Besluit van 16 juli 2003, houdende wijziging van
het Besluit Reglement Rijnpatenten 1998 onder meer in verband met het invoeren
van de mogelijkheid van wijziging door voorschriften van tijdelijke aard
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 10 maart
2003, nr. HDJZ/SCH/2003-453, Hoofddirectie Juridische Zaken;
Gelet op de op 17 oktober 1868 te Mannheim tot stand gekomen Herziene
Rijnvaartakte (Trb. 1955, 161, en 1964, 83), op de resolutie van de Centrale
Commissie voor de Rijnvaart van 28 november 2002 (protocol 2002-II-24) en
op artikel 26a, eerste lid, van de Binnenschepenwet;
De Raad van State gehoord (advies van 22 mei 2003, nr. W09.03.0092/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van
2 juli 2003, nr. HDJZ/SCH/2003-1284, Hoofddirectie Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Reglement Rijnpatenten 1998, dat is opgenomen als bijlage bij het
Besluit Reglement Rijnpatenten 19981, wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.01, vijfde lid, komt als volgt te luiden:
B
Na artikel 1.05 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 1.06 Wijziging door voorschriften van tijdelijke aard
De Centrale Commissie voor de Rijnvaart kan voorschriften van tijdelijke
aard vaststellen, wanneer het voor een aanpassing aan de technische ontwikkeling
van de binnenscheepvaart noodzakelijk wordt geacht om in dringende
gevallen afwijkingen van dit reglement toe te laten dan wel proefnemingen
mogelijk te maken, waardoor de veiligheid en de vlotte afwikkeling van het
scheepvaartverkeer niet worden benadeeld. Deze voorschriften van tijdelijke
aard worden door de bevoegde autoriteit gepubliceerd en hebben een geldigheidsduur
van ten hoogste drie jaren. Zij worden in alle Oeverstaten en in België
op hetzelfde tijdstip in werking gesteld en worden onder dezelfde voorwaarden
buiten werking gesteld.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2004.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota
van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnoot's-Gravenhage, 16 juli 2003
Beatrix
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
K. M. H. Peijs
Uitgegeven de tweede september 2003
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner
NOTA VAN TOELICHTING
Artikel I
Onderdeel A
Wijziging van de definitie van het pleziervaartuig betreft het gelijkstellen
met de Duitse en de Franse tekst van het overeenkomstige reglement. Bij de
invoering in 1998 zijn de woorden «en dat niet is een passagiersschip»
abusievelijk niet toegevoegd terwijl dit in de twee andere talen (Duits en
Frans) van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart wel was gedaan. Hiermede
wordt deze omissie opgeheven.
Onderdeel B
Bij haar resolutie van 28 november 2002 (protocol 2002-II-24) heeft de
Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) aan het Reglement Rijnpatenten
1998 een bepaling toegevoegd op grond waarvan deze voorschriften door middel
van een zogenaamde tijdelijke wijziging kunnen worden aangepast. Evenals dit
het geval is voor het Rijnvaartpolitiereglement 1995 (art. 1.22) en het Reglement
onderzoek schepen op de Rijn 1995 (art. 1.06) is ten aanzien van de onderhavige
voorschriften geconstateerd dat hiervoor de behoefte bestaat aan een vereenvoudigde
procedure voor het invoeren van wijzigingen, die dermate urgent zijn dat niet
kan worden gewacht op de totstandkoming van de desbetreffende nationale reglementen
of de wijzigingen daarvan volgens de in elk der Rijnoeverstaten en België
daarvoor geldende procedure. Hetzelfde geldt voor voorschriften die het karakter
van een proef hebben en waarvoor de noodzaak tot het definitief opnemen in
de voorschriften nog niet is vastgesteld.
Door de nieuwe bepaling kan in elk van de staten worden volstaan met een
afkondiging van de resolutie bij een bekendmaking van de nationale bevoegde
autoriteit. In de afkondiging wordt aangegeven vanaf welk tijdstip en voor
welke periode de voorschriften gelden.
Overeenkomstige bepalingen worden eveneens toegevoegd aan de Voorschriften
omtrent de minimum eisen en de keuringsvoorwaarden voor radarinstallaties
voor de Rijnvaart, de Voorschriften omtrent de minimum eisen en de keuringsvoorwaarden
voor bochtaanwijzers voor de Rijnvaart, de Voorschriften omtrent de inbouw
en de controle van het functioneren van radarinstallaties en bochtaanwijzers
voor de Rijnvaart, de Voorschriften omtrent de kleur en de sterkte der lichten,
alsmede omtrent de goedkeuring der navigatielantaarns voor de Rijnvaart (Besluit
typegoedkeuring navigatielantaarns Rijnvaart 1990) en het Reglement radarpatenten.
Administratieve lasten
Een toename van administratieve lasten voor het bedrijfsleven wordt als
gevolg van deze aanpassingen niet verwacht. Het Adviescollege toetsing administratieve
lasten (Actal) heeft medegedeeld, dat het onderhavige dossier niet geselecteerd
zal worden voor een zg. Actaltoets.
Artikel II
De CCR heeft bepaald, dat de wijziging in de nationale regelgeving naar
aanleiding van het desbetreffende protocol met ingang van 1 januari 2004 in
werking moet treden.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
K. M. H. Peijs
XNoot
1Stb. 1997, 475, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 22 juli 2002, Stb.
421.
XHistnoot
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond
van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat
het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.