Besluit van 12 juni 2003 tot inwerkingtreding van
enige wijzigingen in de Wet belastingen op milieugrondslag
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 11 juni
2003, nr. WV2003/172 M, Directoraat-generaal voor Fiscale Zaken, Directie
Wetgeving Verbruiksbelastingen;
Gelet op artikel XXX, derde lid, van de wet van 12 december 2002,
houdende wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Belastingplan 2003 Deel
I) (Stb. 615);
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
De artikelen XVI, XVII, XVIII en XIX van de wet van 12 december 2002,
houdende wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Belastingplan 2003 Deel
I) (Stb. 615) treden in werking met ingang van 1 juli 2003.
Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van
dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad
zal worden geplaatst.
's-Gravenhage, 12 juni 2003
Beatrix
De Staatssecretaris van Financiën,
J. G. Wijn
Uitgegeven de negentiende juni 2003
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner
NOTA VAN TOELICHTING
Dit besluit regelt de inwerkingtreding per 1 juli 2003 van de artikelen
XVI, XVII, XVIII en XIX van de wet van 12 december 2002, houdende wijziging
van enkele belastingwetten c.a. (Belastingplan 2003 Deel I) (Stb. 615), die
zien op de wijziging van een aantal artikelen in de Wet belastingen op milieugrondslag
(Wbm). Er is voorzien in de inwerkingtreding van deze artikelen bij koninklijk
besluit vanwege de relatie met de inwerkingtreding van de wet van 5 juni 2003
tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ten behoeve van de stimulering
van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie (Stb. 235) (hierna:
de MEP).
De MEP, die eveneens per 1 juli 2003 in werking treedt, biedt een alternatief
voor de generieke fiscale stimulering in de regulerende energiebelasting van
duurzame energie en elektriciteit die is opgewekt in installaties voor warmtekrachtkoppeling.
De fiscale stimuleringsmaatregelen in de regulerende energiebelasting worden
hierop aangepast, dan wel komen te vervallen.
Met het voorliggend besluit wordt geregeld dat het tarief voor elektriciteit
opgewekt uit duurzame energiebronnen overeenkomstig artikel 36i, zesde lid,
van de Wbm wordt vastgesteld op € 0,0349 per kWh bij een verbruik
niet hoger dan 10 000 kWh. Daarnaast wordt de belastingvermindering in
artikel 36j van de Wbm met ingang van 1 juli 2003 verhoogd van € 142
per aansluiting naar € 176 per aansluiting en vervolgens met ingang
van 1 januari 2004, 1 januari 2005 en 1 januari 2006 naar respectievelijk € 179, € 181
en € 182. Voorts vervallen de bijzondere regeling voor op duurzame
wijze geproduceerde energie en de bijzondere regeling stimulering installaties
voor warmtekrachtkoppeling (artikelen 36o en 36t van de Wbm). Ten slotte wordt
artikel 37a van de Wbm (indexatiebepaling) hierop aangepast.
De Staatssecretaris van Financiën,
J. G. Wijn