 8
G 100 b– meer dan € 50 en t/m € 120 8

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2004.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 24 september 2003

Beatrix

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de drieëntwintigste oktober 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit strekt tot wijziging van het Transactiebesluit 1994. Het Transactiebesluit 1994 regelt de transactiebevoegdheid die op grond van artikel 74c van het Wetboek van Strafrecht aan opsporingsambtenaren kan worden verleend. In de bijlage bij het Transactiebesluit 1994 is aangegeven met betrekking tot welke strafbare feiten die transactiebevoegdheid kan worden uitgeoefend.

In artikel I van dit besluit wordt het Transactiebesluit 1994 op drie punten gewijzigd. De onderdelen A en B van artikel I hebben betrekking op een wijziging van artikel 3 van het Transactiebesluit 1994. Artikel 3, onderdeel b, komt te vervallen. Door de inwerkingtreding van de gewijzigde Richtlijn voor strafvordering rijden onder invloed, artt. 8 lid 2, 162 en 163 WVW 1994 (2002R007) (Stcrt. 2002, 230, blz. 11) is het mogelijk geworden om via de geautomatiseerde systemen in meer zaken dan voorheen een transactie aan te bieden. Hierdoor wordt de strafrechtsketen ontlast. De politietransactie heeft in dit verband nagenoeg zijn meerwaarde verloren. Aangezien geen politietransactie meer wordt aangeboden wordt de doorlooptijd in geval van het niet betalen van de transactie met twee maanden verkort.

Onderdeel C van artikel I brengt een aantal technische en inhoudelijke wijzigingen aan in de bijlage van het Transactiebesluit 1994. Dit betreft het herstel van onzorgvuldigheden en aanpassing van feitcodes aan gewijzigde regelgeving. Daarnaast zijn diverse feitcodes toegevoegd in verband met maatschappelijke ontwikkelingen, zoals het toekennen van een aantal feitcodes die betrekking hebben op de veiligheid in het openbaar vervoer.

Omwille van de duidelijkheid is bij deze nota van toelichting een bijlage gevoegd waarin alle wijzigingen van een korte toelichting zijn voorzien.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

BIJLAGE BIJ DE NOTA VAN TOELICHTING

Korte toelichting op de nieuwe bijlage van het Transactiebesluit 1994

FeitcodeOmschrijving wijziging
D 530Vanwege een wetswijziging bestaat het artikel niet meer uit leden.
  
E 107 E 114 E 115Nieuwe feitcodes, die betrekking hebben op taxivervoer, zijn toegevoegd.
  
E 120 a t/m E 146De bij deze feitcodes behorende kopteksten, dan wel de feitomschrijving zelf zijn in overeenstemming gebracht met de wetstekst. Daarnaast zijn de bij de feitcodes E 120 a t/m E 127 behorende artikelaanduidingen in overeenstemming gebracht met de wetgeving.
  
E 121 c E 129 a t/m g E 131 c E 140 a t/m gNieuwe feitcodes gebaseerd op Wet Personenvervoer 2000, het Besluit personenvervoer 2000 en de spoorwegregelgeving zijn toegevoegd op verzoek van de opsporingsinstantie.
  
E 138De tekst is aangepast aan een wijziging van het Algemeen Reglement Vervoer; het woord «vervoerder» is vervangen door het woord «spoorweg».
  
E 145 E 146De verwijzing naar het desbetreffende artikel is aangepast.
  
E 161 a, b en cDeze feitcodes zijn vervallen. Zij hadden betrekking op buiten de openbare weg gelegen raccordementen en deze zijn niet meer aanwezig in Nederland.
  
E 662 a t/m dDe bij deze feitcodes behorende kopteksten, dan wel de feitomschrijving zelf zijn in overeenstemming gebracht met de wetstekst.
  
E 666 t/m E 670Deze feitcodes zijn OM-feiten geworden en niet langer opgenomen in de bijlage van het Transactiebesluit 1994.
  
E 803 E 808Deze feitcodes waren OM-feiten, maar zijn nu opgenomen in de bijlage van het Transactiebesluit 1994. Dit om het aanbieden van een transactie door de opsporingsinstantie mogelijk te maken.
  
E 805 a en bDeze feitcodes waren OM-feiten, maar zijn nu opgenomen in de bijlage van het Transactiebesluit 1994. De vroegere feitcode E 805 is opgedeeld in twee feitcodes.
  
E 820Deze feitcode is vervallen. De feitcodes E 822 a t/m f zijn hiervoor in de plaats gekomen.
  
E 822 a t/m fDeze feitcodes zijn toegevoegd op verzoek van de opsporingsinstantie. Dit feitencomplex komt regelmatig voor. Toekenning van deze feitcodes maakt geautomatiseerde verwerking en het aanbieden van een transactie mogelijk.
  
F 118Deze feitcode is toegevoegd op verzoek van de opsporingsinstantie. Dit feitencomplex komt regelmatig voor. Toekenning van deze feitcode maakt geautomatiseerde verwerking en het aanbieden van een transactie mogelijk.
  
F 125 cDe feitcode is verwijderd omdat hij niet in het model APV voorkomt.
  
F 136Deze feitcode is toegevoegd op verzoek van de opsporingsinstantie. Dit feitencomplex komt regelmatig voor. Toekenning van deze feitcode maakt geautomatiseerde verwerking en het aanbieden van een transactie mogelijk.
  
F 236 F 237Deze feitcodes zijn toegevoegd op verzoek van de opsporingsinstantie. Dit feitencomplex komt regelmatig voor. Toekenning van deze feitcode maakt geautomatiseerde verwerking en het aanbieden van een transactie mogelijk.
  
G 100 a en bAbusievelijk was bij de vermelding van de desbetreffende artikelen 310/312 WvSr opgenomen. Dit is gewijzigd in 310/ 321WvSr.
  
H 098 a t/m H 102 cDeze feitcodes waren OM-feiten, maar zijn nu opgenomen in de bijlage bij het Transactiebesluit 1994.
  
H 103Deze feitcode is toegevoegd. Dit feit is eveneens opgenomen in de bijlage van het Transactiebesluit milieudelicten.
  
H 106Deze feitcode is vervallen in verband met een wijziging van de Wet Milieubeheer.
  
H 161 a /tm c H 166 H 171 H 176 Deze feitcodes zijn OM-feiten geworden en niet langer opgenomen in de bijlage van het Transactiebesluit 1994.
  
H 425Deze feitcode is vervallen naar aanleiding van de inwerkingtreding van de Flora- en faunawet.
  
H 520 H 522 a t/m h H 526 a t/m d H 528 a t/m c Deze feitcodes zijn toegevoegd. Deze feiten zijn eveneens opgenomen in de bijlage van het Transactiebesluit milieudelicten.
  
K 005Vanwege een wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 is bij de vermelding van het desbetreffende artikel een verwijzing naar het juiste lid opgenomen (artikel 9 lid 8 WVW 1994).
  
K 160 bOm de werking van deze feitcode te beperken tot waar deze voor is bedoeld, is na het woord «voorschrift» de zinsnede «betreffende het vervoer van lading of personen,» ingevoegd.
  
P 121 c en dIn koptekst van deze serie is na het woord stootbalk toegevoegd de zin «, voor het na 01-01-1996 in gebruik genomen voertuig, ». Tevens is bij de vermelding van het desbetreffende artikel de verwijzing naar artikel 5.18.21 verwijderd, aangezien dat artikel niet van toepassing is op deze feitcodes.
  
P 130 k en lVanwege een wijziging van het Voertuigreglement is de maat in de koptekst bij deze feitcodes gewijzigd van «20 meter» in «20,75» meter.
  
P 130 p en qDeze feitcodes zijn toegevoegd. Zij vervangen feitcode P 130 b en zijn opgenomen vanwege harmonisering van de tarieven.
  
P 131 c en dBij de vermelding van het desbetreffende artikel is 5.18.21 VR verwijderd, aangezien dat artikel niet van toepassing is op deze feitcodes.
  
S 015a S 020aIn de feitomschrijving is het woord «minder dan» vervangen door het woord «vanaf».
  
W 065 tm W 067Deze feitcodes zijn vernummerd naar de serie W 065 a t/m c.
  
W 068 W 069 W 078 W 079 W 098 W 099Deze feitcodes zijn OM-feiten geworden en niet langer opgenomen in de bijlage van het Transactiebesluit 1994 in verband met de totstandkoming van een recidiveregeling inzake snelheidsovertredingen te water.
  
W 075 t/m W 077Deze feitcodes zijn vernummerd naar de serie W 075 a t/m c.
  
W 095 t/m W 097Deze feitcodes zijn vernummerd naar de serie W 085 a t/m c.
  
W 150De feitomschrijving is gewijzigd. Na het woord «verricht» luidt de tekst nu als volgt: «door een daartoe bekwaam en tenminste 16 jaar oud persoon».
  
W 152De feitomschrijving is gewijzigd. Na het woord «verricht» luidt de tekst nu als volgt: «door een daartoe bekwaam en tenminste 18 jaar oud persoon».
W 156De feitomschrijving is gewijzigd. De tekst luidt nu als volgt: «geen bijgewerkt exemplaar van het Binnenvaartpolitiereglement aan boord aanwezig hebben».
  
W 158 aDe feitomschrijving is gewijzigd. Het zinsdeel «als schipper van een schip» is vervallen. Categorie 8 is eveneens van toepassing op deze feitcode en is toegevoegd.
  
W 158 bDe feitomschrijving is gewijzigd. Het zinsdeel «als schipper van een schip» is vervallen. Categorie 6 is eveneens van toepassing op deze feitcode en is toegevoegd.
  
W 305 W 305a, b en cVanwege een wetswijziging zijn de feitcodes W 305 a en c toegevoegd en is W 305 vernummerd tot W 305b.
  
W 420 a t/m d W 425 a t/m d W 435 a t/m d W 440 a t/m d W 445 a t/m d W 450 a t/m d W 455 a en b W 460 a en b De vermelding van de desbetreffende artikelen is aangepast.
  
W 465De feitomschrijving is gewijzigd. Deze luidt nu: «een bemanningslid is niet in het bezit van een dienstboekje». Daarnaast is de vermelding van de desbetreffende artikelen ter verduidelijking uitgebreid.
  
W 470 W 472 W 475De vermelding van de desbetreffende artikelen is aangepast.
  
W 480aDeze feitcode is samengevoegd met de koptekst en vernummerd naar W 481.
  
W 481Dit betreft de vernummerde feitcode W 480a. De feitomschrijving is aangepast aan de wetstekst. Tevens is de vermelding van de desbetreffende artikelen aangepast.
  
W 482Dit betreft de vernummerde feitcode W 485a. De feitomschrijving is aangepast aan de wetstekst. Tevens is de vermelding van de desbetreffende artikelen aangepast.
  
W 485aDeze feitcode is samengevoegd met de koptekst en vernummerd naar W 482.
  
W 500 t/m W 512 W 520 t/m W 524 Deze feitcodes zijn ter verduidelijking vernummerd naar de feitcodes W 500 a t/m j.
  
W 500 a t/m jDeze feitcode zijn toegevoegd. Het gaat om de ter verduidelijking vernummerde feitcodes W 500 t/m W 512 en W 520 t/m W 524.
  
W 501 a t/m eDeze feitcodes betreffen de vernummerde feitcodes W 526 a t/m e, waarbij de feitomschrijving is vervangen door de volgende tekst: «als schipper van een snelle motorboot aan de scheepvaart deelnemen zonder dat, dan wel als eigenaar of houder er niet mede zorg voor heeft gedragen dat een reddingsvest of een drijfkussen voor ieder der opvarenden aan boord is van de snelle motorboot».
  
W 514De feitomschrijving is gewijzigd. Na het woord «bestuurd» luidt de tekst: «tijdens het varen niet zijn gezeten op de voor hem bestemde zitplaats». Tevens is bij de vermelding van de desbetreffende artikelen na «lid 1 a» toegevoegd «jo. 8.04 lid 4».
  
W 518De vermelding van de desbetreffende artikelen is aangepast.
  
W 526 a t/m eDe feitcodes zijn vernummerd naar de serie W 501 a t/m e, waarbij tevens de feitomschrijving is aangepast.
W 528De feitomschrijving is aangepast aan de wetstekst. Zij luidt nu: «waterskiën, doen waterskiën of op soortgelijke wijze van de vaarweg gebruik te maken, waar c.q. wanneer dat verboden is» Daarnaast is de vermelding van het desbetreffende artikel aangepast. Categorie 2 is eveneens van toepassing en deze is toegevoegd.
  
W 530 Deze feitcodes zijn vernummerd naar de feitcodes W 530 a en b.
W 531  
  
W 530 a en bBetreft de vernummerde feitcodes W 530 en W 531.

XNoot
1

Stb. 1994, 390, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 9 april 2002, Stb. 189.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven