Besluit van 10 september 2003, houdende wijziging van het Legesbesluit akten burgerlijke stand (verhoging tarieven akten)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 12 mei 2003, FO2003/56605, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Justitie;

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet rechten burgerlijke stand;

De Raad van State gehoord (advies van 5 juni 2003, nr. W04.03.0180/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 18 augustus 2003, FO2003/69012, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Legesbesluit akten burgerlijke stand1 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 1, eerste lid2, wordt vervangen door:

  • 1. Het recht, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Wet rechten burgerlijke stand bedraagt voor de onder a, b en d genoemde stukken EUR 10 en voor de onder c genoemde stukken EUR 18,40.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 10 september 2003

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes

Uitgegeven de zestiende oktober 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Het Legesbesluit akten burgerlijke stand is laatstelijk gewijzigd op 29 juli 2003 in verband met de jaarlijkse prijsindexatie. Bij de vaststelling van de tarieven voor akten burgerlijke stand wordt als uitgangspunt gehanteerd, dat de in rekening te brengen tarieven niet meer mogen bedragen dan de daadwerkelijke kosten die met de uitgifte van deze documenten zijn gemoeid. Afhankelijk van de prijsontwikkelingen in de publieke en private sector, die van invloed zijn op de bepaling van deze kosten, betekent dit dat de tarieven voor akten van de burgerlijke stand van jaar tot jaar naar boven of naar beneden kunnen worden bijgesteld. Het Legesbesluit akten burgerlijke stand bevat in artikel 1, tweede lid, een indexeringsmechanisme, waarmee wordt beoogd de gevolgen van de kostenontwikkelingen zo adequaat mogelijk te laten doorwerken in de tarieven. De indexeringsbepaling biedt tevens het voordeel dat het Legesbesluit akten burgerlijke stand in beginsel niet telkens hoeft te worden aangepast, maar dat binnen de gegeven indexeringssystematiek de tarieven jaarlijks bij ministeriële regeling kunnen worden vastgesteld. Niettemin valt er, als gevolg van een bijzondere omstandigheid, niet aan te ontkomen om het Legesbesluit akten burgerlijke stand zelf te wijzigen.

Bovengenoemde bijzondere omstandigheid betreft de Wet conflictenrecht afstamming die tot aanpassing van de geautomatiseerde systemen van de burgerlijke stand bij gemeenten leidt. Deze geautomatiseerde systemen maken het gemeenten mogelijk aan belanghebbenden akten uit de registers van de burgerlijke stand te verstrekken. Ter dekking van de met aanpassing van de geautomatiseerde systemen gemoeide kosten, worden de leges voor akten van de burgerlijke stand met een bescheiden doch kostendekkend bedrag (€ 0,70 per akte) verhoogd. Deze verhoging betreft een verhoging van de in het eerste lid van artikel 1 van het Legesbesluit akten burgerlijke stand genoemde bedragen. Hoewel er sprake is van incidentele kosten wordt het toch opportuun geacht het legestarief structureel te verhogen omdat er naar verwachting ook in de nabije toekomst aanpassingen van de geautomatiseerde systemen tengevolge van wetswijziging op het terrein van het personen- en familierecht, nodig zullen zijn; deze kunnen dan onder andere uit deze structurele opbrengsten worden gefinancierd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes


XNoot
1

Stb. 1969, 36, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 17 december 2001, Stb. 2001, 666.

XNoot
2

Zie voor de bekendmaking van de aangepaste tarieven, Stcrt. 2003, 153/pag. 7.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven