Besluit van 2 juni 2003 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van enige bepalingen van de Wet van 12 oktober 2000, houdende wijziging van de Wet luchtvaart (vervoer van gevaarlijke stoffen en van dieren) (Stb. 2000, 468) alsmede van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht met militaire luchtvaartuigen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Defensie van 26 mei 2003, nr. CWW/2002/089 2003001777;

Gelet op artikel VIII van de Wet van 12 oktober 2000, houdende wijziging van de Wet luchtvaart (vervoer van gevaarlijke stoffen en van dieren) (Stb. 2000, 468) en artikel6 van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht met militaire luchtvaartuigen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, treden in werking:

a. de artikelen 10.7 en 10.8, bedoeld in artikel I, onderdeel H, van de Wet van 12 oktober 2000, houdende wijziging van de Wet luchtvaart (vervoer van gevaarlijke stoffen en van dieren) (Stb. 468);

b. het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht met militaire luchtvaartuigen.

Onze Minister van Defensie is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 2 juni 2003

Beatrix

De Minister van Defensie,

H. G. J. Kamp

Uitgegeven de negentiende juni 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Op 16 maart 2003 is in werking getreden een aantal bepalingen van de Wet tot wijziging van de Wet luchtvaart (vervoer gevaarlijke stoffen en van dieren) (Stb. 2000, 468). In het betreffende inwerkingtredingsbesluit van 4 maart 2003 (Stb. 2003, 100) is echter bepaald dat die inwerkingtredingsdatum niet geldt voor regelgeving inzake bepaalde delen van het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht met militaire luchtvaartuigen.

Het onderhavige besluit strekt tot inwerkingtreding van die laatstgenoemde regelgeving.

Op de eerste plaats betreft dit de regelgeving inzake het internationaal vervoer van gevaarlijke stoffen met militaire luchtvaartuigen en de regelgeving inzake het nationale vervoer van ontplofbare stoffen met militaire luchtvaartuigen. Ingevolge het onderhavige besluit treden in werking de in artikel I, onderdeel H van de hierbovengenoemde wet (hierna: wijzigingswet) opgenomen artikelen 10.7 en 10.8 alsmede het (onder meer) op dat artikel 10.7 gebaseerde Besluit vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht met militaire luchtvaartuigen.

Voorts gaat het om de regelgeving inzake het vervoer van de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aan te wijzen gevaarlijke stoffen, niet zijnde ontplofbare stoffen of voorwerpen, behorend tot de operationele uitrusting of het wapensysteem van een militair luchtvaartuig, of behorend tot de uitrusting van personen die met zo'n luchtvaartuig worden vervoerd. In werking treedt het in artikel I, onderdeel H van de wijzigingswet opgenomen artikel 10.6, derde lid, alsmede het reeds genoemde en tevens op dat artikel 10.6, derde lid, gebaseerde Besluit vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht met militaire luchtvaartuigen. Het in artikel I, onderdeel G van de wijzigingswet opgenomen artikel 6.51, eerste lid, treedt thans ook in werking ten aanzien van het in deze alinea genoemde vervoer. De inwerkingtreding van de regelgeving inzake het in deze alinea bedoelde vervoer vloeit voort uit het tweede lid van het enig artikel van het hierbovengenoemde inwerkingtredingsbesluit van 4 maart 2003 (Stb. 2003, 100) in samenhang met de inwerkingtreding van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht met militaire luchtvaartuigen.

De Minister van Defensie,

H. G. J. Kamp

Naar boven