Wet van 22 mei 2003 tot wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg in verband met wijziging van aan buitenslands gediplomeerden te stellen eisen (buitenslands gediplomeerden)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het voor een doelmatiger behandeling van aanvragen van buitenslands gediplomeerden en ter implementatie van Richtlijn 2001/19/EG1 van het Europese parlement en de Raad tot wijziging van de richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG van de Raad betreffende het algemeen stelsel van erkenning van beroepskwalificaties en de richtlijnen 77/452/EEG, 77/453/EEG, 78/686/EEG, 78/687/EEG, 78/1026/EEG, 78/1027/EEG, 80/154/EEG, 80/155/EEG, 85/384/EEG, 85/432/EEG, 85/433/EEG en 93/16/EEG van de Raad betreffende de beroepen van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger (verpleegkundige), beoefenaar der tandheelkunde, dierenarts, verloskundige, architect, apotheker en arts noodzakelijk is hoofdstuk VI van de Wet beroepen in de individuele gezondheidszorg te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg2 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 41 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onder b, wordt na «getuigschrift» toegevoegd: en op de daarnaast opgedane beroepservaring en gevolgde opleiding.

2. Aan het vijfde lid wordt de volgende volzin toegevoegd:

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het afleggen van een kennis- en vaardighedentoets en het daarvoor in rekening te brengen tarief.

B

In artikel 45, het eerste lid, onder b, wordt:

1. na «getuigschrift» toegevoegd: en op de daarnaast opgedane beroepservaring en gevolgde opleiding.

2. na «gelijkwaardig» toegevoegd: of nagenoeg gelijkwaardig.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 22 mei 2003

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de vierentwintigste juni 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XNoot
1

PbEG L 206.

XNoot
2

Stb. 1993, 655, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 september 2002, Stb. 519.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 2001/2002, 2002/2003, 28 456.

Handelingen II 2002/2003, blz. 3601–3606; 3719.

Kamerstukken I 2002/2003, 28 456 (208).

Handelingen I 2002/2003, zie vergadering d.d. 20 mei 2003.

Naar boven