Besluit van 2 april 2003, houdende wijziging van het Voertuigreglement in verband met het toestaan van retroreflecterende belijningen op zware bedrijfsauto's en aanhangwagens

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 8 oktober 2002, nr. HDJZ/AWW/2002–2614, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Gelet op de Overeenkomst betreffende het aannemen van eenvormige technische eisen voor wielvoertuigen, uitrustingsstukken en onderdelen die kunnen worden aangebracht en/of gebruikt op wielvoertuigen en de voorwaarden voor de wederzijdse erkenning van goedkeuringen verleend op basis van deze eisen en de artikelen 21, 22 en 71 van de Wegenverkeerswet 1994;

De Raad van State gehoord (advies van 20 december 2002, nr. W09.02.0457/V);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 26 maart 2003, nr. HDJZ/AWW/2003-78, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Voertuigreglement1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder wijziging van de aanduiding van onderdeel n2 in n3, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

n2. contourmarkering: retroreflecterende belijning, aangebracht aan de zijkant of aan de achterkant van een voertuig en bestemd om de contouren van het voertuig beter kenbaar te maken.

2. Na onderdeel ad wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

ad1. lijnmarkering: retroreflecterende belijning aangebracht aan de zijkant of aan de achterkant van een voertuig en bestemd om de totale lengte, dan wel totale breedte van het voertuig kenbaar te maken.

B

Aan artikel 1.1a wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel bp door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

bq. ECE-reglement 104: VN/ECE-reglement nr. 104 met uniforme eisen betreffende de goedkeuring van retroreflecterende markeringen voor zware en lange voertuigen en hun aanhangwagens, behorende bij de overeenkomst betreffende het aannemen van eenvormige technische eisen voor wielvoertuigen, uitrustingsstukken en onderdelen die kunnen worden aangebracht en/of gebruikt op wielvoertuigen en de voorwaarden voor wederzijdse erkenning van goedkeuringen verleend op basis van deze eisen.

C

Aan artikel 1.7, vierde lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van de zin door een komma, een zinsnede toegevoegd, luidende: met dien verstande dat Onze Minister zorg draagt voor de vertaling van deze gewijzigde reglementen en van de wijze van bekendmaking mededeling doet in de Staatscourant.

D

Aan artikel 3.3.46 worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 3. Bedrijfsauto's met een toegestane maximum massa van meer dan 3500 kg, mogen zijn voorzien van een lijnmarkering of een contourmarkering, die voldoet aan en is aangebracht overeenkomstig ECE-reglement 104. Binnen de contourmarkering aan de zijkant van het voertuig mogen retroreflecterende letters of afbeeldingen zijn aangebracht die voldoen aan ECE-reglement 104, voorzover deze geen nadelige invloed hebben op de effectiviteit van de contourmarkering en de verplichte lichten en retroreflecterende voorzieningen. In ieder geval mogen de retroreflecterende letters of afbeeldingen niet meer dan 1/3 deel van de totale oppervlakte binnen de omtrek van de contourmarkering uitmaken.

  • 4. Onze Minister draagt zorg voor een vertaling van ECE-reglement 104 en doet van de wijze van bekendmaking mededeling in de Staatscourant.

E

Aan artikel 3.7.46 worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 3. Aanhangwagens mogen zijn voorzien van een lijnmarkering of contourmarkering, die voldoet aan en is aangebracht overeenkomstig ECE-reglement 104. Binnen de contourmarkering aan de zijkant van de aanhangwagen mogen retroreflecterende letters of afbeeldingen zijn aangebracht die voldoen aan ECE-reglement 104, voorzover deze geen nadelige invloed hebben op de effectiviteit van de contourmarkering en de verplichte lichten en retroreflecterende voorzieningen. In ieder geval mogen de retroreflecterende letters of afbeeldingen niet meer dan 1/3 deel van de totale oppervlakte binnen de omtrek van de contourmarkering uitmaken

  • 4. Onze Minister draagt zorg voor een vertaling van ECE-reglement 104 en doet van de wijze van bekendmaking mededeling in de Staatscourant.

F

Na artikel 3.8.6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3.8.7

  • 1. Materiaal dat bestemd is voor gebruik als lijn- of contourmarkering, of voor gebruik als retroreflecterende letter of afbeelding binnen een contourmarkering, voldoet aan ECE-reglement 104.

  • 2. Onze Minister draagt zorg voor een vertaling van ECE-reglement 104 en doet van de wijze van bekendmaking mededeling in de Staatscourant.

G

Aan artikel 5.3.57 worden vier leden toegevoegd, luidende:

  • 4. Bedrijfsauto's met een toegestane maximum massa van meer dan 3500 kg, mogen zijn voorzien van een ambergele of witte lijnmarkering aan de zijkant van het voertuig of van een ambergele, witte of rode lijnmarkering aan de achterkant van het voertuig.

  • 5. Bedrijfsauto's met een toegestane maximum massa van meer dan 3500 kg, mogen zijn voorzien van een ambergele of witte contourmarkering aan de zijkant van het voertuig of een ambergele, witte of rode contourmarkering aan de achterkant van het voertuig. Binnen de contourmarkering aan de zijkant van het voertuig mogen retroreflecterende letters of afbeeldingen zijn aangebracht, voorzover deze geen nadelige invloed hebben op de effectiviteit van de contourmarkering en de verplichte lichten en retroreflecterende voorzieningen. In ieder geval mogen de retroreflecterende letters of afbeeldingen niet meer dan 1/3 deel van de totale oppervlakte binnen de omtrek van de contourmarkering uitmaken

  • 6. Ieder afzonderlijk deel van de lijn- en contourmarkering en van het materiaal voor de retroreflecterende letters of afbeeldingen binnen de contourmarkering is voorzien van een door Onze Minister vastgesteld goedkeuringsmerk.

  • 7. Bij regeling van Onze Minister worden voorschriften gesteld met betrekking tot de installatie van de lijn- en contourmarkering.

H

Aan artikel 5.12.57 worden vier leden toegevoegd, luidende:

  • 4. Aanhangwagens mogen zijn voorzien van een ambergele of witte lijnmarkering aan de zijkant van het voertuig of van een ambergele, witte of rode lijnmarkering aan de achterkant van het voertuig.

  • 5. Aanhangwagens mogen zijn voorzien van een ambergele of witte contourmarkering aan de zijkant van het voertuig of een ambergele, witte of rode contourmarkering aan de achterkant van het voertuig. Binnen de contourmarkering aan de zijkant van het voertuig mogen retroreflecterende letters of afbeeldingen zijn aangebracht, voorzover deze geen nadelige invloed hebben op de effectiviteit van de contourmarkering en de verplichte lichten en retroreflecterende voorzieningen. In ieder geval mogen de retroreflecterende letters of afbeeldingen niet meer dan 1/3 deel van de totale oppervlakte binnen de omtrek van de contourmarkering uitmaken.

  • 6. Ieder afzonderlijk deel van de lijn- en contourmarkering en van het materiaal voor de retroreflecterende letters of afbeeldingen binnen de contourmarkering is voorzien van een door Onze Minister vastgesteld goedkeuringsmerk.

  • 7. Bij regeling van Onze Minister worden voorschriften gesteld met betrekking tot de installatie van de lijn- en contourmarkering.

I

Artikel 5.18.38 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Indien een aanhangwagen wordt voortbewogen door een bedrijfsauto en één van de voertuigen is voorzien van een lijn- of contourmarkering aan de zijkant van het voertuig, is het andere voertuig ook aan de zijkant van een lijn- of contourmarkering voorzien.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2003.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 2 april 2003

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

R. H. de Boer

Uitgegeven de vijftiende april 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

ALGEMEEN

Met ingang van 15 januari 1998 heeft de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties VN/ECE-Reglement nr. 104 (hierna: reglement 104) toegevoegd aan de Overeenkomst betreffende het aannemen van eenvormige technische eisen voor wielvoertuigen, uitrustingsstukken en onderdelen die kunnen worden aangebracht en/of gebruikt op wielvoertuigen en de voorwaarden voor de wederzijdse erkenning van goedkeuringen verleend op basis van deze eisen (hierna: Herziene overeenkomst van 1958). Dit verdrag, dat is gepubliceerd in het Tractatenblad nr. 151 van 1996, is een herziening van de Overeenkomst van 20 maart 1958 betreffende het aannemen van eenvormige goedkeuringsvoorwaarden en de wederzijdse erkenning van goedkeuring van uitrustingsstukken en onderdelen van motorrijtuigen. De Europese Gemeenschap is bij besluit van 27 november 1997 van de Raad van de Europese Unie (PbEG L 346 van 17 december 1997), in werking getreden met ingang van 24 maart 1998, als zodanig als partij bij de Herziene overeenkomst van 1958 toegetreden. Bij besluit van 26 juni 2001 heeft de Raad reglement 104 aanvaard en besloten om dit reglement in het communautaire typegoedkeuringsstelsel op te nemen. Omdat het zich laat aanzien dat een verwerking van het reglement in het communautaire typegoedkeuringsstelsel nog enige tijd zal duren, is besloten om reglement 104 op te nemen in het Voertuigreglement. Ten aanzien van lichten en retroreflecterende voorzieningen voor voertuigen, dient expliciet in het Voertuigreglement te worden voorzien in de toelating en het gebruik hiervan, omdat deze anders niet mogen worden toegepast.

De reden om in de toepassing van het materiaal te voorzien is dat er bij het bedrijfsleven veel belangstelling bestaat om het materiaal toe te passen en dat toepassing ervan een positief effect op de verkeersveiligheid kan hebben.

Reglement 104 bevat eenvormige eisen voor retroreflecterend materiaal voor de markering van zware en lange voertuigen en hun aanhangwagens. Het gaat om stroken retroreflecterend materiaal dat op de zij- en achterkanten van deze voertuigen kan worden aangebracht, zodanig dat de afmetingen daarvan beter zichtbaar worden. Er wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds markering die alleen bedoeld is om de lengte of de breedte aan te geven (lijnmarkering) en anderzijds markering die bedoeld is om de contouren duidelijker te doen uitkomen (contourmarkering).

Met de onderhavige wijziging van het Voertuigreglement mag het retroreflecterende materiaal worden toegepast op bedrijfsauto's met een toegestane maximum massa van meer dan 3500 kg, alsmede op aanhangwagens. De reden voor het kiezen van een massa van 3500 kg houdt verband met het feit dat dit criterium in communautair verband wordt gebruikt als het gaat om zware bedrijfsauto's. Het retroreflecterende materiaal moet voldoen aan de technische eisen uit reglement 104 en dient ook overeenkomstig de installatievoorschriften, zoals gesteld in het reglement, te worden aangebracht. Toepassing van het materiaal is verder dus vrijblijvend. Op deze wijze wordt voorkomen dat concurrentievervalsing optreedt.

Het ontwerpbesluit is op 5 september 2002 gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen (notificatienummer 2002/345/NL) ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 98/48/EG van 20 juli 1998 (PbEG L 217). Dit heeft niet geleid tot een reactie. Tevens heeft melding plaatsgevonden aan het Secretariaat van de Wereld Handelsorganisatie, ter voldoening aan artikel 2, negende lid, van de op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen (Trb. 1994/235). Verder is het ontwerpbesluit overeenkomstig artikel 2b van de Wegenverkeerswet 1994 op 30 augustus 2002 overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal. Dit heeft niet geleid tot enige reactie.

ARTIKELEN

Artikel I, onder A en B

Aan een definitie van de begrippen lijnmarkering en contourmarkering bestaat onder meer behoefte omdat het begrip markering in het Voertuigreglement op diverse plaatsen reeds wordt gebruikt.

Artikel I, onder D en E

Reglement 104 heeft betrekking op lange en zware voertuigen en hun aanhangwagens zonder precies aan te geven wanneer er sprake is van zodanige voertuigen. In het voorliggende besluit is evenwel, waar het bedrijfsauto's betreft, de grens gelegd bij voertuigen met een toegestane maximum massa van meer dan 3500 kg. Dit zijn in het algemeen lange en zware voertuigen.

Het reglement stelt gedetailleerde eisen waaraan het retroreflecterende materiaal voor de lijn- en contourmarkeringen, alsook voor de letters of afbeeldingen binnen de contourmarkering, dient te voldoen. Goedgekeurd materiaal, in de zin dat het overeenkomt met het goedgekeurde type, dient te zijn voorzien van een goedkeuringsmerk.

Op het punt van de installatie van de lijn- en contourmarkeringen, alsook op het punt van het aanbrengen van retroreflecterende tekens of afbeeldingen binnen de contourmarkering, geeft reglement 104 ook voorschriften. Er is voor gekozen om deze voorschriften bij de toelating integraal over te nemen op het punt van de installatie van de lijn- en contourmarkering. De voorschriften voor het aanbrengen van retroreflecterende tekens of afbeeldingen binnen de contourmarkering zijn slechts deels overgenomen. De volgende voorwaarden worden afdoende geacht. Ten eerste mogen de retroreflecterende tekens of afbeeldingen enkel binnen de contourmarkering aan de zijkant van het voertuig worden aangebracht. Ten tweede mogen deze tekens of afbeeldingen geen nadelige invloed hebben op de effectiviteit van de contourmarkering en de verplichte lichten en retroreflecterende voorzieningen. Daarbij is nog gesteld dat de retroreflecterende letters of afbeeldingen niet meer dan 1/3 deel van de totale oppervlakte binnen de omtrek van de contourmarkering mogen uitmaken

Artikel I, onder F

Het retroreflecterende markeringsmateriaal zal meestal pas worden aangebracht op een voertuig nadat het voertuig voor de eerste maal is toegelaten tot de weg. Daarom is in artikel 3.8.7 van het Voertuigreglement bepaald dat het materiaal dient te voldoen aan reglement 104. Op deze wijze dient het materiaal als zodanig, voordat het dus wordt aangebracht op een voertuig, te zijn goedgekeurd om te worden toegelaten tot de weg.

Artikel I, onder G en H

De artikelen 5.3.57 en 5.12.57 van het Voertuigreglement zijn aangepast opdat het materiaal waarop reglement 104 ziet, ook mag worden toegepast in het gebruik op de weg. Hetgeen met betrekking tot de eerste toelating van het materiaal staat vermeld bij de toelichting onder B en C, geldt met de nodige veranderingen ook hier.

Het markeringsmateriaal dient te zijn voorzien van een goedkeuringsmerk. Dit goedkeuringsmerk, dat in een ministeriële regeling is bekendgemaakt, is identiek aan het goedkeuringsmerk van reglement 104. Op grond van artikel 5.3.57, zevende lid, en artikel 5.12.57, zevende lid, zijn bij ministeriële regeling eisen gesteld met betrekking tot de installatie van de lijn- en contourmarkering.

Artikel I, onder I

Artikel 5.18.38 van het Voertuigreglement is uitgebreid opdat het niet is toegestaan dat bij een samenstel van een bedrijfsauto en aanhangwagen slechts één deel van de combinatie aan de zijkant is voorzien van een lijn- of contourmarkering. Een dergelijke combinatie zou een nadelige invloed op de verkeersveiligheid kunnen hebben. Beide voertuigen behoeven aan de zijkant evenwel niet te zijn voorzien van een gelijke markering. Dit zou immers niet altijd mogelijk zijn.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

R. H. de Boer


XNoot
1

Stb. 1994, 450, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 9 oktober 2002, Stb. 547.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 13 mei 2003, nr. 91.

Naar boven