Besluit van 28 augustus 2003, houdende wijziging van het Inschrijvingsbesluit ziekenfondsverzekering in verband met elektronische gegevensuitwisseling met betrekking tot verzekeringsgegevens van werknemers

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 7 juli 2003, kenmerk Z/VV-2392598;

Gelet op artikel 5, tweede, vierde en zesde lid, van de Ziekenfondswet;

De Raad van State gehoord (advies van 7 augustus 2003, nummer No.W13.03.0271/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 augustus 2003, Z/VV-2403795;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Inschrijvingsbesluit ziekenfondsverzekering1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, derde lid, vervalt na «de in artikel 4, eerste lid, bedoelde werkgeversverklaring» de komma en wordt na die zinsnede ingevoegd: of van de schriftelijke mededeling, bedoeld in artikel 4a, tweede lid,.

B

Na artikel 4 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4a

  • 1. De verplichting, genoemd in artikel 4, tweede lid, is niet van toepassing op een werkgever die de aanvang onderscheidenlijk het einde van de verzekering ingevolge de arbeidsverhouding tot die werkgever dan wel ingevolge een uitkering van ziekengeld krachtens de Ziektewet indien tijdens het ontvangen van het ziekengeld de arbeidsverhouding voortduurt, met gebruikmaking van een door het College zorgverzekeringen te omschrijven methodiek voor aanlevering van gegevens meldt aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.

  • 2. In afwijking van artikel 4, eerste lid, doet een werkgever die de in het eerste lid bedoelde opgave doet, aan degene die verzekerd is ingevolge de arbeidsverhouding tot die werkgever, onmiddellijk na aanvang van de verzekering schriftelijk mededeling dat en sedert wanneer betrokkene uit hoofde van die arbeidsverhouding verzekerd is.

  • 3. Het ziekenfonds waar degene die verzekerd is, zich heeft aangemeld, verzoekt het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen alle gegevens te verstrekken betreffende de verzekering ingevolge de in het eerste lid bedoelde arbeidsverhouding.

  • 4. Het College zorgverzekeringen kan bepalen dat de werkgever aan de verzekerde een schriftelijke mededeling doet waarmee de verzekerde het einde van de verzekering, bedoeld in het eerste lid, meldt aan het ziekenfonds.

C

In artikel 12 wordt na «artikel 4, eerste en tweede lid,» ingevoegd: en 4a, tweede lid,.

D

Artikel 14 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt «en de werkgevers» gewijzigd in: , de werkgevers en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.

2. In het tweede lid wordt na «verstrekte verklaringen» ingevoegd: dan wel de schriftelijke mededeling, bedoeld in artikel 4a, tweede lid,.

E

Aan artikel 21, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: Het College zorgverzekeringen kan het model van de schriftelijke mededelingen bedoeld in artikel 4a, tweede en vierde lid, bepalen.

F

In artikel 23 wordt vóór «12» ingevoegd: 4a,.

ARTIKEL II

Het Inschrijvingsbesluit ziekenfondsverzekering wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1, derde lid, wordt «de in artikel 4, eerste lid, bedoelde werkgeversverklaring of van de schriftelijke mededeling, bedoeld in artikel 4a, tweede lid,» vervangen door: de schriftelijke mededeling, bedoeld in artikel 4, tweede lid,.

B

Artikel 4 komt te luiden als volgt:

Artikel 4

  • 1. Een werkgever doet aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, opgave van de aanvang onderscheidenlijk het einde van de verzekering ingevolge de arbeidsverhouding tot die werkgever dan wel ingevolge een uitkering van ziekengeld krachtens de Ziektewet indien tijdens het ontvangen van het ziekengeld de arbeidsverhouding voortduurt.

  • 2. Een werkgever verstrekt aan degene die verzekerd is ingevolge de arbeidsverhouding tot die werkgever onmiddellijk na aanvang van de verzekering schriftelijk mededeling dat en sedert wanneer betrokkene uit hoofde van die arbeidsverhouding verzekerd is.

  • 3. Het ziekenfonds waar degene die verzekerd is zich heeft aangemeld, verzoekt het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen om alle gegevens te verstrekken betreffende de verzekering ingevolge de in het eerste lid bedoelde arbeidsverhouding.

  • 4. Het College zorgverzekeringen kan bepalen dat de werkgever aan de verzekerde een schriftelijke mededeling doet waarmee de verzekerde het einde van de verzekering, bedoeld in het eerste lid, meldt aan het ziekenfonds.

C

Artikel 4a vervalt.

D

In artikel 12 wordt «artikel 4, eerste en tweede lid, en 4a, tweede lid,» vervangen door: artikel 4, tweede lid,.

E

In artikel 14, tweede lid, wordt «de artikelen 4, eerste lid, en 12, verstrekte verklaringen dan wel de schriftelijke mededeling, bedoeld in artikel 4a, tweede lid,» vervangen door: de artikelen 4, tweede lid, en 12, verstrekte schriftelijke mededelingen.

F

Artikel 21, eerste lid, komt te luiden als volgt:

  • 1. Het College zorgverzekeringen stelt het model vast van de aanmeldingsformulieren bedoeld in de artikelen 1 en 2, en van de kaarten, bedoeld in artikel 14, vijfde lid. Het College zorgverzekeringen kan het model vaststellen van de schriftelijke mededelingen bedoeld in artikel 4, tweede en vierde lid.

G

In artikel 23 vervalt: 4a,.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, met dien verstande dat:

a. indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 augustus 2003, artikel I terugwerkt tot en met 1 september 2003;

b. artikel II in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 28 augustus 2003

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de elfde september 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Het Inschrijvingsbesluit ziekenfondsverzekering (hierna te noemen: Inschrijvingsbesluit) stelt regels met betrekking tot de aanmelding van een ziekenfondsverzekerde bij een ziekenfonds. Ten behoeve van de inschrijving hebben ziekenfondsen een grote hoeveelheid informatie nodig van onder meer werkgevers, verzekerden, de uitvoeringsinstellingen van de werknemersverzekeringen, en tal van andere instellingen en personen. Het merendeel van deze informatie wordt aangeleverd door middel van formulieren en andere papieren gegevensdragers. De uitwisseling van die informatie leidt tot aanzienlijke papieren informatiestromen die vervolgens in de (geautomatiseerde) administraties van de diverse ziekenfondsen en gegevensleveranciers verwerkt moeten worden. Dit is arbeidsintensief en brengt kosten met zich.

De zorgverzekeringssector [de ziekenfondsen, Zorgverzekeraars Nederland (de belangenbehartiger van ziekenfondsen en particuliere ziektekostenverzekeraars), en het College voor Zorgverzekeringen (CVZ)] heeft zich daarom beraden op mogelijkheden om bepaalde gegevensuitwisseling efficiënter te doen plaatsvinden. Daarbij is bezien of veel voorkomende papieren informatiestromen ook op elektronische wijze ter beschikking van ziekenfondsen zouden kunnen komen of dat elektronisch aangeleverde gegevens die bij andere gegevensleveranciers van ziekenfondsen binnenkomen ook voor de uitvoering van de Ziekenfondswet gebruikt kunnen worden. Het op elektronische wijze doen plaatsvinden en verwerken van dat berichtenverkeer zou kunnen leiden tot een efficiencyverbetering in de administratieve procesvoering van de ziekenfondsen.

Dit besluit strekt ertoe de mogelijkheid van elektronische uitwisseling van gegevens te regelen.

Het gaat in dit geval om de verklaring van de werkgever betreffende de ziekenfondsverzekering van zijn werknemer. Tot op heden zendt een werkgever een papieren verklaring betreffende verzekering aan het door de verzekerde opgegeven ziekenfonds. Dit besluit maakt een elektronische gegevensuitwisseling mogelijk. Wanneer de uitwisseling van gegevens op elektronische wijze plaatsvindt behoeft de werkgever geen papieren verzekeringsverklaring aan het ziekenfonds te sturen. Er zal een fasegewijze overgang naar elektronische gegevensuitwisseling plaatsvinden. Afhankelijk van de wijze waarop die uitwisseling vorm krijgt kan besloten worden dat in termen van continuïteit, kwaliteit en tijdigheid, de uitwisseling zodanig is dat het elektronische bericht het papieren bericht kan vervangen. In de overgangssituatie kan per sector worden bezien of de elektronische uitwisseling voldoet aan de gestelde normen. Als dat het geval is, kan het papieren bericht voor een bepaalde sector achterwege blijven. Deze wijziging van het Inschrijvingsbesluit is opgenomen in artikel I van dit besluit.

Zodra zicht bestaat op een uitsluitend elektronische uitwisseling van gegevens waarbij de continuïteit en de kwaliteit van de gegevensstroom structureel voldoende gewaarborgd is, zal de papieren uitwisseling naast uitwisseling van dezelfde elektronische gegevens worden geschrapt.

Artikel II van dit besluit zal dan in werking treden. Dit gebeurt derhalve op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Proef met het RINIS-netwerk

In de periode april tot en met augustus 1999 heeft een proef plaatsgevonden met elektronische gegevensuitwisseling tussen ziekenfondsen en de toenmalige uitvoeringsinstellingen (uvi's) van de werknemersverzekeringen (thans: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen; UWV) over de aan- en afmelding van werknemers voor de ziekenfondsverzekering. Daarbij werd gebruik gemaakt van het netwerk van het RouteringsInstituut (inter)Nationale Informatie Stromen (RINIS-netwerk). Dit is een netwerk voor intersectorale gegevensuitwisseling dat reeds gedurende een aantal jaren in de socialeverzekeringssector in gebruik is.

De aan- en afmelding van werknemers gaat als volgt: bij indiensttreding van een werknemer stuurt de werkgever een Meldingsformulier sociale verzekering (MSV) aan het UWV. In het MSV is ook de melding betreffende de ziekenfondsverzekering zijn opgenomen.

Als een werknemer ziekenfondsverzekerd is, stuurt de werkgever aan het door de werknemer opgegeven ziekenfonds tevens een zogenaamde Verzekeringsverklaring werkgever (VVW).

Een aantal van de gegevens die in de MSV staan vermeld, wordt ook gebruikt voor de VVW. Het UWV verwerkt de gegevens van de MSV in zijn administratie, en het ziekenfonds verwerkt de gegevens van de VVW in zijn administratie.

Tijdens de proef met RINIS-netwerk is onderzocht of de ziekenfondsen de gegevens die zij nodig hebben voor de aan- en afmelding van werknemers, in elektronische vorm uit de administraties van de UWV's konden krijgen. De doelstelling van de proef was tweeledig. Ten eerste ging het er om ervaring op te doen met de technische realisatie van een gegevensuitwisseling en ten tweede om de vraag of deze gegevensuitwisseling tussen het UWV en de ziekenfondsen zou kunnen bijdragen aan een efficiënter aan- en afmeldingsproces. De einddoelstelling van de proef was om te bezien of het mogelijk zou zijn de verplichting voor werkgevers om aanvang en einde van de ziekenfondsverzekering rechtstreeks aan het ziekenfonds te melden, te laten vervallen. In plaats van het bestaande papieren bericht van de werkgever zou het ziekenfonds dan een elektronische melding van het UWV ontvangen via het RINIS-netwerk.

Alle bij de uitwisseling betrokken partijen (werkgevers, UWV, ziekenfondsen, Vektis) hebben de proef als positief geëvalueerd. Tijdens de proef is aangetoond dat de technische uitwisseling via het RINIS-netwerk voldoet. Met behulp van het sofi-nummer kunnen VVW-gegevens tussen de sector sociale zekerheid en de zorgsector worden uitgewisseld. Door de proef bestond de verwachting dat RINIS-uitwisseling mogelijk op termijn zou kunnen leiden tot een afschaffing van de papieren VVW.

De wijziging van het Inschrijvingsbesluit: Papieren VVW dan wel elektronisch berichtenverkeer (Artikel I; inwerkingtreding met terugwerkende kracht tot en met 1 september 2003)

In het Inschrijvingsbesluit is in artikel 4, tweede lid, bepaald dat een werkgever aan het door de verzekerde opgegeven ziekenfonds een papieren verklaring, de VVW, zendt waaruit de aanvang of het einde van de arbeidsovereenkomst blijkt op grond waarvan de werknemer ziekenfondsverzekerd is. Artikel 4, eerste lid, bepaalt dat een deel van die VVW aan de werknemer moet worden overhandigd. De werknemer dient die verklaring bij de aanmelding bij het ziekenfonds te overleggen. Verder bepaalt artikel 4 dat het ziekenfonds de juistheid van de door de werkgever verstrekte gegevens bij de werkgever kan controleren. Aan artikel 4, vierde lid, is door het CVZ invulling gegeven in het Besluit nadere regeling inschrijving ziekenfondsverzekering.

In artikel I, onderdeel B, bepaalt het nieuwe artikel 4a van dit besluit dat een werkgever in afwijking van artikel 4 van het Inschrijvingsbesluit in plaats van de papieren VVW op elektronische wijze opgave aan de UWV doet van aanvang dan wel einde van de ziekenfondsverzekering. De werkgever doet de opgave betreffende ziekenfondsverzekering in het kader van de MSV zoals geregeld op grond van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen. In de MSV worden gegevens vermeld betreffende onder meer het al dan niet ziekenfondsverzekerd zijn. In het Besluit melding sociale verzekeringen is de termijn geregeld waarbinnen de werkgever de melding doet aan het UWV. Die termijn is gesteld op één maand na aanvang van een nieuwe arbeidsverhouding. Een zelfde termijn geldt na wijziging van een bestaande arbeidsverhouding en na beëindiging van een arbeidsverhouding. Het tijdstip van aanleveren van het elektronische bericht behoeft derhalve niet in artikel 4a, eerste lid, te worden opgenomen.

De werkgevers die op deze wijze aan het UWV opgave mogen doen, maken gebruik van een door het CVZ te omschrijven methodiek voor aanlevering van gegevens. In eerste instantie wordt daarbij gedacht aan de aanlevering volgens de methodiek en de voorwaarden die gelden voor de registratie van flexwerkers in de uitzendbranche (Reflex-methodiek). Er is tussen de uitzendbureaus en het UWV een algemene overeenkomst opgesteld waarin de toelatingsprocedure en minimale kwaliteitseisen voor deelname aan Reflex zijn opgenomen. Doelstelling van die overeenkomst is, onder meer, bindende afspraken te maken over de kwaliteit van aanlevering van de gegevens. Voor iedere Reflexdeelnemer vormen deze afspraken basis en kader voor een individuele overeenkomst met het UWV.

Nadat het UWV de elektronische melding in zijn administratie heeft verwerkt worden de gegevens ten behoeve van de ziekenfondsverzekering hieruit afgesplitst en doorgezonden naar het sectoraal aanspreekpunt van de socialezekerheidssector (hierna te noemen: SAP-SV). Bij deze gegevensuitwisseling fungeert het sociaal-fiscaalnummer als sleutel voor de aan een persoon hangende gegevens. Het SAP-SV stuurt de gegevens vervolgens via het RINIS-netwerk door naar het sectoraal aanspreekpunt van de zorgsector (hierna te noemen: SAP-Zorgverzekeringen). In de verwijsindex van het SAP-Zorgverzekeringen wordt nagegaan bij welk ziekenfonds het betreffende sofi-nummer bekend is, en aldus komt het bericht op de plaats van bestemming terecht.

Een werkgever is gehouden een werknemer te melden of hij ziekenfondsverzekerd is. In geval een werkgever een ziekenfonds een VVW toezendt, krijgt de werknemer een afschrift of doorslag van die VVW. Met het opnemen van de mogelijkheid van elektronische melding via de UWV vervalt ook de verplichting voor de werkgever een afschrift of doorslag van de VVW aan de werknemer te geven.

Voor de werkgever blijft de verplichting bestaan de werknemer schriftelijk op de hoogte te stellen van eventuele ziekenfondsverzekering. Gedacht kan worden aan het melden van het al dan niet ziekenfondsverzekerde zijn tegelijkertijd met andere berichtgeving die de werkgever aan de werknemer bij indiensttreding moet geven. In artikel 21, eerste lid, is bepaald dat CVZ het model van die schriftelijke mededeling kan bepalen. In beginsel is deze mededeling vormvrij. Zo'n mededeling kan bijvoorbeeld een daartoe strekkende zinsnede in de arbeidsovereenkomst of aanstellingsbrief zijn. Het gaat er om dat minimale eisen gesteld kunnen worden aan de vorm waarin de schriftelijke mededeling vervat moet zijn indien in de praktijk mocht blijken dat de verstrekte informatie voor de werknemer onvoldoende is om daaruit te kunnen concluderen dat hij ziekenfondsverzekerd is.

Als de werknemer zijn dienstbetrekking heeft beëindigd kan het nodig zijn dat hij het einde van de verzekering meldt aan het ziekenfonds. Voor die situatie blijft voor de werkgever de verplichting bestaan om zonodig de beëindiging van de dienstbetrekking schriftelijk aan de werknemer mede te delen.

Elektronisch berichtenverkeer werkgever aan het UWV

(Artikel II; inwerkingtreding op een bij koninklijk besluit te bepalen datum)

Zodra alle werkgeversbranches gebruik kunnen maken van elektronische uitwisseling van gegevens is een papieren gegevensstroom van werkgevers aan ziekenfondsen niet langer nodig. De overgangssituatie waarbij zowel de papieren VVW als de elektronische uitwisseling kan plaatsvinden kan dan worden opgeheven. Artikel II van dit besluit treedt dan in werking. Vanaf dat tijdstip gebruiken alle werkgevers het elektronische berichtenverkeer aan het UWV. Beoogd tijdstip van inwerkingtreding van artikel II is uiterlijk 1 januari 2005. Dit is het beoogde tijdstip van inwerkingtreding van het bij Koninklijke boodschap van 5 februari 2002 ingediende voorstel van wet, houdende wijziging van de Coördinatiewet Sociale Verzekering en andere wetten in verband met een administratieve lastenverlichting inzake de vaststelling van het premieloon en het uitkeringsloon (Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten) (Kamerstukken II, 2001/02, 28 219, nr. 3, blz. 10).

Terugdringing administratieve lasten en financiële gevolgen van de wijziging

Met betrekking tot de elektronische gegevensuitwisseling tussen ziekenfondsen en het UWV over de aan- en afmelding van werknemers voor de ziekenfondsverzekering is een inschatting gemaakt van de verwachte kostenbesparingen als het papieren bericht verdwijnt en ziekenfondsen via het RINIS-netwerk een elektronische melding van het UWV ontvangen.

Als de situatie met papieren berichtenverkeer wordt vergeleken met de situatie met elektronisch berichtenverkeer dan is de inschatting dat hiermee bij werkgevers een kostenbesparing optreedt van circa € 20 miljoen en bij ziekenfondsen van circa € 10 miljoen. Deze berekening is gebaseerd op 10,5 miljoen berichten en de tijdwinst die bij elektronische verwerking respectievelijk bij werkgevers en ziekenfondsen wordt gemaakt. Het betreft een jaarlijkse kostenbesparing.

In onderstaand overzicht worden de berekeningen nader gespecificeerd.

 Aantal berichtenTijdsbesparingKosten per minuutKostenbesparing
Ziekenfondsen (21)10,500 mln.3 minuten€ 0,32ca. € 10,0 mln
Werkgevers met werknemers (360 000)10,500 mln.5 minuten€ 0,42ca. € 20,0 mln

Bron: VWS op basis van informatie van Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en het EIM

Het gebruik maken van een elektronische infrastructuur voor uitwisseling van gegevens draagt bij tot per saldo lagere uitvoeringskosten. Kostenvoordelen treden op bij de verzender en de ontvanger van het bericht. Het aanmaken en het verwerken van een elektronisch bericht is aanzienlijk goedkoper dan het aanmaken en het verwerken van een papieren bericht. Als vuistregel wordt een reductie in de kosten van wel 90% aangehouden.

Daartegenover staan wel extra kosten. Bij veel van deze kosten gaat het om eenmalige kosten. Onder eenmalige kosten moet onder meer begrepen worden kosten voor het testen, beschrijven en inrichten van administratieve processen, de aanschaf, installatie en aanpassing van de nodige hard- en software voor de systemen en eindgebruikers en de aansluiting op het SAP-Zorgverzekeringen. Voorts wordt bij het intersectorale berichtenverkeer gebruik gemaakt van tussenstations zoals het SAP-SV en het SAP-Zorgverzekeringen. Ook voor deze stations geldt dat voor het nieuwe berichtenverkeer bepaalde aanpassingen noodzakelijk zijn. Voorts zullen voor deze stations zekere structurele exploitatielasten gemaakt worden. Berekend is dat aan eenmalige en initiële kosten globaal een bedrag van zo'n € 100 000 per ziekenfonds is gemoeid en dat de kosten voor grote en kleine ziekenfondsen min of meer gelijk zijn.

De ziekenfondsen hebben incidenteel een bedrag ontvangen van € 100 000 per ziekenfonds als bijdrage voor de kosten in verband met inspanningen om te komen tot een verdere elektronische berichtenuitwisseling. Dit is geregeld in de Regeling beschikbare middelen beheerskosten Zfw 2003. De bijdrage had in het bijzonder tot doel dat ultimo 2003 alle ziekenfondsen een volwaardige aansluiting op het RINIS-netwerk hebben. Volwaardig in dit verband betekent dat er sprake moet zijn van het hebben van een elektronische postbus bij het SAP-Zorgverzekeringen, dat het ziekenfonds het nodige doet om de verwijsindex actueel en volledig te houden en dat hij zijn administratie en systemen inricht op het verwerken van elektronische meldingen inzake (mutaties in) dienstbetrekkingen.

Tot slot kan worden opgemerkt dat het overstappen van het papieren bericht op het elektronisch bericht noodzaakt dat alle onderdelen in de informatieketen goed op elkaar zijn en blijven afgestemd. Dit zal afstemmingskosten met zich brengen. Voor de meeste berichten zal overigens gelden dat de kostenvoordelen een veelvoud bedragen van de noodzakelijke extra kosten.

Advisering door het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal)

Het Adviescollege toetsing administratieve lasten heeft op 19 juni jl. positief geadviseerd met de opmerkingen de eenmalige invoeringskosten te betrekken bij het in beeld brengen van de administratieve lasten. Daarnaast is geadviseerd de reductie van de administratieve lasten te maximaliseren door het vormvrij maken van de schriftelijke mededeling van de werkgever om de werknemer op de hoogte te stellen van eventuele ziekenfondsverzekering.

De opmerkingen zijn in deze toelichting verwerkt.

Inwerkingtreding

Artikel I

De technische uitvoering van de elektronische gegevensuitwisseling betreffende aan- en afmelding van werknemers volgend op de proef met het RINIS-netwerk is zo ver gevorderd dat met ingang van 1 september 2003 de verzekeringsverklaring van de werkgever door een deel van de werkgevers elektronisch verzonden wordt. Het betreft werkgevers die gebruik maken van een door het CVZ te omschrijven methodiek voor aanlevering van gegevens. In eerste instantie is dat een deel van de werkgevers in de uitzendbranche. Het papieren VVW-bericht kan daarmee voor die werkgevers met ingang van die datum worden afgeschaft.

Artikel I van dit besluit treedt met ingang van 1 september 2003 in werking. Aan de inwerkingtreding wordt terugwerkende kracht verleend opdat het vervallen van het papieren bericht en de elektronische verwerking van berichten met ingang van die datum een wettelijke grondslag hebben.

Artikel II

Als alle werkgevers en met werkgevers gelijkgestelde organisaties (zoals de SVB en andere instanties die uitkeringen verzorgen) de opgave betreffende ziekenfondsverzekering aan UWV op elektronische wijze kunnen aanleveren zal artikel II van dit besluit in werking treden.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst


XNoot
1

Stb. 1965, 653, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 27 november 2001, Stb. 611.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven