Beschikking van de Minister van Justitie van 13 maart 2003, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Besluit PAK-houdende coatings en producten Wms 2003, zoals die luidt met ingang van de datum waarop het besluit van 8 februari 2003 tot wijziging van het Besluit PAK-houdende coatings Wet milieugevaarlijke stoffen (gecreosoteerd hout) in werking treedt

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel IV van het besluit van 8 februari 2003, Stb. 104;

Besluit:

de tekst van het Besluit PAK-houdende coatings en producten Wms 2003, zoals die luidt met ingang van de datum waarop het besluit van 8 februari 2003 tot wijziging van het Besluit PAK-houdende coatings Wet milieugevaarlijke stoffen (gecreosoteerd hout) in werking treedt, in het Staatsblad te plaatsen als bijlage bij deze beschikking.

's-Gravenhage, 13 maart 2003

Beatrix

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de twintigste maart 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

BESLUIT PAK-HOUDENDE COATINGS EN PRODUCTEN WMS 2003

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. PAK-houdende coating: preparaat dat bestemd is voor het behandelen van oppervlakken van materialen door daarop een deklaag aan te brengen en dat:

1°. per kilogram coating meer dan 500 milligram fenantreen, 150 milligram anthraceen of 150 milligram fluorantheen bevat, of

2°. chryseen, benzo(a)anthraceen, benzo(a)pyreen, benzo(k)fluorantheen, indenol(1,2,3cd)pyreen of benzo(ghi)peryleen bevat, terwijl het totaal gewicht van deze stoffen meer is dan 50 milligram per kilogram coating;

b. PAK-houdende twee-componentencoating: PAK-houdende coating die gebruiksklaar wordt gemaakt door vlak voor het gebruik twee stoffen of preparaten met elkaar te mengen;

c. gecreosoteerd hout: hout en houten producten, die zijn behandeld met creosoot;

d. creosoot: een preparaat op basis van steenkoolteerdestillaat;

e. steenkoolteerdestillaat: stof of preparaat bevattende een of meer van de stoffen of preparaten met Cas-nummer 8001-58-9, 61789-28-4, 84650-04-4, 90640-84-9, 65996-91-0, 90640-80-5, 65996-85-2, 8021-39-4 of 122384-78-5.

Artikel 2

Dit besluit is niet van toepassing:

a. op PAK-houdende coatings, voor zover daaromtrent regelen zijn gesteld bij of krachtens het Besluit implementatie EG-verbodsrichtlijn Wms 1998;

b. op PAK-houdende coatings die zijn bestemd voor toepassing op start-, landings- of rolbanen van een luchtvaartterrein.

§ 2. Verbodsbepaling

Artikel 3

Het is verboden een PAK-houdende coating toe te passen, voorhanden te hebben of aan een ander ter beschikking te stellen.

§ 3. Uitzonderingen voor PAK-houdende twee-componentencoatings

Artikel 4

In afwijking van artikel 3 mag een PAK-houdende twee-componentencoating worden toegepast:

a. op een product dat buiten het grondgebied van Nederland zal worden gebracht, of

b. op een al dan niet in aanbouw zijnd schip als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Schepenwet, dat geen pleziervaartuig is als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel d, van die wet.

Artikel 5

In afwijking van artikel 3 mag een PAK-houdende twee-componentencoating ter beschikking worden gesteld:

a. aan een niet in Nederland gevestigde persoon;

b. aan degene die schriftelijk heeft verklaard dat hij de coating zal toepassen in het geval, bedoeld in artikel 4, onderdeel a of onderdeel b, of

c. aan degene die de coating zal vervoeren naar degene, bedoeld in onderdeel a of onderdeel b.

Artikel 6

In afwijking van artikel 3 mag een PAK-houdende twee-componentencoating voorhanden zijn:

a. bij degene die de coating heeft vervaardigd, of

b. bij degene aan wie de coating ter beschikking is gesteld volgens artikel 5, onderdeel b of onderdeel c.

§ 4. Uitzonderingen voor andere PAK-houdende coatings

Artikel 7

In afwijking van artikel 3 mag een PAK-houdende coating die geen twee-componentencoating is ter beschikking worden gesteld:

a. aan een niet in Nederland gevestigde persoon;

b. aan degene die schriftelijk heeft verklaard dat hij de coating ter beschikking zal stellen aan een niet in Nederland gevestigde persoon, of

c. aan degene die de coating zal vervoeren naar degene, bedoeld in onderdeel a of onderdeel b.

Artikel 8

In afwijking van artikel 3 mag een PAK-houdende coating die geen twee-componentencoating is voorhanden zijn:

a. bij degene die de coating heeft vervaardigd, of

b. bij degene aan wie de coating ter beschikking is gesteld ingevolge artikel 7, onderdeel b of onderdeel c.

§ 5. Gecreosoteerd hout

Artikel 9

  • 1. Het is verboden hout, al dan niet verwerkt in een product, in Nederland in te voeren, in handelsvoorraden voor de Nederlandse markt voorhanden te hebben of aan een ander voor de Nederlandse markt ter beschikking te stellen, indien dit hout is behandeld met een steenkoolteerdestillaat:

    a. dat benzo(a)pyreen bevat in een concentratie van 0,005 of meer gewichtsprocent, en

    b. dat met water extraheerbare fenolen bevat in een concentratie van 3 of meer gewichtsprocent.

  • 2. Het is tevens verboden om gecreosoteerd hout, ongeacht de samenstelling van het steenkoolteerdestillaat, bedoeld in het eerste lid, in Nederland in te voeren, toe te passen, aan een ander voor de Nederlandse markt ter beschikking te stellen of voor handelsdoeleinden voor de Nederlandse markt voorhanden te hebben voor toepassingen:

    a. in contact met oppervlakte- of grondwater;

    b. binnen gebouwen, ongeacht de bestemming van die gebouwen;

    c. in speelgoed;

    d. op speelplaatsen;

    e. in parken, tuinen en andere voorzieningen voor recreatie en vrijetijdsbesteding buitenshuis;

    f. in tuinmeubilair, waaronder begrepen picknicktafels;

    g. in kweekbakken;

    h. in verpakkingen die in aanraking kunnen komen met voor menselijke of dierlijke voeding bestemde onbewerkte producten, tussenproducten of eindproducten, en

    i. in ander materiaal dat de onder h genoemde producten met creosoot kan verontreinigen.

  • 3. Gecreosoteerd hout waarop het verbod van het eerste of tweede lid niet van toepassing is, mag uitsluitend worden gebruikt in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf en in industriële toepassingen.

  • 4. De verboden, bedoeld in het eerste en tweede lid, gelden niet voor gecreosoteerd hout dat is toegepast, zolang die toepassing ter plaatse wordt gehandhaafd.

  • 5. De verboden gelden voorts niet voor de invoer van gecreosoteerd hout dat:

    a. valt onder een douaneregeling en bestemd is voor douanevervoer, plaatsing in douane-entrepot of tijdelijke invoer als bedoeld in artikel 4, onderdeel 16, van de verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 oktober 1992, tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PbEG L 302);

    b. afkomstig is uit een lidstaat van de Europese Unie of uit een Staat die partij is bij de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en niet bestemd is om het in Nederland in de handel te brengen.

Artikel 10

  • 1. Het is degene die gecreosoteerd hout, dat niet onder één van de verboden, bedoeld in artikel 9, eerste en tweede lid, valt, in Nederland invoert, aan een ander voor de Nederlandse markt ter beschikking stelt of voor handelsdoeleinden voor de Nederlandse markt voorhanden heeft, verboden zodanige handelingen met dat hout te verrichten zonder dat van die handelingen aantekening wordt gemaakt in een door hem gehouden administratie, zodat desgevraagd op basis van die administratie kan worden aangetoond dat het gecreosoteerde hout niet onder één van die verboden valt.

  • 2. De administratie omvat ten minste:

    a. naam en adres van de producent of leverancier van wie het gecreosoteerde hout is betrokken;

    b. de datum waarop het gecreosoteerde hout door de producent of leverancier is geleverd;

    c. de samenstelling van het steenkoolteerdestillaat waarmee het hout is behandeld;

    d. het toepassingsgebied van het gecreosoteerde hout;

    e. naam en adres van degene aan wie het gecreosoteerde hout ter beschikking is gesteld dan wel geleverd;

    f.  de datum van levering van het gecreosoteerde hout;

    g. de hoeveelheid van het ontvangen of geleverde gecreosoteerde hout.

§ 6. Overige bepalingen en slotbepalingen

Artikel 11

Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld omtrent de wijze waarop het gehalte van stoffen, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, in coatings wordt vastgesteld.

Artikel 12

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 oktober 1996.

Artikel 13

Onze Minister zendt voor 1 januari 2005 aan de Staten-Generaal een verslag over de noodzaak van artikel 2, onder b, in verband met de ontwikkeling van een alternatief voor PAK-houdende coatings die zijn bestemd voor toepassing op start-, landings- of rolbanen van luchtvaartterreinen.

Artikel 14

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit PAK-houdende coatings en producten Wms 2003.

Naar boven