Rijkswet van 3 juli 2003 tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap in verband met de totstandkoming van de Wet conflictenrecht adoptie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de bepalingen van de Rijkswet op het Nederlanderschap die betrekking hebben op de verkrijging van het Nederlanderschap door adoptie, aan te vullen in verband met de totstandkoming van de Wet conflictenrecht adoptie;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 5 van de Rijkswet op het Nederlanderschap1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Het cijfer 1. voor het eerste lid vervalt.

B

Het tweede en het derde lid worden vernummerd tot eerste en tweede lid van een nieuw artikel 5a.

C

Het vierde lid wordt, onder schrapping van het cijfer 4. voor dat lid, ondergebracht in een nieuw artikel 5c.

ARTIKEL II

Na het nieuwe artikel 5a wordt een nieuw artikel 5b ingevoegd, dat luidt:

Artikel 5b

  • 1. Nederlander wordt ook het kind dat in het buitenland bij uitspraak van een ter plaatse bevoegde autoriteit wordt geadopteerd, indien en op het tijdstip waarop aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    a. de adoptie voldoet aan de voorwaarden voor erkenning in Nederland van artikel 6 of artikel 7 van de Wet conflictenrecht adoptie, en

    b. de adoptie heeft tot gevolg dat de voordien bestaande familierechtelijke betrekkingen worden verbroken, en

    c. ten minste een der adoptiefouders is Nederlander op de dag dat de uitspraak kracht van gewijsde heeft gekregen, en

    d. het kind was op de dag van de uitspraak in eerste aanleg minderjarig.

  • 2. Nederlander wordt voorts het kind dat in het buitenland is geadopteerd bij een adoptie die niet tot gevolg heeft dat de voordien bestaande familierechtelijke betrekkingen worden verbroken, welke adoptie in Nederland bij rechterlijke uitspraak in overeenstemming met artikel 9 van de Wet conflictenrecht adoptie wordt omgezet in een adoptie naar Nederlands recht, indien en op het tijdstip waarop aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    a. de adoptie voldoet aan de voorwaarden voor erkenning in Nederland van artikel 6 of artikel 7 van de Wet conflictenrecht adoptie, en

    b. ten minste een der adoptiefouders is Nederlander op de dag nadat drie maanden te rekenen van de dag van de uitspraak houdende omzetting in eerste aanleg of in hoger beroep zijn verstreken zonder dat daartegen hoger beroep of beroep in cassatie is ingesteld, dan wel, indien beroep in cassatie is ingesteld, op de dag van de uitspraak in cassatie; en

    c. het kind was op de dag van de uitspraak houdende omzetting in eerste aanleg minderjarig.

ARTIKEL III

Deze Rijkswet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 3 juli 2003

Beatrix

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de tiende juli 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Stb. 2003, 113.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 2001/2002, 28 458 (R 1725).

Handelingen II 2002/2003, blz. 4215.

Kamerstukken I 2002/2003, 28 458 (R 1725) (229, 229a).

Handelingen I 2002/2003, zie vergadering d.d. 1 juli 2003.

Naar boven