Besluit van 4 april 2003, houdende de vaststelling van de vergoedingen van de leden van de Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming (Tijdelijk besluit vergoedingen Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 27 november 2002, directie Wetgeving, nr. 5198842/02/6;

Gelet op artikel 7 van de Tijdelijke instellingswet Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming;

De Raad van State gehoord (advies van 20 december 2002, no. W03.02.0542/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 14 maart 2003, directie Wetgeving, nr. 5210116/03/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Raad: Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming;

b. sectievoorzitter: voorzitter van een van de secties van de Raad;

c. vergadering: plenaire vergadering van de Raad, vergadering van een sectie, vergadering van de rechtspraakkamer en vergadering van een commissie;

d. preadviescommissie: commissie die belast is met de voorbereiding van de adviezen van de Raad;

e. bezoekcommissie: commissie die een toezichtsbezoek aflegt;

f. beroepscommissie: commissie aan wie de rechtsprekende taak van de Raad is opgedragen.

Artikel 2

  • 1. De algemeen voorzitter van de Raad ontvangt een vaste vergoeding van € 5000 per jaar.

  • 2. De sectievoorzitters en de voorzitter van de rechtspraakkamer ontvangen een vaste vergoeding van € 2500 per jaar.

Artikel 3

  • 1. De algemeen voorzitter, de sectievoorzitters en de voorzitter van de rechtspraakkamer ontvangen een vergoeding van € 255 per vergadering.

  • 2. De overige leden en de plaatsvervangende leden ontvangen een vergoeding van € 192 per vergadering.

Artikel 4

  • 1. De voorzitter van een preadviescommissie ontvangt een vergoeding van € 125 per vergadering.

  • 2. De overige leden en de plaatsvervangende leden van een preadviescommissie ontvangen een vergoeding van € 85 per vergadering.

Artikel 5

  • 1. De voorzitter van een bezoekcommissie ontvangt een vergoeding van € 255 per bezoek.

  • 2. De overige leden en de plaatsvervangende leden van een bezoekcommissie ontvangen een vergoeding van € 192 per bezoek.

Artikel 6

De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden van een beroepscommissie ontvangen een vergoeding van € 310 per zitting.

Artikel 7

De leden en de plaatsvervangende leden van de Raad hebben overeenkomstig het Reisbesluit binnenland en het Reisbesluit buitenland recht op vergoeding wegens reis- en verblijfkosten.

Artikel 8

De in dit besluit genoemde bedragen kunnen worden gewijzigd bij ministeriële regeling.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2003.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijk besluit vergoedingen Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 4 april 2003

Beatrix

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de vijftiende april 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Artikel 7 van de Tijdelijke instellingswet Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming bepaalt dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur de vergoeding van reis- en verblijfkosten en verdere vergoedingen aan de leden van de Raad worden vastgesteld. Bijgaand besluit geeft uitvoering aan deze bepaling.

Naast een vaste, jaarlijkse vergoeding voor de algemeen voorzitter van de Raad en de sectievoorzitters en voorzitter van de rechtspraakkamer (artikel 2), wordt voor de vergoedingen van de werkzaamheden van de Raad een stelsel gehanteerd van vergoedingen per vergadering, bezoek of zitting (artikelen 3 tot en met 6). Voor de vergoeding van reiskosten wordt, overeenkomstig het Vergoedingenbesluit adviescolleges, verwezen naar het Reisbesluit binnenland en het reisbesluit Buitenland (artikel 7).

De in het besluit genoemde bedragen zijn als volgt vastgesteld:

1. de vergoedingen als vastgesteld in artikel 3 zijn gebaseerd op het Vergoedingenbesluit adviescolleges;

2. de vergoedingen van de leden van een preadviescommissie (artikel 4) zijn ontleend aan het Vacatiegeldenbesluit 1988;

3. voor de vaststelling van de vergoedingen voor de leden van een bezoekcommissie (artikel 5) is aansluiting gezocht bij het Vergoedingenbesluit adviescolleges;

4. de vergoeding van de leden van een beroepscommissie (artikel 6) is ontleend aan het huidige tarief voor een raadsheer-plaatsvervanger, zoals dit is vastgesteld in het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren.

Uit het oogpunt van efficiëntie is ervoor gekozen de wijziging van de vastgestelde bedragen mogelijk te maken bij ministeriële regeling.

Het onderhavige besluit dient terug te werken tot 1 januari 2003, omdat met de Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming is afgesproken dat de in ingevolge het besluit te vergoeden bedragen per die datum gelden.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Justitie.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 13 mei 2003, nr. 91.

Naar boven