Besluit van 18 september 2003, houdende de van toepassingverklaring van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen en ongevallen op de schade en kosten tengevolge van de dijkdoorbraak op 26 augustus 2003 in Wilnis

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 12 september 2003, nr. EB2003/77905;

Gelet op artikel 3 van de wet tegemoetkoming schade bij rampen en zware ongevallen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De Wet tegemoetkoming schade bij rampen en zware ongevallen is van toepassing op de schade en kosten die zijn ontstaan ten gevolge van de dijkdoorbraak op 26 augustus 2003 te Wilnis (gemeente De Ronde Venen).

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het is geplaatst.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 18 september 2003

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes

Uitgegeven de dertigste september 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

In de vroege ochtend van dinsdag 26 augustus is rond 02.00 uur de dijk aan de Ringvaart te Wilnis in de gemeente De Ronde Venen doorgebroken. Als gevolg hiervan is een woonwijk getroffen. Schade is ontstaan doordat water uit de Ringvaart de woningen is binnengedrongen ofwel doordat door het wegstromen van het water uit de Ringvaart de bodem is verzakt waardoor scheurvorming in woningen is ontstaan. Een aantal huizen is tijdelijk en mogelijk permanent onbewoonbaar geworden. Daarnaast is de nodige schade aan onder meer de infrastructuur opgetreden.

Ter bestrijding van de gevolgen van de dijkdoorbaak heeft een grootschalige en gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines plaatsgevonden. Daarbij waren zowel lokale, regionale, provinciale als rijksdiensten betrokken. Direct na de dijkdoorbraak is een noodverordening ingesteld voor het getroffen gebied en zijn ongeveer 2 000 inwoners geëvacueerd, die in het merendeel dezelfde avond weer naar hun huis konden terugkeren. De dijkdoorbraak heeft grote materiële schade teweeg gebracht. Daarmee is de dijkdoorbraak aan te merken als een ramp in de zin van de Wet rampen en zware ongevallen.

De Wet tegemoetkoming schade bij rampen en zware ongevallen is (mits voldaan is een aantal randvoorwaarden) rechtstreeks van toepassing op aardbevingen en overstroming door zoet water, onder meer als gevolg van een dijkdoorbraak. De wetgever heeft in het laatste geval het oog gehad op dijkdoorbraken als gevolg van hoog water, zoals we eerder dit jaar in Tegelen (gemeente Venlo) hebben gezien. De wet biedt echter de mogelijkheid om bij vergelijkbare rampen en zware ongevallen eveneens een tegemoetkoming te verstrekken. Daarvoor dient de wet bij koninklijk besluit van toepassing te worden verklaard. Het onderhavige besluit strekt hiertoe.

Het effect van de dijkdoorbraak op lokale schaal is van die omvang dat niet kan worden verlangd dat de inwoners en de gemeente die zelf dragen. De gevolgen van de dijkdoorbraak zijn gelijksoortig aan – en in omvang zelfs groter dan – de gevolgen van het doorbreken van de damwand in Tegelen op 5 januari 2003. Op laatstgenoemde situatie was de WTS rechtstreeks van toepassing en is een schaderegeling vastgesteld.

Het bovenstaande rechtvaardigt de van toepassingverklaring van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen en zware ongevallen op de gevolgen van de dijkdoorbraak in Wilnis op 26 augustus 2003.

Het schadegebied en de hoogte van de te verstrekken tegemoetkomingen zullen overeenkomstig de wet bij ministeriële regeling worden vastgesteld.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes

Naar boven