Besluit van 17 juli 2003, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen in verband met toevoeging van de categorie vlees aan bijlage I

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van datum 26 mei 2003, VGB/VL 2383017, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, en van Economische Zaken;

Gelet op richtlijn nr. 2002/86/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 november 2002 (PbEG L 305) tot wijziging van richtlijn 2001/101/EG wat betreft de ingangsdatum van het verbod op het handelsverkeer in producten die niet in overstemming zijn met richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, op richtlijn nr. 2001/101/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 26 november 2001(PbEG L 310) tot wijziging van richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame, alsmede op artikel 8, eerste lid, onder c, en artikel 13, onder a, van de Warenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 26 juni 2003, No.W13.03.0195/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 9 juli met nummer VGB/VL 2393423, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Aan bijlage I van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen1 wordt de volgende tekst toegevoegd onder de daarvoor bestemde kolom onder definitie, respectievelijk vermelding:

(Definitie) (Vermelding)
De skeletspieren** van zoogdier- en vogelsoorten, die erkend zijn als geschikt voor de menselijke consumptie, met de van nature ingesloten of aanhangende weefsels, waarvan de totale gehalten aan vet en bindweefsel de hieronder vermelde waarden niet overschrijden. Het vlees vormt een ingrediënt van een ander levensmiddel. Separatorvlees valt niet onder deze definitie. «...vlees», voorafgegaan door de naam/ namen* van de diersoort(en) waarvan het afkomstig is.
   
Maximumgehalten aan vet en bindweefsel voor de met de term «...vlees» aangeduide ingrediënten.  
SoortenVet (%)Bindweefsel *** (%)
Zoogdieren (konijnen en varkens uitgezonderd) en diverse soorten met overwegend zoogdieren.2525
Varkens3025
Vogels en konijnen1510
   
Wanneer deze maximumgehalten aan vet of bindweefsel worden overschreden doch aan alle overige criteria van de definitie van «...vlees» wordt voldaan, wordt het gehalte aan «...vlees» dienovereenkomstig verlaagd en bevat de lijst van ingrediënten naast de categorienaam «...vlees» ook de vermelding van het vet of bindweefsel.  

* Voor de etikettering in de Engelse taal mag deze vermelding worden vervangen door de aan het vlees van de betrokken diersoort gegeven generieke naam.

** Het middenrif en de kauwspieren maken deel uit van de skeletspieren, terwijl het hart, de tong, de kopspieren (met uitzondering van de kauwspieren), het carpaal- en tarsaalgewricht en de staart er geen deel van uitmaken.

*** Het gehalte aan bindweefsel wordt berekend op basis van de collageen/eiwitverhouding. Het collageengehalte bedraagt achtmaal het hydroxyprolinegehalte.

ARTIKEL II

Eet- en drinkwaren die vóór de inwerkingtreding van dit besluit zijn geëtiketteerd en voldoen aan het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen, zoals dat onmiddellijk vóór die inwerkingtreding luidde, mogen nog verhandeld worden totdat de voorraden zijn uitverkocht.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 17 juli 2003

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de negentiende augustus 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Op 28 november 2001 is gepubliceerd richtlijn 2001/101/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 26 november 2001 tot wijziging van richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame (PbEG L 310), verder te noemen: richtlijn 2001/101/EG.

Richtlijn 2001/101/EG voegt aan bijlage I van richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame (PbEG L 109), verder te noemen: richtlijn 2000/13/EG, een definitie voor de categorienaam «...vlees» toe.

Toevoeging van deze definitie voor de categorie vlees voorkómt onnodige handelsbelemmeringen binnen de interne markt. Eveneens heeft deze definitie een positieve uitwerking op de zich bij vleesproducten voordoende problemen met betrekking tot de vermelding van de lijst van ingrediënten en de kwantitatieve ingrediëntendeclaratie.

Richtlijn 2000/13/EG is voor Nederland ten uitvoer gelegd in het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen (verder te noemen: WEL). Bij dit besluit wordt richtlijn 2001/101/EG geïmplementeerd in het WEL.

Eveneens geeft de onderhavige regeling uitvoering aan richtlijn 2002/86/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschap van 6 november 2002 tot wijziging van richtlijn 2001/101/EG wat betreft de ingangsdatum van het verbod op het handelsverkeer in producten die niet in overeenstemming zijn met richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie (PbEG L 305), verder te noemen: richtlijn 2002/86/EG. Richtlijn 2002/86/EG strekt tot wijziging van richtlijn 2001/101/EG zowel wat betreft de datum dat de lidstaten het handelverkeer dienen toe te staan in waren die voldoen aan de bepalingen van richtlijn 2001/101/EG als wat betreft de ingangsdatum van het verbod op het handelverkeer in waren die niet voldoen aan de bepalingen van richtlijn 2001/101/EG.

Hierbij zijn de ingrijpende wijzigingen betreffende de etikettering van bedoelde waren die deze geharmoniseerde definitie voor de producenten met zich meebrengt, in overweging genomen.

In verband met de korte termijn die resteerde voor de hier bedoelde implementatie in het WEL na publicatie van richtlijn 2002/86/EG op 7 november 2002, is destijds ervoor gekozen bij tijdelijke vrijstellingsregeling, Warenwetregeling Tijdelijke vrijstelling ingrediënt vlees, de handel toe te staan in waren die voldoen aan de definitie voor de categorie «...vlees».

Op het moment van inwerkingtreding van dit besluit zal voornoemde vrijstellingsregeling vervallen.

Vermelding categorie vlees

Slechts producten die vlees als ingrediënt bevatten, mogen worden geëtiketteerd als behorende tot de categorie «...vlees». Uitgesneden vlees, dat in ongewijzigde staat in de handel wordt gebracht, valt niet onder deze definitie. Eveneens vallen anatomische delen, die in ongewijzigde staat in de handel worden gebracht, niet onder de definitie.

De andere voor menselijke consumptie geschikte delen van dieren, geen deel uitmakende van producten die vallen onder de voor etikettering geldende definitie van «...vlees», worden met hun specifieke naam aangeduid.

Hiervoor geldt het beginsel uit artikel 7, eerste lid, van het WEL.

De in de bijlage bij deze regeling opgenomen definitie beoogt de consument te informeren over de werkelijke aard van het met de term vlees aangeduide product. Aangezien daarbij het beeld dat de consument zich van vlees vormt voorop staat, wordt separatorvlees van de categorie «...vlees» uitgesloten. Producten die onder de definitie van separatorvlees vallen, zoals opgenomen in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten, worden met hun specifieke naam en de soortnaam aangeduid. Artikel 7, eerste lid, van het WEL, is hierbij van toepassing.

Indien de specifieke naam van het betrokken ingrediënt wordt vermeld, dan is ingevolge artikel 7, eerste lid, van het WEL, het bepaalde in artikel 4, van het WEL, van overeenkomstige toepassing (bijvoorbeeld «varkenslever» in leverworst).

Maximumgehalten aan vet en bindweefsel

In het kader van de harmonisering van de regelgeving worden maximumgehalten aan vet en bindweefsel vastgesteld voor producten die met de categorienaam «...vlees» kunnen worden aangeduid. Deze maximumgehalten laten de specifieke bepalingen voor gehakt vlees en vleesbereidingen in het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten onverlet.

Administratieve lasten

Aangezien de implementatie van richtlijn 2001/101/EG onvermijdelijk administratieve lasten met zich meebrengt voor het bedrijfsleven, heeft het bedrijfsleven in het kader van het Regulier Overleg Warenwet (ROW) het totaal aan administratieve lasten als gevolg van dit besluit geraamd.

Dit besluit heeft in Nederland gevolgen voor ongeveer 300 producenten. Als gevolg van dit besluit zullen door hun naar verwachting omstreeks 120 000 etiketten moeten worden aangepast. Per etiket is hiervoor gemiddeld 1,15 uur werk noodzakelijk. Ervan uitgaande dat één uur werk 82,93 euro kost, betekent dit dat de totale administratieve lasten van dit besluit omstreeks 11 445 000 euro bedragen.

Het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) heeft de consequenties van dit besluit voor de administratieve lasten van het bedrijfsleven getoetst. Alles overwegend adviseert Actal de vaststelling van dit besluit.

Transponeringstabel

In onderstaande tabel is het verband weergegeven tussen richtlijn 2002/86/EG, respectievelijk richtlijn 2001/101/EG en het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen.

Richtlijn 2002/86/EGDit besluit
  
artikel 1artikel II,III
artikel 2,3geen implementatie vereist
  
Richtlijn 2001/101/EGDit besluit
  
artikel 1artikel I
artikel 2,3,4geen implementatie vereist

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst


XNoot
1

Stb. 1992, 14, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 29 oktober 1999, Stb. 500.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven