Besluit van 13 mei 2003 tot wijziging van de bijlage bij de Tabakswet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 20 december 2002, kenmerk POG/GB/ 2.335.604, gedaan in overeenstemming met Onze minister van Justitie;

Gelet op richtlijn nr. 2001/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 5 juni 2001 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaksproducten (PbEG L194), alsmede artikel 11c, tweede lid, van de Tabakswet;

De Raad van State gehoord (advies van 31 januari 2003, nummer W 13.02.0581/III;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 7 mei 2003, kenmerk POG/GB/ 2.357.544; gedaan in overeenstemming met Onze minister van Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

De bijlage bij de Tabakswet1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In categorie A, eerste alinea, wordt ««gratis uitreiking, en regels gesteld bij algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van een regeling krachtens het EU-verdrag»» vervangen door: gratis uitreiking, lijsten en verklaringen inzake tabaksingrediënten, metingen en onderzoekingen in laboratoria, erkenning van die laboratoria, aanduidingen op de verpakking, alsmede uitvoeringsvoorschriften dienaangaande gesteld bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling, al dan niet ter uitvoering van een regeling krachtens het EU-verdrag.

B

In categorie A, tweede alinea, wordt na ««Dit betreft in concreto:»» ingevoegd:

– Artikel 3b, eerste lid: niet, te laat, onjuist of onvolledig indienen van de lijst met tabaksingrediënten.

– Artikel 3b, tweede lid: niet, te laat, onjuist of onvolledig indienen van de verklaring bij de lijst met tabaksingrediënten.

– Artikel 3b, derde lid: niet naleven van de ingevolge dit artikel bij ministeriële regeling gestelde voorschriften.

– Artikel 3c, eerste lid: niet naleven van de verplichting tot medewerking aan metingen en onderzoekingen in laboratoria.

– Artikel 3c, vierde lid: niet naleven van de ingevolge dit artikel bij ministeriële regeling gestelde voorschriften.

– Artikel 3d: niet naleven van de ingevolge dit artikel bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde voorschriften inzake de erkenning van laboratoria.

– Artikel 3e: overtreden van het verbod op de verpakking van tabaksproducten, teksten, namen, handelsmerken en figuratieve of andere tekens te gebruiken, die de suggestie wekken dat een bepaald tabaksproduct minder schadelijk is dan een ander tabaksproduct.

C

In categorie A, derde tekstblok, wordt de laatste volzin vervangen door:

Overtredingen van de artikelen 5 en 5a door anderen worden bestraft met een maximumboete van € 4 500. Andere overtredingen behorend tot categorie A, door wie ook begaan, worden eveneens bestraft met een maximumboete van € 4 500.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, dan wel, als dat later ligt, op het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 6 februari 2003 tot aanpassing van de Tabakswet aan richtlijn nr. 2001/37/EG van het Europese Parlement en de Raad van de Europese Unie van 5 juni 2001 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaksproducten (PbEG L 194).

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 13 mei 2003

Beatrix

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

C. I. J. M. Ross-van Dorp

Uitgegeven de derde juni 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Bij wet van 6 februari 2003 is de Tabakswet gewijzigd. Deze wijziging strekt tot implementatie in de Tabakswet van richtlijn 2001/37/EG van het Europese Parlement en de Raad van 5 juni 2001. De richtlijn regelt de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaksproducten. Doel van de richtlijn is gelegen in harmonisatie van de interne markt.

In de memorie van toelichting bij bovenstaande wetswijziging zegt paragraaf 3, handhaving: ««Het alert reageren op klachten van betrokken burgers en belanghebbende organisaties bij de meldkamer van de Keuringsdienst van Waren zal voor de handhaving van de onderhavige wettelijke bepalingen ook van belang zijn. Voorts zullen de bestuurlijke boeten als handhavingsinstrument hun dienst bewijzen»».

Om het instrument van de bestuurlijke boeten als handhavingsinstrument in te kunnen zetten voor de wetsbepalingen welke bij bovenstaande wetswijziging in de Tabakswet zijn opgenomen, moet de bijlage bij de wet worden aangepast. Artikel 11c, tweede lid bepaalt dat de bijlage bij algemene maatregel van bestuur kan worden aangepast. Het onderhavige besluit strekt hiertoe.

Bestuurlijke boeten in Tabakswet

Paragraaf 6 van de Tabakswet regelt de bestuurlijke boeten. Artikel 11b bepaalt dat Onze Minister een boete kan opleggen aan de natuurlijke of rechtspersoon die een overtreding begaat als in de bijlage bij de Tabakswet omschreven. De boete bedraagt ten hoogste:

a. € 450 000 voor een overtreding begaan krachtens artikel 5 of 5a (reclame- en sponsorverbod);

b. € 4 500 in alle andere gevallen.

Bij de wijziging van de Tabakswet zijn na artikel 3a de artikelen 3b, 3c, 3d en 3e ingevoegd. Een overtreding van deze bepalingen valt onder sub b. Dit houdt in dat bij overtreding een boete van maximaal € 4 500 kan worden opgelegd.

Bijlage Tabakswet (artikel I)

Het tweede lid van artikel 11b regelt dat de hoogte van de boete wordt bepaald als voorzien in de bijlage bij de Tabakswet. In de bijlage zijn de overtredingen ingedeeld in drie categorieën; A, B en C. Aan categorie A wordt een aantal overtredingen toegevoegd. Het gaat hier om overtredingen welke door een tabaksfabrikant of -importeur kunnen worden begaan en voortvloeien uit de artikelen 3b, 3c, 3d en 3e van de Tabakswet. Het gaat om de volgende overtredingen:

– Artikel 3b, eerste lid: niet, te laat, onjuist of onvolledig indienen van de lijst met tabaksingrediënten.

– Artikel 3b, tweede lid: niet, te laat, onjuist of onvolledig indienen van de verklaring bij de lijst met tabaksingrediënten.

– Artikel 3b, derde lid: niet naleven van de ingevolge dit artikel bij ministeriële regeling gestelde voorschriften.

– Artikel 3c, eerste lid: niet naleven van de verplichting tot meewerking aan metingen en onderzoekingen in laboratoria.

– Artikel 3c, vierde lid: niet naleven van de ingevolge dit artikel bij ministeriële regeling gestelde voorschriften.

– Artikel 3d: niet naleven van de ingevolge dit artikel bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde voorschriften inzake de erkenning van laboratoria.

– Artikel 3e: overtreden van het verbod op de verpakking van tabaksproducten, teksten, namen, handelsmerken en figuratieve of andere tekens te gebruiken.

Wegnemen onvolkomenheid

Tevens is van de gelegenheid gebruik gemaakt een onbedoelde beperking weg te nemen. Overtredingen van tot categorie A behorende bepalingen waren volgens de bijlage tot op heden slechts beboetbaar als ze werden begaan door, kort samengevat, de producenten of verkopers van tabaksproducten. Overtreding van deze bepalingen kan echter ook door anderen plaatsvinden en beboet worden. Te denken valt aan artikel 5, vierde lid (uitreiking om niet of tegen een symbolische vergoeding, die het aanprijzen van een tabaksproduct ten doel of tot rechtstreeks of onrechtstreeks gevolg heeft) of artikel 9, eerste lid (gratis verstrekking van tabaksproducten), bijvoorbeeld door een exploitant van een horecaonderneming. Artikel I, onder C, neemt deze onbedoelde beperking in de bijlage weg.

Financiële consequenties

Deze wijziging voegt een aantal overtredingen toe aan categorie A. De Voedsel en Waren Autoriteit kan hiervoor een maximumboete van € 4 500 opleggen en innen. Dit voorstel tot wijziging van de bijlage bij de Tabakswet is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten. Het college heeft besloten dat dit voorstel geen invloed heeft op de administratieve lastendruk van het bedrijfsleven.

Inwerkingtreding (artikel II)

Het besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst. Daarmee is zeker gesteld dat voldaan wordt aan het voorschrift van artikel 11c, derde lid, van de Tabakswet omtrent de inwerkingtreding van strafbepalingen. Verder is zeker gesteld dat de wijziging van de bijlage niet eerder in werking treedt dan de wijziging van de wet waarop zij berust. Het later inwerkingtreden van de wijziging van de wet en dus ook van de wijziging van de bijlage dan voorzien in richtlijn nr. 2001/37/EG is betreurenswaardig, maar heeft verder geen gevolgen voor de handhaving.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

C. I. J. M. Ross-van Dorp


XNoot
1

Stb. 1988, 342, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 februari 2003, Stb. 89.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven