Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging hebben genomen, dat het wenselijk is enkele wijzigingen
aan te brengen in de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 en
de Wet veiligheidsonderzoeken;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20021
wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 27, zevende lid, wordt «de commissie, bedoeld in artikel
22 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal»
vervangen door: een of beide kamers der Staten-Generaal.
B. Achter de tekst van artikel 39, eerste lid, wordt een punt geplaatst.
C. In artikel 59, vierde lid, onder b, wordt «goed taakuitvoering
van» vervangen door: goede taakuitvoering door.
D. In artikel 64, tweede lid, onder b, wordt «Kamers der Staten
Generaal» vervangen door: kamers der Staten-Generaal.
E. In artikel 78, derde lid, wordt «de commissie, bedoeld in artikel
8, vierde lid, wordt van een voorgenomen onderzoek mededeling gedaan»
vervangen door: een of beide kamers der Staten-Generaal wordt van een voorgenomen
onderzoek, zo nodig vertrouwelijk, mededeling gedaan.
F. Artikel 79 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. De commissie van toezicht stelt naar aanleiding van het door haar verrichte
onderzoek een toezichtsrapport op. Het toezichtsrapport is openbaar, met uitzondering
van gegevens als bedoeld in artikel 8, derde lid.
2. In het tweede lid vervalt: zich.
3. Het vijfde lid komt te luiden:
5. Onze betrokken Minister zendt het toezichtsrapport alsmede zijn reactie
daarop binnen zes weken aan de beide kamers der Staten-Generaal. Vermelding
van in ieder geval de gegevens, bedoeld in artikel 8, derde lid,
blijft daarbij achterwege. Deze gegevens kunnen ter vertrouwelijke kennisneming
aan een of beide kamers der Staten-Generaal worden medegedeeld.
G. Artikel 84, vierde lid, komt te luiden:
4. Onze betrokken Minister zendt het oordeel van de Nationale ombudsman,
diens aanbevelingen, alsmede de door Onze betrokken Minister daaraan te verbinden
gevolgen aan een of beide kamers der Staten-Generaal. Vermelding van in ieder
geval de gegevens, bedoeld in artikel 8, derde lid, blijft daarbij achterwege.
Deze gegevens kunnen ter vertrouwelijke kennisneming aan een of beide kamers
der Staten-Generaal worden medegedeeld.
ARTIKEL II
In artikel 1, onderdeel b, van de Wet veiligheidsonderzoeken2
wordt «de veiligheid of andere gewichtige belangen van de staat»
vervangen door: de nationale veiligheid.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand
na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst
en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
XNoot
2Stb. 1996, 525, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 7 november 2002,
Stb. 552.
XHistnoot
Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:
Kamerstukken II 2002/2003, 28 649.
Handelingen II 2002/2003, blz. 3413.
Kamerstukken I 2002/2003, 28 649 (183).
Handelingen I 2002/2003, blz. 673.