Wet van 19 december 2002 tot invoering in de Algemene wet inzake rijksbelastingen van de mogelijkheid tot het doen van een collectieve uitspraak op massaal bezwaar

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de mogelijkheid in te voeren een collectieve uitspraak te doen op massaal bezwaar inzake een bepaalde rechtsvraag;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In de Algemene wet inzake rijksbelastingen1 wordt, onder vernummering van artikel 25a tot artikel 25b, na artikel 25 een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 25a

  • 1. In afwijking in zoverre van het overigens bij of krachtens deze wet en de Algemene wet bestuursrecht bepaalde, zijn met betrekking tot in het tweede lid bedoeld massaal bezwaar de volgende bepalingen van toepassing.

  • 2. Indien naar het oordeel van Onze Minister een groot aantal bezwaren is gericht tegen de beslissing op eenzelfde rechtsvraag, al dan niet met accessoire kwesties die zich lenen voor niet-individuele afdoening (de rechtsvraag), kan hij die bezwaren aanwijzen als massaal bezwaar. Hij doet dit voor bezwaren die alleen de rechtsvraag betreffen, waarop nog geen uitspraak is gedaan en die zijn ingediend tot en met de dag voorafgaande aan de dag waarop de in het zevende lid bedoelde collectieve uitspraak terzake is gedaan, dan wel de dag voorafgaande aan de dag waarop de in het elfde lid eerstbedoelde uitspraak onherroepelijk wordt. Onze Minister zendt een afschrift van de aanwijzing aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

  • 3. Bij de aanwijzing als massaal bezwaar zondert Onze Minister een of meer bezwaren uit met het oog op beantwoording van de rechtsvraag door de administratieve rechter in belastingzaken.

  • 4. Bij de aanwijzing als massaal bezwaar wijst Onze Minister de inspecteur aan die de in het zevende lid bedoelde collectieve uitspraak zal doen.

  • 5. De aanwijzing als massaal bezwaar treedt in werking vier weken na de toezending van het afschrift ervan aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De aanwijzing vervalt indien binnen die vier weken de Tweede Kamer besluit zich niet met de aanwijzing te kunnen verenigen. De inspecteur doet gedurende die vier weken geen uitspraak op de bezwaren die Onze Minister als massaal bezwaar heeft aangewezen. Indien de aanwijzing door een besluit van de Tweede Kamer vervalt, wordt de termijn voor het doen van uitspraak op de desbetreffende bezwaarschriften verlengd met vier weken.

  • 6. De belanghebbende wordt ter zake van een als massaal bezwaar aangewezen bezwaar niet gehoord.

  • 7. Indien inzake de in het derde lid bedoelde uitgezonderde bezwaren het standpunt van de belanghebbenden ter zake van de rechtsvraag bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak geheel is afgewezen, beslist de aangewezen inspecteur binnen zes weken na het onherroepelijk worden van de laatste van die uitspraken door middel van één uitspraak op alle als massaal bezwaar aangewezen bezwaren (collectieve uitspraak). Als massaal bezwaar aangewezen bezwaren worden steeds geacht ontvankelijk te zijn.

  • 8. De collectieve uitspraak wordt bekendgemaakt door kennisgeving ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.

  • 9. Tegen een collectieve uitspraak kan geen beroep worden ingesteld. Op verzoek van de belanghebbende vervangt de te zijnen aanzien bevoegde inspecteur de collectieve uitspraak door een individuele uitspraak. Het verzoek wordt niet ingewilligd indien het onredelijk laat is gedaan.

  • 10. Beroep tegen de individuele uitspraak kan slechts de rechtsvraag betreffen.

  • 11. Indien inzake een in het derde lid bedoeld uitgezonderd bezwaar bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak geheel of gedeeltelijk aan het standpunt van de belanghebbende ter zake van de rechtsvraag is tegemoetgekomen, verliezen de desbetreffende bezwaren de status van massaal bezwaar en doet de inspecteur daarop uitspraak binnen een jaar na het onherroepelijk worden van eerstbedoelde uitspraak.

  • 12. Indien de inspecteur voordat de collectieve uitspraak is gedaan uitspraak doet op een bezwaar dat meer omvat dan de rechtsvraag, beslist hij op de rechtsvraag in het nadeel van de belanghebbende. Indien de in het tiende lid eerstbedoelde uitspraak daartoe aanleiding geeft, komt de inspecteur alsnog aan het bezwaar inzake de rechtsvraag tegemoet.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 19 december 2002

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën,

S. R. A. van Eijck

Uitgegeven de negende januari 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Stb. 1959, 301, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 12 december 2002, Stb. 617.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 2001/2002, 2002/2003, 28 349.

Handelingen II 2002/2003, blz. 1647–1648; 1649.

Kamerstukken I 2002/2003, 28 349 (67, 67a).

Handelingen I 2002/2003, blz. 315.

Naar boven