Wet van 2 juli 2003 tot wijziging van de Provinciewet en de Gemeentewet in verband met nieuwe voorschriften voor begroting en verantwoording

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is na de dualisering van het provincie- en gemeentebestuur de inrichting van de begroting en verantwoording daarop aan te passen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Provinciewet1, zoals deze luidt nadat het bij koninklijke boodschap van 4 juni 2002 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van de Provinciewet en enige andere wetten tot dualisering van de inrichting, de bevoegdheden en de werkwijze van het provinciebestuur (Wet dualisering provinciebestuur) (Kamerstukken 28 384) tot wet is verheven, wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 190 komt te luiden:

Artikel 190

  • 1. De begroting, de begrotingswijzigingen, de meerjarenraming, de jaarrekening en het jaarverslag worden ingericht overeenkomstig bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te geven regels.

  • 2. Bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, kunnen tevens regels worden gesteld ten aanzien van:

    a. door gedeputeerde staten vast te stellen documenten ten behoeve van de uitvoering van de begroting en de jaarrekening;

    b. door gedeputeerde staten aan derden te verstrekken informatie op basis van de begroting en de jaarrekening en de controle van deze informatie. In overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken kan worden bepaald dat deze informatie wordt verstrekt aan het Centraal Bureau voor de Statistiek.

  • 3. Indien de informatie, bedoeld in het tweede lid onder b, niet of niet tijdig wordt verstrekt, dan wel de kwaliteit van de informatie tekort schiet, geeft Onze Minister een aanwijzing aan gedeputeerde staten om alsnog informatie van voldoende kwaliteit te verstrekken.

  • 4. Indien gedeputeerde staten nalaten de aanwijzing, bedoeld in het derde lid, op te volgen, zorgt Onze Minister dat de benodigde informatie alsnog wordt verstrekt. De kosten daarvan komen voor rekening van de provincie.

B

Artikel 193 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid vervalt.

2. Het derde tot en met het vijfde lid worden vernummerd tot tweede tot en met vierde lid.

3. In het nieuwe derde lid wordt de zinsnede «uitgaven worden gedaan» vervangen door: lasten en daarmee overeenstemmende balansmutaties worden genomen.

C

In artikel 198, eerste lid, vervalt de zinsnede «of een bedrag voor onvoorziene uitgaven».

D

Artikel 202 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt in de eerste volzin na «jaarrekening» toegevoegd: en het jaarverslag.

2. In het tweede lid wordt de zinsnede «uitgaven die in de jaarrekening zijn opgenomen niet rechtmatig zijn gedaan» vervangen door: baten, lasten en daarmee overeenstemmende balansmutaties die in de jaarrekening zijn opgenomen niet rechtmatig tot stand zijn gekomen.

E

In artikel 204 wordt na «jaarrekening» toegevoegd: en het jaarverslag.

F

In artikel 212, eerste lid, wordt de zinsnede «doen van uitgaven» vervangen door: aangaan van verplichtingen.

G

Artikel 213, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste volzin wordt de zinsnede «een uitgaaf worden gedaan» vervangen door: verplichting worden aangegaan.

2. In de derde volzin wordt «uitgaaf» vervangen door: aangegane verplichting.

H

In artikel 214, eerste lid, wordt «uitgaaf» vervangen door: verplichting.

I

1. In artikel 216, eerste lid, komt de eerste volzin als volgt te luiden:

Provinciale staten stellen bij verordening de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie vast.

2. In de tweede volzin wordt de zinsnede «dient te waarborgen» vervangen door: waarborgt.

J

Aan artikel 217, derde lid, onder vervanging van het woord «en» in onderdeel b door een puntkomma en de punt aan het slot van onderdeel c door het woord «en», een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

d. het jaarverslag met de jaarrekening verenigbaar is.

ARTIKEL II

De Gemeentewet2 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 186 komt te luiden:

Artikel 186

  • 1. De begroting, de begrotingswijzigingen, de meerjarenraming, de jaarrekening en het jaarverslag worden ingericht overeenkomstig bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te geven regels.

  • 2. Bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, kunnen tevens regels worden gesteld ten aanzien van:

    a. door het college vast te stellen documenten ten behoeve van de uitvoering van de begroting en de jaarrekening;

    b. door het college aan derden te verstrekken informatie op basis van de begroting en de jaarrekening en de controle van deze informatie. In overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken kan worden bepaald dat deze informatie wordt verstrekt aan het Centraal Bureau voor de Statistiek.

  • 3. Indien de informatie, bedoeld in het tweede lid onder b, niet of niet tijdig wordt verstrekt, dan wel de kwaliteit van de informatie tekort schiet, geven gedeputeerde staten een aanwijzing aan het college om alsnog informatie van voldoende kwaliteit te verstrekken.

  • 4. Indien het college nalaat de aanwijzing, bedoeld in het derde lid, op te volgen zorgen gedeputeerde staten dat de benodigde informatie alsnog wordt verstrekt. De kosten daarvan komen voor rekening van de gemeente.

B

Artikel 189 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid vervalt.

2. Het derde tot en met het vijfde lid worden vernummerd tot tweede tot en met vierde lid.

3. In het nieuwe derde lid wordt de zinsnede «uitgaven worden gedaan» vervangen door: lasten en daarmee overeenstemmende balansmutaties worden genomen.

C

In artikel 194, eerste lid, vervalt de zinsnede «of een bedrag voor onvoorziene uitgaven».

D

Artikel 198 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt in de eerste volzin na «jaarrekening» toegevoegd: en het jaarverslag.

2. In het tweede lid wordt de zinsnede «uitgaven die in de jaarrekening zijn opgenomen niet rechtmatig zijn gedaan» vervangen door: baten, lasten en daarmee overeenstemmende balansmutaties die in de jaarrekening zijn opgenomen niet rechtmatig tot stand zijn gekomen.

E

In artikel 200 wordt na «jaarrekening» toegevoegd: en het jaarverslag.

F

In artikel 208, eerste lid, wordt de zinsnede «doen van uitgaven» vervangen door: aangaan van verplichtingen.

G

Artikel 209, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste volzin wordt de zinsnede «een uitgaaf worden gedaan» vervangen door: verplichting worden aangegaan.

2. In de derde volzin wordt «uitgaaf» vervangen door: aangegane verplichting.

H

In artikel 210, eerste lid, wordt «uitgaaf» vervangen door: verplichting.

I

1. In artikel 212, eerste lid, komt de eerste volzin als volgt te luiden:

De raad stelt bij verordening de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie vast.

2. In de tweede volzin wordt de zinsnede «dient te waarborgen» vervangen door: waarborgt.

J

Aan artikel 213, derde lid, wordt, onder vervanging van het woord «en» in onderdeel b door een puntkomma en de punt aan het slot van onderdeel c door het woord «en», een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

d. het jaarverslag met de jaarrekening verenigbaar is.

ARTIKEL III

Artikel VIIIa van de Wet dualisering gemeentebestuur3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst van het artikel wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, dat luidt:

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op de artikelen 186 tot en met 213 van de Gemeentewet en de krachtens deze artikelen vastgestelde regels.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 2 juli 2003

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes

Uitgegeven de eenendertigste juli 2003

De Minister van Justitie a.i.,

G. Zalm


XNoot
1

Stb. 1998, 276, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 16 januari 2003, Stb. 17.

XNoot
2

Stb. 1994, 762, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 februari 2003, Stb. 56.

XNoot
3

Stb. 2002, 111, gewijzigd bij de wet van 6 februari 2003, Stb. 56.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 2002/2003, 28 769.

Handelingen II 2002/2003, blz. 4215.

Kamerstukken I 2002/2003, 28 769 (239).

Handelingen I 2002/2003, zie vergadering d.d. 1 juli 2003.

Naar boven