Besluit van 2 juli 2003, houdende wijziging van het Formatiebesluit WPO en het Bekostigingsbesluit WPO onder meer in verband met afschaffing van de bestedingsverplichting ten aanzien van de formatie ten behoeve van het onderwijs aan leerlingen van 4 tot en met 7 jaar

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, van 9 mei 2003, nr. WJZ/2003/20113 (2606), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 69, tweede lid, artikel 122, vijfde lid, 123, tweede lid, en artikel 125, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs;

De Raad van State gehoord (advies van 23 mei 2003, nr. W05.030171/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, van 26 juni 2003, nr. WJZ/2003/25021(2606), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Formatiebesluit WPO1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 16a, eerste lid, onder d, wordt «artikel 122, vierde lid, van de wet» vervangen door: artikel 122, vijfde lid, van de wet.

B

In artikel 17d, eerste lid, wordt «voor elk van de vier schooljaren» vervangen door: voor elk schooljaar.

C

In artikel 19, vierde lid, vervalt de tweede volzin.

ARTIKEL II

Het Bekostigingsbesluit WPO2 wordt als volgt gewijzigd:

A

Hoofdstuk III, titel IV, vervalt.

B

In de inhoudsopgave vervallen de aanduiding van hoofdstuk III, titel IV, en de aanduiding van artikel 30b.

ARTIKEL III

  • 1. De in de artikelen I, onderdeel B, en II van dit besluit opgenomen wijzigingen zijn voor de eerste maal van toepassing op het schooljaar 2003–2004.

  • 2. De administratie van een school als bedoeld in artikel 30b van het Bekostigingsbesluit WPO, zoals dat artikel luidde voor de inwerkingtreding van dit besluit, bevat tot 1 augustus 2005 het in dat artikel bedoelde overzicht, zoals dat werd opgesteld voor het schooljaar 2002–2003.

ARTIKEL IV

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, met uitzondering van de wijzigingen in artikel II.

  • 2. Artikel II van dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Het laatstbedoelde besluit wordt niet genomen dan nadat vier weken zijn verstreken nadat het onderhavige besluit is overgelegd aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal en binnen die termijn niet door of namens de Kamer de wens wordt te kennen gegeven dat het in artikel II van dit besluit geregelde onderwerp bij de wet wordt geregeld.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 2 juli 2003

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

M. J. A. van der Hoeven

Uitgegeven de vijftiende juli 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

In verband met het wetsvoorstel tot afschaffing van de bestedingsverplichting ten aanzien van de formatie ten behoeve van het onderwijs aan leerlingen van 4 tot en met 7 jaar (kamerstukken II, vergaderjaar 2002–2003, 28 729, nrs. 1–2) dat op 1 april 2003 door de Tweede Kamer is aangenomen, worden ook het Formatiebesluit WPO en het Bekostigingsbesluit WPO op dat punt aangepast. Met wetswijziging en aanpassing van de aanverwante besluiten wordt bereikt dat scholen meer ruimte wordt gegeven eigen keuzes te maken als het gaat om de inzet van de formatie.

Ingeval van verzilvering van onderbouwformatie, doet niet langer meer ter zake de bepaling dat de school de verzilverde formatierekeneenheden moet besteden ten behoeve van het onderwijs in de eerste vier leerjaren. Die bepaling in artikel 19, vierde lid, van het Formatiebesluit WPO is dan ook komen te vervallen.

De verplichting voor de scholen in de administratie te beschikken over een overzicht waarin voor het lopende schooljaar en de twee direct daaraan voorafgaande schooljaren wordt aangegeven hoe de onderbouwformatie wordt ingezet, is met de afschaffing van de bestedingsverplichting voor die formatie eveneens overbodig. Het Bekostigingsbesluit WPO is daarop aangepast.

Voor de genoemde wijzigingen geldt dat ze voor de eerste maal op het schooljaar 2003–2004 van toepassing zijn. Wel dient het historisch overzicht dat de schooljaren 2002–2003, 2001–2002 en 2000–2001 betreft nog twee schooljaren in de administratie te worden bewaard om bijvoorbeeld accountantscontrole over die jaren mogelijk te maken.

In artikel 16a van het Formatiebesluit WPO is een onjuiste verwijzing gecorrigeerd. Voorts is artikel 17d van dat besluit in overeenstemming gebracht met de wijziging van artikel 125, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs, zoals aangebracht bij de Wet van 30 januari 2003, houdende wijziging van de Wet op het primair onderwijs onder meer in verband met de vereenvoudiging van de voorschriften verband houdend met Weer Samen Naar School (Stb. 49).

Aan dit wijzigingsbesluit zijn geen financiële consequenties verbonden.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

M. J. A. van der Hoeven


XNoot
1

Stb. 2000, 440, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 27 mei 2003, Stb. 262.

XNoot
2

Stb. 1997, 151, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 27 mei 2003, Stb. 262.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven