Wet van 23 april 2003 tot wijziging van een tweetal bepalingen van de Opiumwet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is in de Opiumwet een paar correcties van technische aard aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Opiumwet1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 9, vierde lid, wordt «artikel 2 of 3, eerste lid,» vervangen door: lijst I of II.

B

In artikel 11, zesde lid, wordt «in onderdeel a van artikel 3, eerste lid, bedoelde lijst vermelde middelen» vervangen door: in lijst II vermelde middelen, met uitzondering van hennep en hasjiesj.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 23 april 2003

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. J. de Geus

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes

Uitgegeven de zevenentwintigste mei 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Stb. 2003, 154.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 2002/2003, 28 763.

Handelingen II 2002/2003, blz. 3413.

Kamerstukken I 2002/2003, 28 763 (184).

Handelingen I 2002/2003, blz. 673.

Naar boven