Besluit van 2 april 2003, houdende wijziging van het Besluit produktie en handel vers vlees

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 26 november 2002, kenmerk VGB/VBL 2333718, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op beschikking nr. 2001/471/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 8 juni 2001 tot vaststelling van voorschriften voor het regelmatig doen controleren van de algemene hygiëne door de exploitanten in inrichtingen overeenkomstig richtlijn nr. 64/433/EEG betreffende gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van vers vlees en richtlijn nr. 71/118/EEG inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van de productie en het in de handel brengen van vers vlees van pluimvee (PbEG L 165), alsmede op artikel 19a van de Vleeskeuringswet;

De Raad van State gehoord (advies van 17 januari 2003, No. W13.02 0536/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 maart 2003 kenmerk VGB/VBL 2353176, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit produktie en handel vers vlees1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel ll door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

mm. beschikking 2001/471/EG: beschikking nr. 2001/471/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 8 juni 2001 tot vaststelling van voorschriften voor het regelmatig doen controleren van de algemene hygiëne door de exploitanten in inrichtingen overeenkomstig richtlijn nr. 64/433/EEG betreffende gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van vers vlees en richtlijn nr. 71/118/EEG inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van de productie en het in de handel brengen van vers vlees van pluimvee (PbEG L 165).

B

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vijfde lid wordt onderdeel a vervangen door:

a. De exploitant van een inrichting, de eigenaar of diens vertegenwoordiger doet regelmatig de algemene hygiëne bij de productie in zijn inrichting controleren door het uitwerken en toepassen van een permanente procedure op basis van de HACCP-beginselen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van beschikking 2001/471/EG;

2. In het vijfde lid worden de onderdelen b, c en d geletterd tot e, f en g en worden na onderdeel a drie nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende:

b. De exploitant van een inrichting, de eigenaar of diens vertegenwoordiger kan voor de procedure, bedoeld in onderdeel a, gebruikmaken van de aanvulling op de hygiënecode voor slachterijen en uitsnijderijen van de Productschappen voor Vee, Vlees en Eieren van 17 mei 2002, met de titel: «Uitvoering van de Beschikking 2001/471/EG voor slachterijen, uitsnijderijen en koel- en vrieshuizen in de roodvleessector (rund, kalf, varken, paard, schaap en geit)»;

c. De exploitant van een slachthuis, de eigenaar of diens vertegenwoordiger doet de in artikel 10, tweede lid, van de richtlijn bedoelde microbiologische controles uitvoeren overeenkomstig de in de bijlage van beschikking 2001/471/EG vastgelegde methode, dan wel overeenkomstig een door Onze Minister en de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij goedgekeurde methode die tenminste gelijkwaardig is aan die in de bijlage van beschikking 2001/471/EG;

d. De exploitant van een uitsnijderij, de eigenaar of diens vertegenwoordiger doet de in artikel 10, tweede lid, van de richtlijn bedoelde microbiologische controles uitvoeren overeenkomstig de in deel 2 van de bijlage van beschikking 2001/471/EG vastgelegde methode, dan wel overeenkomstig een door Onze Minister in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij goedgekeurde methode die tenminste gelijkwaardig is aan die in deel 2 van de bijlage van beschikking 2001/471/EG.

ARTIKEL II

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

  • 2. In afwijking van het eerste lid treedt dit besluit voor inrichtingen als bedoeld in de artikelen 10 en 10b van het Besluit produktie en handel vers vlees in werking met ingang van 8 juni 2003.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 2 april 2003

Beatrix

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

C. I. J. M. Ross-van Dorp

Uitgegeven de vierentwintigste april 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Ingevolge richtlijn nr. 64/433/EEG en richtlijn nr. 71/118/EEG dienen exploitanten van erkende slachthuizen, erkende uitsnijderijen en erkende koel- of vrieshuizen regelmatig de algemene hygiëne bij de productie in de inrichting te controleren, ook door middel van microbiologische controles. Ter nadere concretisering en uniformering van deze verplichtingen is op 8 juni 2001 gepubliceerd beschikking nr. 2001/471/EG van de Commissie van 8 juni 2001 tot vaststelling van voorschriften voor het regelmatig doen controleren van de algemene hygiëne door de exploitanten in inrichtingen overeenkomstig richtlijn nr. 64/433/EEG betreffende gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van vers vlees en richtlijn nr. 71/118/EEG inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van de productie en het in de handel brengen van vers vlees van pluimvee (PbEG L 165), verder te noemen beschikking nr. 2001/471/EG. Deze beschikking was voorlopig uitgevoerd bij de Regeling toepassen HACCP in inrichtingen, een ministeriële regeling op grond van artikel 46a, eerste lid, van de Vleeskeuringswet (Stcrt. 2002, 108). Genoemde bepaling biedt de mogelijkheid om indien het volksgezondheidsbelang een zodanige spoedige voorziening eist dat de totstandkoming van een algemene maatregel van bestuur niet kan worden afgewacht, de noodzakelijke geachte voorziening bij ministeriële regeling te treffen. Een dergelijke regeling heeft echter een tijdelijke werkingsduur. Volgens artikel 46a, tweede lid, van de Vleeskeuringswet vervalt de regeling namelijk een jaar nadat zij in werking is getreden dan wel indien een algemene maatregel van bestuur ter vervanging van die regeling is vastgesteld, op het tijdstip van de inwerkingtreding van die maatregel. Voorliggend besluit strekt tot bedoelde vervanging van de Regeling toepassen HACCP in inrichtingen. In dit geval bleek het wegens gebrek aan menskracht helaas niet mogelijk beschikking nr. 2001/471/EG binnen de daarvoor gestelde termijn bij algemene maatregel van bestuur te implementeren. Inmiddels zijn maatregelen genomen om herhaling van deze ongewenste situatie uit te sluiten.

Tot de inwerkingtreding van dit wijzigingsbesluit was in artikel 9, vijfde lid, onderdeel a, van het Besluit produktie en handel vers vlees, zoals hierboven aangegeven, louter opgenomen dat exploitanten van deze inrichtingen de algemene hygiëne bij de productie in hun inrichting regelmatig dienden te doen controleren. Artikel 9, vijfde lid, onderdeel a, verwijst nu naar artikel 1, eerste lid, van beschikking nr. 2001/471/EG. In laatstbedoelde bepaling zijn de meest recente beginselen van de HACCP-methodologie genoemd die dienen te worden toegepast op de methoden van onderzoek (HACCP staat voor Hazard Analysis Critical Control Points). Artikel 9, vijfde lid, onderdeel b, bevat de implementatie van artikel 1, tweede lid, van beschikking nr. 2001/471/EG. Hier wordt de mogelijkheid geboden om gebruik te maken van de aanvulling op de hygiënecode voor slachterijen en uitsnijderijen van de Productschappen voor Vee, Vlees en Eieren van 17 mei 2002, met de titel: «Uitvoering van de Beschikking 2001/471/EG voor slachterijen, uitsnijderijen en koel- en vrieshuizen in de roodvleessector (rund, kalf, varken, paard, schaap en geit)». De onderdelen c en d van het vijfde lid bevatten de implementatie van artikel 2 van beschikking nr. 2001/471/EG. Hier wordt voorgeschreven dat de microbiologische controles in slachthuizen en uitsnijderijen worden uitgevoerd volgens de in de bijlage van beschikking nr. 2001/471/EG vastgelegde methode. Monsters worden genomen op plaatsen waar het risico van microbiologische besmetting het grootst is.

Artikel 3 van beschikking nr. 2001/471/EG bepaalt dat de lidstaten ervoor zorgen dat inrichtingen voor de productie van vlees de in de beschikking vervatte voorschriften twaalf maanden na de vaststelling ervan invoeren. Voor kleine inrichtingen voor de productie van vlees mogen de lidstaten een periode van maximaal 24 maanden hanteren, mits de Commissie van tevoren wordt ingelicht onder welke voorwaarden deze uitzondering zal worden toegepast. Deze bepalingen zijn in de Regeling toepassen HACCP in inrichtingen geïmplementeerd. Aangezien die regeling met de inwerkingtreding van het onderhavige besluit vervalt en daarmee tevens de aldaar opgenomen inwerkingtredingsbepaling met betrekking tot kleine inrichtingen als bedoeld in de artikelen 10 en 10b van het Besluit produktie en handel vers vlees (zijnde 8 juni 2003), treedt het onderhavige besluit voor de desbetreffende kleine inrichtingen eveneens met ingang van 8 juni 2003 in werking.

Ten aanzien van de administratieve lasten die de wijziging van het besluit met zich mee zal brengen voor het bedrijfsleven kan worden opgemerkt dat materieel gezien geen veranderingen voor het bedrijfsleven optreden.

Het besluit is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten. Het College heeft besloten het besluit niet te selecteren voor een toets op de gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven.

Transponeringstabel

Beschikking nr. 2001/471/EGBesluit
1, eerste lid9, vijfde lid, onderdeel a
1, tweede lid9, vijfde lid, onderdeel b
29, vijfde lid, onderdeel c en d
3Artikel II, punt 2

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

C. I. J. M. Ross-van Dorp


XNoot
1

Stb. 1994, 12, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 26 april 2001 (Stb. 223).

XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 13 mei 2003, nr. 91.

Naar boven