Besluit van 4 april 2003 tot vaststelling van het
tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 30 januari 2003 (Stb. 49),
houdende wijziging van de Wet op het primair onderwijs onder meer in verband
met de vereenvoudiging van de voorschriften verband houdend met Weer Samen
Naar School
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
van 24 maart 2003, nr. WJZ/2003/12331 (6129), directie Wetgeving en Juridische
Zaken;
Gelet op artikel III van de Wet van 30 januari 2003 (Stb. 49),
houdende wijziging van de Wet op het primair onderwijs onder meer in verband
met de vereenvoudiging van de voorschriften verband houdend met Weer Samen
Naar School;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Enig artikel
1. Artikel I, onderdelen B, C, D, G en H, en artikel II van de Wet van 30 januari
2003 (Stb. 49), houdende wijziging van de Wet op het primair onderwijs onder
meer in verband met de vereenvoudiging van de voorschriften verband houdend
met Weer Samen Naar School, treden in werking met ingang van de dag na de
datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.
Artikel I, onderdeel H, werkt terug tot en met 1 augustus 2002.
2. Artikel I, onderdelen A, E en F, treden in werking met ingang van 1 augustus
2006.
Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is belast
met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.
's-Gravenhage, 4 april 2003
Beatrix
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
M. J. A. van der Hoeven
Uitgegeven de zeventiende april 2003
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner
TOELICHTING
Dit besluit kent twee momenten van inwerkingtreding. Het uitgangspunt
is dat de Wet van 30 januari 2003 (Stb. 49), houdende wijziging van de Wet
op het primair onderwijs onder meer in verband met de vereenvoudiging van
de voorschriften verband houdend met Weer Samen Naar School zo spoedig mogelijk
na plaatsing in het Staatsblad in werking treedt, dat wil zeggen met ingang
van de dag na de datum van uitgifte ervan. De verplichting voor de speciale
scholen voor basisonderwijs om de regeling over de uiterste plaatsingsdata
bij de toelating van leerlingen in acht te nemen bijvoorbeeld, gaat op dat
moment in en dat heeft tot gevolg dat het eerstvolgende moment van uiterste
plaatsing is de eerste dag na de zomervakantie zoals die voor de betreffende
school geldt.
De bepalingen van de wijzigingswet die betrekking hebben op de toekenning
van de bekostiging voor materiële instandhouding en zien op (wijzigingen
in) de artikelen 19, 113, 118 en 118a van de Wet op het primair onderwijs,
treden echter later in werking. De inwerkingtreding volgt de vaststelling
van de nieuwe programma's van eisen die voor vijf jaar worden vastgelegd en
betrekking hebben op de periode vanaf 1 januari 2007 (kamerstukken II,
vergaderjaar 2001–2002 e.v., 28 493, nrs. 3 en 5).
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
M. J. A. van der Hoeven