Besluit van 10 maart 2003 tot wijziging van het Besluit extramurale vrijheidsbeneming en sociale zekerheid in verband met de openstelling van het recht op een socialezekerheidsuitkering voor personen die deelnemen aan het programma in de laatste fase van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor de opvang van verslaafden

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M. Rutte, van 6 februari 2003, Directie Bijstand en Gemeentelijk Activeringsbeleid, nr. B&GA/GAB/02/100617;

Gelet op de artikelen 19b, vierde lid, van de Ziektewet, 19a, vijfde lid, en 47b, vierde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 7b, vijfde lid, en 21b, vierde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, 6b, vijfde lid, en 20a, vierde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, 19, achtste lid, van de Werkloosheidswet, 32c, derde lid, van de Algemene nabestaandenwet, 9, vierde lid, van de Algemene bijstandswet, 6, vierde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, 6, zesde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, en 5, derde lid, van de Wet inkomensvoorziening kunstenaars;

De Raad van State gehoord (advies van 17 februari 2003, nr. W12.03.0053/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M. Rutte, van 4 maart 2003, Directie Bijstand en Gemeentelijk Activeringsbeleid, nr. B&GA/GAB/02/100617a;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Aan artikel 1 van het Besluit extramurale vrijheidsbeneming en sociale zekerheid1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

e. deelnemen aan een programma in de laatste fase van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor de opvang van verslaafden als bedoeld in artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 10 maart 2003

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

M. Rutte

Uitgegeven de vijfentwintigste maart 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Deelnemers aan het programma in de laatste fase van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor de opvang van verslaafden, als bedoeld in artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht, kunnen als gevolg van onderhavige wijziging, een beroep doen op een bijstandsuitkering, dan wel op heropening van een eventueel voorheen bestaand recht op een socialeverzekeringsuitkering.

Het opnemen van deze categorie deelnemers in deze algemene maatregel van bestuur is aan de orde, omdat het hier gedetineerden betreft die tijdens de laatste fase van hun strafrechtelijke opvang in de vrije maatschappij terugkeren, zich gaan vestigen in een gemeente, en – na een verplichte deelname aan een programma dat zich ondermeer richt op arbeid en scholing – een vaste werkkring of werk met beroepsopleiding hebben, dan wel concreet uitzicht op arbeidsinschakeling. In deze laatste fase verkeren zij in soortgelijke omstandigheden als deelnemers aan een penitentiair programma, voor wie onderhavig besluit reeds van toepassing is. De Strafrechtelijke Opvang Verslaafden wordt gedurende een periode van vijf jaar, vanaf 1 april 2001, vooralsnog uitgevoerd in de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Heerlen, Maastricht, Den Bosch, Eindhoven, Arnhem en Nijmegen. Afhankelijk van de hiermee behaalde resultaten zal worden bezien of de Strafrechtelijke Opvang Verslaafden in de huidige vorm zal worden voortgezet. In het verlengde hiervan zal alsdan worden bezien of er aanleiding bestaat om het onderhavige besluit op dit onderdeel aan te passen.

Aangezien naar schatting het volume gemiddeld met circa 23 uitkeringen op jaarbasis zal stijgen worden de additionele bruto uitkeringslasten voor de Algemene bijstandswet die voortvloeien uit deze beleidswijziging geraamd op ruim 1,2 mln. euro, verdeeld over de resterende vier jaar.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

M. Rutte


XNoot
1

Stb. 2000, 53, gewijzigd bij besluit van 5 juli 2001, Stb. 350.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven