Besluit van 4 maart 2003, houdende wijziging van het Besluit staatsexamens vwo-havo-mavo 2000 en van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. onder meer in verband met versoepeling van de uitslagregeling voor het v.m.b.o., alsmede van het Inrichtingsbesluit W.V.O. onder meer in verband met verruiming van de toelating tot het vierde leerjaar van het h.a.v.o.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, van 20 december 2002, nr. WJZ/2002/63422 (3757), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 11e, derde lid, 27, eerste lid, 29 en 60 van de Wet op het voortgezet onderwijs;

De Raad van State gehoord (advies van 31 januari 2003, nr. W05.03.0005/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, mede namens de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, van 28 februari 2003 nr. WJZ/2003/5203 (3757), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I. WIJZIGING BESLUIT STAATSEXAMENS VWO-HAVO-MAVO 2000

In het Besluit staatsexamens vwo-havo-mavo 20001 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A

Artikel 26, eerste lid, onder c, komt te luiden:

c. voor twee van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger.

B

In artikel 34, derde lid, wordt na onderdeel c een onderdeel d ingevoegd, luidend:

d. de beoordeling van het sectorwerkstuk, en het thema van het sectorwerkstuk;.

ARTIKEL II. WIJZIGING EINDEXAMENBESLUIT V.W.O.-H.A.V.O.-M.A.V.O.-V.B.O.

In het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o.2 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A

In artikel 9, eerste lid, wordt «de artikelen 11, 12 en 13» vervangen door: de artikelen 11, 12, 13 en 22.

B

Artikel 22, tweede lid, wordt vervangen door:

  • 2. In afwijking van het eerste lid is de kandidaat in de sector economie of leerwegondersteunend onderwijs ten aanzien van wie toepassing is gegeven aan artikel 26n, tweede of derde lid, van het Inrichtingsbesluit W.V.O., bij het eindexamen vrijgesteld van het vak Franse taal of het vak Duitse taal, genoemd artikel 26n, tweede lid. In plaats van het vak waarvoor vrijstelling is verleend, doet de kandidaat eindexamen in het vak Arabisch, het vak Turks, het vak Spaans, het vak maatschappijleer II, het vak aardrijkskunde of het vak geschiedenis en staatsinrichting.

C

Aan artikel 36 word een vierde lid toegevoegd, luidend:

  • 4. In afwijking van het eerste lid, worden voor het praktisch gedeelte van het centraal examen v.m.b.o. geen gecommitteerden aangewezen.

D

In artikel 41, tweede en derde lid, wordt «gecommitteerde» telkens vervangen door: gecommitteerde dan wel de tweede examinator, bedoeld in artikel 41a, tweede lid.

E

In artikel 41a, tweede lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Voor de eerste volzin wordt ingevoegd:

Voor het praktisch gedeelte van het centraal examen v.m.b.o. vindt de beoordeling tevens plaats door een tweede examinator. De tweede examinator kan een deskundige als bedoeld in artikel 29, tweede lid, van de wet of een andere examinator van de school zijn.

2. In de derde volzin (nieuw) en vierde volzin (nieuw) wordt «gecommitteerde» vervangen door: tweede examinator.

F

In artikel 42, eerste lid, wordt «gecommitteerde» vervangen door: gecommitteerde dan wel de tweede examinator, bedoeld in artikel 41a, tweede lid.

G

In artikel 49 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het eerste lid, onder c, vervalt «, waarvan ten hoogste één behorend tot het sectordeel,» en vervalt het gedeelte na «één 7 of hoger».

2. Na het eerste lid wordt een lid 1a ingevoegd, luidend:

  • 1a. Voor de toepassing van het eerste lid, onderdelen a, b en c, wordt het eindcijfer van het afdelingsvak of intrasectorale programma in de basisberoepsgerichte en de kaderberoepsgerichte leerweg meegerekend als twee eindcijfers.

H

In artikel 51, eerste lid, wordt voor de slotpunt ingevoegd: of aan het schriftelijk gedeelte van het centraal examen in een beroepsgericht programma, met dien verstande dat indien het betreft het eindexamen van de basis- of kaderberoepsgerichte leerweg in het v.m.b.o., dit recht eveneens bestaat voor het praktisch gedeelte van het centraal examen in een beroepsgericht programma, af te nemen door het bevoegd gezag aansluitend aan het eerste tijdvak of in het tweede tijdvak. De herkansing van het praktisch gedeelte van het centraal examen bestaat uit het opnieuw afleggen van deze toets of van een of meer onderdelen daarvan.

ARTIKEL III. WIJZIGING INRICHTINGSBESLUIT W.V.O.

In het Inrichtingsbesluit W.V.O.3 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A

Artikel 10, tweede lid, onderdeel b, wordt vervangen door:

b. het diploma voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs voor zover het betreft de theoretische leerweg;.

B

In artikel 26n, tweede lid, wordt «of maatschappijleer II» vervangen door:

maatschappijleer II, geschiedenis en staatsinrichting, of aardrijkskunde.

ARTIKEL IV. INWERKINGTREDING

Dit besluit treedt in werking met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen verschillend kan worden vastgesteld. Laatstbedoeld besluit wordt niet genomen voordat vier weken zijn verstreken nadat het onderhavige besluit wat de artikelen II en III betreft is overgelegd aan beide kamers der Staten-Generaal en gedurende die termijn niet door of namens een van beide kamers de wens wordt te kennen gegeven dat het in die artikelen geregelde onderwerp bij de wet wordt geregeld.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 4 maart 2003

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

M. J. A. van der Hoeven

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

B. J. Odink

Uitgegeven de achttiende maart 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

1. Inleiding

Dit besluit wijzigt het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. (hierna: Eindexamenbesluit), conform de brief d.d. 12 maart 2002 van de toenmalige Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen aan de Voorzitter van de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2001/02, 24 578, nr. 45).

Ook bevat het besluit enkele aanpassingen van het Besluit staatsexamens vwo-havo-mavo 2000 en van het Inrichtingsbesluit W.V.O.

2. Wijziging voorschriften (staats)examens

Bij de (staats)examens gaat het in hoofdzaak om de volgende wijzigingen, n.a.v. de z.g. pilot vmbo:

A. Beoordeling praktisch gedeelte centraal examen

Artikel 41a van het Eindexamenbesluit regelde dat de tweede correctie op het praktijkdeel van het centraal examen gebeurt door «een gecommitteerde». Gecommitteerden komen van buiten de scholen en worden aangewezen door de Informatie Beheer Groep (IBG).

O.m. uit de pilot is gebleken dat het werken met gecommitteerden bij het praktisch examen tot problemen kan leiden doordat het resultaat van het praktijkexamen – in tegenstelling tot een schriftelijk examen – op de school zélf moet worden beoordeeld. De gecommitteerden (i.c. docenten van het vak in kwestie die werkzaam zijn op een andere school) zouden dan ook in een vrij korte periode zeer veel scholen moeten bezoeken om de resultaten van de praktijkexamens te beoordelen. Dat legt ook vanwege reistijden een extra tijdsbeslag op docenten. Dit kan worden ondervangen door de school zelf een deskundige als tweede examinator aan te laten wijzen. Deze treedt dan in de plaats van een gecommitteerde. De tweede examinator kan een deskundige van buiten de school zijn of een eigen personeelslid (leraar).

B. Uitslagregeling

Artikel 49 van het Eindexamenbesluit bepaalde dat een vmbo-leerling die twee vijven behaalt voor de sectorvakken, is gezakt. Dit ongeacht het examenresultaat bij de overige vakken. De verwachting is dat dit onrechtvaardig zal worden gevonden, omdat de leerling die twee vijven behaalt op de niet-sectorvakken, deze vijven wél mag compenseren. Hierbij kan nog worden opgemerkt, dat voor de keuze van de vervolgopleiding voor de leerling vaak het beroepsgerichte vak bepalend is. Daarom regelt dit besluit dat deze bepaling vervalt, waardoor een leerling ook een tweede vijf op de sectorvakken kan compenseren.

Artikel I van dit besluit regelt opneming van zo'n zelfde vmbo-uitslagregeling in het Besluit staatsexamens vwo-havo-mavo 2000.

C. Herkansing

Artikel 51 van het Eindexamenbesluit regelt de mogelijkheid tot herkansing. Hoofdregel is dat een leerling voor één vak het centraal examen kan herkansen. Dit differentieert bij nader inzien niet voldoende tussen het centraal schriftelijk examen en het centraal praktisch examen dat leerlingen in de beroepsgerichte leerwegen afleggen. Daarom wordt die differentiatie nu wel aangebracht. Deze leerlingen krijgen de mogelijkheid om (onderdelen van) het praktisch gedeelte van het centraal examen indien nodig op school te herkansen en eveneens indien nodig voor één vak het centraal schriftelijk examen over te doen. De herkansing van het praktisch gedeelte van het centraal examen kan betrekking hebben op de gehele toets of op alleen een of meer onderdelen daarvan. Herkansing van het gehele praktische examen betekent een grote belasting voor de school.

3. Wijziging Inrichtingsbesluit W.V.O.

Bij de wijzigingen van het Inrichtingsbesluit W.V.O. gaat het om het volgende.

A. Toelating tot 4-havo

Dit besluit wijzigt artikel 10 van het Inrichtingsbesluit W.V.O., conform de bovengenoemde brief van 12 maart 2002.

Artikel 10, tweede lid, onderdeel b, bepaalt dat een leerling met het diploma theoretische leerweg alleen mag worden toegelaten tot 4-havo als hij wiskunde en een tweede moderne vreemde taal in zijn eindexamenpakket heeft. Onderdeel b bepaalt ook dat het vak natuur- en scheikunde I is vereist voor toelating tot het profiel natuur en techniek, en dat natuur- en scheikunde I of biologie is vereist voor toelating tot het profiel natuur en gezondheid.

De instroom in de profielen-havo kwam de afgelopen jaren vanuit mavo (oude stijl). Voor deze mavo-groep gold niet de bedoelde pakketeis. De ervaring van de instroom van de laatste cohorten mavo (oude stijl) in het havo leert dat van de pakketeisen voor de vmbo-leerling die wil instromen in de profielen-havo kan worden afgezien. De leerlingen die deze vakken niet hebben gevolgd, konden namelijk toch vaak met succes instromen in 4-havo (door een aanvullend onderwijsaanbod). Vanwege dit als positief te beoordelen doorstroombevorderend effect is de pakketeis nu uit onderdeel b geschrapt.

B. Vrijstellingsregeling

Artikel 26n van het Inrichtingsbesluit kreeg in februari 2002 een derde lid op grond waarvan het mogelijk is vrijstelling te krijgen voor Frans/Duits voor leerlingen basisberoepsgerichte leerweg èn leerwegondersteunend onderwijs. Door nu aanpassingen aan te brengen in artikel 22 van het Eindexamenbesluit zijn het Eindexamenbesluit en het Inrichtingsbesluit weer in lijn met elkaar. Daarnaast wordt het mogelijk gemaakt dat ook de vakken aardrijkskunde en geschiedenis en staatsinrichting als vervangend vak worden gekozen.

4. Financiële gevolgen

Aan dit besluit zijn geen financiële gevolgen verbonden.

5. Uitvoeringsgevolgen

De uitvoering van dit besluit levert geen problemen op.

Artikelen

Artikel I, onderdeel B

Dit onderdeel herstelt een onjuistheid uit het wijzigingsbesluit van 23 oktober 2002, Stb. 543. Onderdeel K van artikel I van dat besluit bevat namelijk onder 3 een onuitvoerbare opdracht.

Artikel IV

Inwerkingtreding bij koninklijk besluit is wenselijk voor een goede onderlinge afstemming van tijdstippen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

M. J. A. van der Hoeven

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

B. J. Odink


XNoot
1

Stb. 2000, 358, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 23 oktober 2002, Stb. 543.

XNoot
2

Stb. 1994, 624, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 14 september 2001, Stb. 415.

XNoot
3

Stb. 1993, 207, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 25 november 2002, Stb. 632.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 8 april 2003, nr. 69.

Naar boven